Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Beloningsbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeloningsbeleid
CiteertitelBeloningsbeleid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2020Onbekend

10-11-2015

Onbekend

Beloningsbeleid

Tekst van de regeling

Intitulé

Beloningsbeleid

 

 

Beloningsbeleid

Beloningsbeleid

Inhoudsopgave

  • I Begripsbepalingen

    • Artikel 1  Begripsbepalingen

  • II Salaris

    • Artikel 2 Recht op salaris

    • Artikel 3 Gebroken tijdvakken

    • Artikel 4 Onvolledige betrekking

    • Artikel 5  Salarisbedragen

    • Artikel 6  Inpassing in salarisschaal

    • Artikel 7  Salaris bij aanstelling

    • Artikel 8  Periodieke verhoging van het salaris

    • Artikel 9  Extra periodieke verhoging van het salaris

    • Artikel 10  Geen periodieke verhoging

    • Artikel 11  Bevordering naar functieschaal

    • Artikel 12  Salarisaanpassing bij bevordering naar hogere schaal

    • Artikel 13   Bevordering naar de uitloopschaal

  • III Instrumenten van flexibele beloning

    • Artikel 14  Gratificatie

    • Artikel 15  Groepsgratificatie

    • Artikel 16  Persoonlijke toelage

    • Artikel 17 Arbeidsmarkttoelage

  • IV Overige toelagen en vergoedingen

    • Artikel 18  Waarnemingstoelage

    • Artikel 19 Overwerkvergoeding

    • Artikel 20 Toelage onregelmatige dienst

    • Artikel 21 Inconveniëntentoelage

    • Artikel 22 Toelage beschikbaarheidsdienst

    • Artikel 23 Toelage beschikbaarheidsvergoeding eigen motorvoertuig

    • Artikel 24 Kledingtoelage

    • Artikel 25 Toelage bedrijfshulpverlening/EHBO

  • V Overige bepalingen

    • Artikel 26 Afbouwtoelage

    • Artikel 27 Hardheidsclausule

    • Artikel 28 Slotbepalingen

I Begripsbepalingen

Artikel 1  Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Aanloopschaal:De salarisschaal direct onder de functieschaal.

  • b

    Ambtenaar:De ambtenaar in de zin van de artikelen 1:1a van de CAR/UWO en de werknemer als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR.

  • c

    Betrekking:De betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b van de CAR/UWO.

  • d

    SalarisMaandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van diens formele arbeidsduur.

  • e

    SalaristoelagenDaartoe worden gerekend de in paragraaf 3 van hoofdstuk 3 genoemde toelagen te weten: de functioneringstoelage, de waarnemingstoelage, de toelage onregelmatige dienst, de buitendagvenstervergoeding, de toelage beschikbaarheidsdienst, de inconveniëntentoelage, de arbeidsmarkttoelage, de garantietoelage en de afbouwtoelage, die aan de medewerker zijn toegekend en die tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging werd gerekend.

  • f

    CAR/UWO:De collectieve arbeidsvoorwaardenregeling gemeenten en de uitwerkingsovereenkomst van de CAR.

  • g

    Conversie:De vertaling van de – op basis van functiewaardering – gevonden rangorde naar een salarisschaal.

  • h

    Functie:Het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten zoals aan hem/ haar is opgedragen door de werkgever.

  • i

    Functieschaal:De op basis van de regeling functiewaardering bij de functie behorende schaal.

  • j

    Functiewaardering:De methode waarmee de rangorde van de organiek beschreven functies wordt vastgesteld.

  • k

    Maximumsalaris:Het hoogste bedrag van een salarisschaal.

  • l

    Overwerk:Het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l van de CAR/UWO.

  • m

    Periodieke verhoging:Het verschil tussen twee opeenvolgende bedragen in één salarisschaal.

  • n

    Salarisschaal:De schaal als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR/UWO opgenomen in bijlage IIa van die regeling.

  • o

    Uitloopschaal:De salarisschaal direct boven de functieschaal

  • p

    Uurloon:Het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR/UWO.

  • q

    UWO:De uitwerkingsovereenkomst van de CAR/UWO.

  • r

    Volledige betrekking:De volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k van de CAR/UWO.

II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

Lid 1

Het recht op salaris vangt aan op de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan op de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Lid 2

Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris en/of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5  Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren die niet bij of krachtens de wet zijn geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO.

Artikel 6  Inpassing in salarisschaal

Lid 1

Het college bepaalt met inachtneming van de resultaten van de functiewaardering en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

Lid 2

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van de functiewaardering en de daarbij te hanteren methode.

Lid 3

Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal *.

Artikel 7  Salaris bij aanstelling

Lid 1

De ambtenaar die nieuw in dienst treedt wordt ingeschaald in de functieschaal. Het toekennen van het aantal periodieken binnen die salarisschaal is afhankelijk van de mate van het voldoen aan de gestelde eisen (aantoonbare relevante kennis, competenties en ervaring) voor de functie en de verwachting dat hij de functie naar voldoening zal vervullen.

