Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard 2015 |
Citeertitel | Verordening Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Verordening treedt in werking op 1 november 2015.
De Verordening Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard, vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 16 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van het in het tweede lid genoemde tijdstip.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2015 | 01-11-2015 | nieuwe regeling | 14-12-2015 | Onbekend. |
De raad van de gemeenteAlbrandswaard
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met kenmerk 988200 d.d. 2 september 2015
gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorzieningen;
Vast te stellen de Verordening Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard 2015
Artikel 1. Begripsomschrijving
Deze Verordening verstaat onder:
de cliënt; degene die recht heeft op algemene dan wel bijzondere bijstand, geïndiceerd is voor een dienstbetrekking op sociale gronden of recht heeft op een inkomensvoorziening als oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte of als oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige; alsmede zij die een beroep doen op de WMO; alsmede zij die een beroep doen op de Jeugdwet.
Ter uitvoering van de opdracht van artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorzieningen binnen de gemeente Albrandswaard is de Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard actief. De Adviesraad heeft de status van een adviescommissie ex art 84 van de gemeentewet en wordt ingesteld door de gemeenteraad.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeenteAlbrandswaard in zijn openbare vergadering van 14 december 2015.
De griffier, De voorzitter,
mr. Renske van der Tempel drs. Hans-Christoph Wagner
Sinds 2013 opereert de Maatschappelijke Adviesraad als adviesraad op het terrein van Sociale zaken en de Wmo. Bij het aantreden van het college van burgemeester en wethouders in 2014 is afgesproken dat de adviesraad ook zal adviseren op het terrein van de Jeugdwet.
De noodzaak de Verordening te vernieuwen is gelegen in het feit dat per 1 januari 2015 de Participatiewet en de Jeugdwet zijn ingevoerd. Daarnaast is in de huidige Verordening de Maatschappelijke Adviesraad nog niet benoemd als adviesorgaan voor de Jeugdwet, terwijl zij wel als zodanig functioneert. In deze nieuwe Verordening zijn de verwijzingen naar de nieuwe wetten en bijbehorende artikelen verwerkt.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Dit artikel voorziet de gebruikte termen in de Verordening, van een definitie. Dergelijke definiëringen komen de duidelijkheid van de Verordening ten goede. Voor het overige is verdere uitleg van dit artikel overbodig.
Dit artikel stelt eenvoudigweg vast, dat er binnen Albrandswaard een Adviesraad is. Daarnaast geeft het artikel aan, waar het platform haar grondslag vindt.
Artikel 3. Doelstelling, taken en bevoegdheden
Het eerste lid van dit artikel geeft een korte en bondige doelomschrijving van de Adviesraad. Met opzet wordt hier een betrekkelijk neutraal beleidsterrein omschreven. Door slechts aan te geven dat het de beleidsterreinen van de Wmo, Jeugdwet en Sociale Zaken betreft, wordt voorkomen dat de Verordening geregeld moet worden gewijzigd. In veel gevallen wordt in een Verordening zoals deze opgenomen op het gebied van welke wetten de participatie ziet. Nu de wetgever op gebied van de Wmo en Sociale Zaken soms meer dan voortvarend te werk gaat, is het beter de betrokken wetten niet expliciet te benoemen. Het gaat om het beleidsterrein van de WMO en Sociale Zaken en daardoor om een breed scala aan regelingen. De verwachting is dat dit de advisering door de Adviesraad ten goede komt.
Het tweede lid geeft een zeer ruime omschrijving van de taak. Hier geldt hetgeen hiervoor t.a.v. het eerste lid is gezegd. Door niet de betreffende wetgeving expliciet te noemen wordt voorkomen dat de Verordening al te vaak moet worden gewijzigd. Het artikellid maakt een onderscheid tussen het gevraagde en ongevraagde advies. Mede gezien de brede taakomschrijving is dit van belang. Denkbaar is de omstandigheid, dat de wetgever een wijziging aanbrengt in de wetgeving waarbij de belangen van de betrokken burgers naar het oordeel van de Adviesraad te licht zijn gewogen. Een advies aan het college uit eigener beweging, waarbij het college wordt verzocht bij het vaststellen van het beleid met die belangen rekening te houden, ligt dan voor de hand.
