Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels jeugdhulp gemeente Tholen 2016 |
Citeertitel | Nadere regels jeugdhulp gemeente Tholen 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Nadere regels jeugdhulp gemeente Tholen 2017.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-03-2016 | 11-05-2017 | nieuwe regeling | 16-02-2016 Elektronisch Gemeenteblad, 02-03-2016 | Onbekend. |
ARTIKEL 2. DE TOEGANG BIJ DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN JEUGDHULP
Een voorziening bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Verordening jeugdhulp gemeente Tholen 2015 bestaat uit informatie en /of adviesverstrekking door het lokale gebiedsteam. Deze voorziening is beschikbaar ten behoeve van een jeugdige zonder dat het college heeft besloten om deze voorziening toe te kennen aan de jeugdige.
De zorgaanbieder van een individuele voorziening start de ondersteuning slechts nadat het besluit genomen is, behoudens als de professional of het college van oordeel is dat professionele interventie (-s) dienen te worden ingezet om de bedreiging van de veiligheid van het kind op te heffen in welk geval lid g wordt toegepast
Als de professional van oordeel is - al dan niet na een hulpvraag van de jeugdige en/of ouder - dat professionele interventie(s) dienen te worden ingezet om de bedreiging van de veiligheid van het kind op te heffen dan zal de professional de professionele interventie(s) inzetten. De professional meldt het inzetten van de professionele interventie(s) onverwijld in het eigen dossier, in de Verwijsindex Risicojongeren Zeeland en aan de procescoördinator van de gemeente Tholen. Het college stelt indien nodig achteraf het besluit tot professionele interventie(-s) zo spoedig mogelijk op schrift en maakt het bekend aan de jeugdige en zijn ouders.
De procescoördinator informeert die professional (-s) waarvoor het noodzakelijk is om kennis te hebben van de bedreiging van de veiligheid en de ondernomen interventie(-s) en zorgt voor eventueel noodzakelijke verdere vervolgstappen.
Artikel 2.2. - Aanvraag persoonsgebonden budget (PGB)
Als een individuele voorziening in natura niet passend wordt geacht, kan de ouder er voor kiezen om een aanvraag voor een persoonsgebonden budget in te dienen. De aanvraag bevat in elk geval:
Het besluit wordt binnen acht weken nadat de hulpvraag of ondersteuningsvraag is gesteld door de jeugdige en/of de ouder(-s) uitgereikt of toegestuurd aan de ouder(-s) en/of de jeugdige. In het besluit of in een bijlage bij het besluit wordt omschreven welke doelen met de hulpverlening worden beoogd.
Artikel 3.4. - Criteria individuele voorzieningen
Het college kent een individuele voorziening toe indien en voor zover in het gesprek zoals bedoeld in artikel 3.3. is vastgesteld dat:
Artikel 3.6. - Hoogte van het persoonsgebonden budget (PGB)
In afwijking van het eerste lid kan het college een hoger persoonsgebonden budget toekennen als voor deze hulpvraag geen passende individuele voorziening in natura beschikbaar is en 75% van de kostprijs van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura niet toereikend is om de bij de hulpvraag passende jeugdhulp in te kopen. Het persoonsgebonden budget dat het college toekent, bedraagt maximaal 100% van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura.
ARTIKEL 4. INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP.
Artikel 4 - Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntengroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 februari 2016
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris
de burgemeester
w.g. P.C.M. van den Kieboom, eerste locosecretaris
w.g. P.W.J. Hoek, eerste locoburgemeester