Lid 2

Wanneer de ambtenaar niet aan de gestelde eisen voor de functie voldoet op het gebied van kennis, competenties, ervaring of er nog geen juist beeld is van zijn wijze van functioneren, kan de ambtenaar worden ingeschaald in de aanloopschaal;

Artikel 8  Periodieke verhoging van het salaris

Lid 1

Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal verhoogd tot het naasthogere bedrag.

Lid 2

De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris voor de hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens in de maand januari van een kalenderjaar.

Lid 3

Voor medewerkers die na 1 januari 2016 in dienst treden vindt de eerste periodieke verhoging plaats met ingang van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien 12 maanden na de laatste verhoging.

Artikel 9  Extra periodieke verhoging van het salaris

Lid 1

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede vervulling van de betrekking, blijkend uit een vastgestelde beoordeling.

Lid 2

Bij de toepassing van de extra periodieke verhoging van het salaris blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 10  Geen periodieke verhoging

Lid 1

Indien een ambtenaar, blijkend uit een vastgestelde beoordeling onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 8 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

Lid 2

Nadien kan, op basis van een vastgestelde beoordeling, worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

Lid 3

Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld. Dit gebeurt in ieder geval twee weken vóór de datum waarop anders de periodieke verhoging zou zijn ingegaan.

Artikel 11  Bevordering naar functieschaal

Lid 1

De ambtenaar die is ingeschaald in de aanloopschaal wordt ingeschaald in de functieschaal, onder de voorwaarde dat hij voldoet aan de gestelde functie-eisen en de functie volledig en naar voldoening uitoefent. Het besluit tot inschaling in de functieschaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar.

Lid 2

Wanneer de ambtenaar van aanloopschaal naar functieschaal gaat, wordt het salaris in de functieschaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de aanloopschaal heeft.

Artikel 12  Salarisaanpassing bij bevordering naar hogere schaal

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris dan wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het huidige salaris, plus één periodiek. Wanneer het bedrag van het huidige salaris niet in de nieuwe salarisschaal voorkomt, dan geldt het bedrag in de nieuwe salarisschaal dat onmiddellijk gelegen is boven het huidige salaris, plus één periodiek.

Artikel 13   Bevordering naar de uitloopschaal

Lid 1

De ambtenaar die gedurende drie jaar het maximum van de functieschaal heeft genoten, kan indien hij voor wat betreft de functievervulling is uitgegaan boven de hieraan gestelde eisen, in aanmerking komen voor plaatsing in de uitloopschaal. Het besluit tot inschaling in de uitloopschaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar.

Lid 2

Op grond van uitzonderlijke prestaties kan de in het eerste lid genoemde termijn van drie jaar aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar worden verkort.

III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 14  Gratificatie

Lid 1

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan hem, naast een schriftelijke tevredenheidsbetuiging, een gratificatie als bedoeld in artikel 3:20 van de CAR/UWO worden toegekend.

Lid 2

Gratificaties worden toegekend conform de “Attentieregeling gemeente Zevenaar 2012. ”

Artikel 15  Groepsgratificatie

Lid 1

Aan een groep ambtenaren, die als team een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

Lid 2

Groepsgratificaties worden toegekend conform de “Attentieregeling gemeente Zevenaar 2012. ”

Artikel 16  Functioneringstoelage

Lid 1

Aan een ambtenaar die op het maximum van de voor hem geldende salarisschaal zit, kan een functioneringstoelage als bedoeld in artikel 3:8 van de CAR/UWO worden toegekend.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal 10 % van het salaris

Lid 3

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een periode van één jaar.

Lid 4

Telkens op basis van een beoordeling wordt besloten of de persoonlijke toelage opnieuw voor een periode van één jaar wordt toegekend.

Lid 5

De in het eerste lid bedoelde toelage kan worden ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn.

Lid 6

Indien de ambtenaar aan wie een toelage als bedoeld in het eerste lid is toegekend, wordt geplaatst in een hogere schaal, wordt met ingang van de datum van de plaatsing de toelage ingetrokken, met dien verstande dat het salaris niet minder bedraagt dan het salaris in de oude schaal aangevuld met de functioneringstoelage

Artikel 17 Arbeidsmarkttoelage

Lid 1

Aan de ambtenaar kan om redenen van werving en behoud een tijdelijke toelage worden toegekend.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat van tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

Lid 3

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal 10% van het salaris.

Lid 4

De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Lid 5

Indien de ambtenaar aan wie een toelage als bedoeld in het eerste lid is toegekend, wordt geplaatst in een hogere schaal, wordt met ingang van de datum van de plaatsing de toelage ingetrokken met dien verstande dat het salaris niet minder bedraagt dan het salaris van de ambtenaar in de oude schaal aangevuld met de arbeidsmarkttoelage.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 18  Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:10 van de CAR/UWO.

Artikel 19 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar die wordt bezoldigd in een schaal met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, wordt in geval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:18 van de CAR/UWO.

Artikel 20 Toelage onregelmatige dienst

Lid 1

Aan de ambtenaar die wordt bezoldigd in een schaal met een lager maximumsalaris dan van schaal 11 en voor wie werktijden zijn vastgesteld conform artikel 4:3 van de CAR/UWO, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:11 van de CAR/UWO.