De Adviesraad behartigt de belangen van alle cliënten binnen de gemeente Albrandswaard. Dit maakt het bepaalde in dit lid, nog eens duidelijk. De Adviesraad is niet bevoegd op te treden namens een individuele cliënt. Het is natuurlijk wel bevoegd te adviseren over de door het gemeentebestuur gehanteerde procedures. Immers, deze procedures raken alle cliënten binnen de gemeente.
Het vierde lid geeft een aantal voorwaarden, waaraan de adviezen moeten voldoen, wil de Adviesraad effectief kunnen functioneren. Dit artikellid behoeft geen nadere toelichting.
In het kader van deregulering, regelt dit artikel slechts het hoognodige over de samenstelling van de Adviesraad. De Verordening regelt slechts dat er leden zijn, het minimale en maximale aantal daarvan, de wijze van benoeming, de maximale duur daarvan en het minimale rondom de voorzitter. Overigens, de voorzitter is in die zin onafhankelijk, dat hij geenszins in hiërarchische verhouding tot het gemeentebestuur staat. De bepalingen behoeven voor het overige geen nadere toelichting.
Zoals gezegd, beoogt de Verordening deregulering. Dit artikel belichaamt bij uitstek dit streven. Slechts onderwerpen die noodzakelijk zijn, worden in de Verordening geregeld. De overige zaken worden door de Adviesraad zelf geregeld in zijn Reglement van orde. Het tweede lid van dit artikel geeft aan, wat minimaal in het reglement moet worden opgenomen. Het derde en vierde lid voegen hier nog afzonderlijke onderwerpen aan toe. Al met al zorgt het artikel er voor, dat de Adviesraad het één en ander zelf regelt, zonder onnodige bemoeienis door het gemeentebestuur.
Overigens is nog wel vereist dat het college instemming geeft aan het opgestelde reglement. Dit is hoofdzakelijk om te voorkomen dat het reglement regels opneemt die strijdig kunnen zijn met hogere regelingen of andere gemeentelijke regelingen. Dit laat echter onverlet, dat ook andere onderwerpen bij deze goedkeuring aan de orde kunnen komen.
Dit artikel legt vast, dat het een verantwoordelijkheid van het college is de Adviesraad te faciliteren. Het artikel geeft handvatten voor de kosten en geeft tegelijk een regeling voor ondersteuning door een door het college aan te wijzen ambtenaar. Deze ondersteuning is overigens alleen inhoudelijk.
Artikel 7. Informatievoorziening
Dit artikel regelt het één en ander ten aanzien van door het college te leveren informatie inspanning. Deze dient adequaat en tijdig te zijn. Dit om te voorkomen dat de Adviesraad wordt geconfronteerd met voldongen feiten. Dát de informatievoorziening in beginsel digitaal geschiedt, is van meer praktisch belang. Dit bespaart niet alleen kosten, maar zorgt ook voor een versnelling in de informatievoorziening.
Het tweede lid stelt vast dat daar waar een ieder op grond van de binnen de gemeente geldende klachtenregeling bevoegd is te klagen over bejegening door medewerkers van de gemeente, het voor de Adviesraad de voorzitter is die daartoe bevoegd is. Gezien het verband met het eerste lid, kan een onvoldoende informeren als gebrekkige bejegening worden gezien.
Omdat het eerste lid het college opdraagt te zorgen voor de informatievoorziening, ligt het in de rede dat de feitelijke informatievoorziening wordt opgedragen aan een onder de verantwoordelijkheid van het college werkzame ambtenaar.
Overigens wordt hier ook direct afgeweken van de reguliere klachtenprocedure, omdat de regeling verplicht tot een voorafgaand overleg. De Adviesraad en het college hebben een relatie, welke van beide kanten onderhouden dient te worden.
Het eerste lid van dit artikel regelt een restbepaling. Deze regeling kan niet alles voor nu en in de toekomst regelen. Dit is ook helemaal niet de bedoeling. Dit laat echter onverlet dat de regeling rekening moet houden met de toekomst. Vandaar dit eerste lid. Het college wordt hiermee bevoegd om, in overleg met de Adviesraad op ongeregelde zaken te besluiten.
Het tweede en derde lid zorgt voor de inwerkingtreding van de nieuwe en intrekking van de oude regeling.