Lid 2

De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

  • a

    20% voor uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b

    40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

  • c

    40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 06.00 tussen 22.00 uur en 24.00 uur;

  • d

    65% voor de uren op zondag en de daarmee ingevolge artikel 4:5 lid 3 gelijkgestelde dagen.

Lid 3

De in het vorige lid genoemde percentages worden ten hoogste berekend over een bedrag gelijk aan het uurloon van het maximumsalaris van schaal 6 van bijlage II van de CAR/UWO.

Lid 4

De ambtenaar heeft geen recht op de toelage als hij in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur in een van de in lid 1 genoemde tijdvakken heeft gewerkt. In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte gedurende tenminste 30 kalenderdagen gerekend vanaf de eerste ziektedag, wordt de toelage als bedoeld in lid 1 toegekend ter hoogte van het gemiddeld bedrag per maand over de periode van 12 kalendermaanden voorafgaande aan de maand waarin de medewerker ziek is geworden.

Lid 5

Aan de ambtenaar die langer dan één jaar in dienst is, kan bij wijze van voorschot een vaste maandelijkse onregelmatigheidstoelage worden toegekend en uitbetaald. De gemiddelde onregelmatigheidstoelage van het voorliggende jaar dient als basis voor de vaststelling van dit voorschot. Jaarlijks wordt in de maand januari de definitieve onregelmatigheidstoelage vastgesteld en vindt verrekening met het salaris plaats.

Artikel 21 Inconveniëntentoelage

Aan de medewerker, die naar het oordeel van het college onder bezwarende omstandigheden lichamelijke aard arbeid verricht, verleent de werkgever een compensatie in de vorm van een toelage op het salaris of op het aantal voor de medewerker beschikbare verlofuren, tenzij compensatie voor de bedoelde bezwarende omstandigheden aantoonbaar zijn verdisconteerd in de bezoldiging van de medewerker.

Artikel 22 Toelage beschikbaarheidsdienst

Lid 1

Aan de ambtenaar, die zich op last van het college beschikbaar moet houden buiten de normale diensttijd, wordt een toelage toegekend.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend conform de “Regeling beschikbaarheidsdienst”.

Artikel 23 Toelage beschikbaarheidsvergoeding eigen motorvoertuig

Lid 1

Aan de ambtenaar die voor de uitoefening van de functie nagenoeg dagelijks zijn motorvoertuig nodig heeft, wordt een vaste beschikbaarheidsvergoeding toegekend.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend conform de “Regeling beschikbaarheidsvergoeding eigen motorvoertuig”.

Artikel 24 Kledingtoelage

De ambtenaar die bij de vervulling van zijn betrekking verplicht is door het college aangegeven kleding of uniform te dragen, ontvangt daarvoor een vergoeding conform de Kleding en Uniformregeling 2016.

Artikel 25 Toelage bedrijfshulpverlening/EHBO

Lid 1

De ambtenaren die zijn aangewezen als bedrijfshulpverlener of EHBO’er ontvangen een bruto toelage per maand.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend conform de “Regeling Bedrijfshulpverlening”.

V Overige bepalingen

Artikel 26 Afbouwtoelage

Lid 1

Aan de ambtenaar van wie de bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat als gevolg het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 21 tot en met 23 van deze regeling, wordt een afbouw van de toelage toegekend indien:

  • a

    Die blijvende verlaging tenminste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage als bedoeld in artikel 18 en

  • b

    De ambtenaar de toelage – als bedoeld in de artikelen 21 t/m 23 – direct voorafgaand aan het tijdstip van bovenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste drie jaren zonder wezenlijke onderbreking (tenminste twee maanden) heeft genoten.

Lid 2

De duur van de aflopende toelage bedraagt ¼ deel van de tijd, gedurende welke de ambtenaar zonder wezenlijke onderbreking de toelage als bedoeld in de artikelen 21 t/m 23 genoot. De maximale duur is drie jaar.

Lid 3

De toelage bedraagt in het eerste jaar 75%, in het tweede jaar 50% en in het derde jaar 25% van het af te bouwen bedrag.

Lid 4

Onder wezenlijke onderbreking wordt verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

Artikel 27 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 28 Slotbepalingen

Lid 1

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

Lid 2

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling beloningsbeleid gemeente Zevenaar 2016”

Lid 3

De volgende regelingen en besluiten zijn ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van dit besluit:

  • -

    Bezoldigingsregeling gemeente Zevenaar 2013.


*

Toelichting: zonder voorafgaand ontslag kan voor een medewerker geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan het salaris van de reeds voor hem geldende salarisschaal. Een verlaging kan wel plaats vinden bij definitieve herplaatsing van een zieke medewerker als bedoeld in artikel 7:16 lid 2 CAR/UWO, herplaatsing na ontslag wegens onbekwaamheid en ongeschiktheid voor de eigen functie als bedoeld in artikel 8:6 CAR/UWO en bij het toekennen van een disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.