Organisatie | Gooise Meren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening speelautomatenhallen Gooise Meren 2016 |
Citeertitel | Verordening speelautomatenhallen Gooise Meren 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit en artikel 149 en 154 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2016 | Onbekend | 04-01-2016 Onbekend | RV2016.007 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
speelautomaat: een toestel ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:
een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarop is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld, alsmede een omschrijving van de doelgroep waarop de ondernemer zich richt en de wijze waarop de inrichting zal worden geëxploiteerd (ondernemingsplan);
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.
Artikel 8 Intrekken vergunning
In de gevallen als bedoeld in het eerste en tweede lid, onder 1, kan de burgemeester alvorens de vergunning in te trekken de vergunninghouder in de gelegenheid stellen binnen een daartoe te bepalen termijn tot naleving van de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen of de aan de vergunning verbonden voorschriften over te gaan.
Intrekking van de vergunning geschiedt niet voordat de burgemeester van zijn voornemen daartoe de vergunninghouder, onder opgave van redenen, mededeling heeft gedaan en hem in de gelegenheid heeft gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door hem of een door hem aangewezen ambtenaar te doen horen. In het geval als bedoeld in het tweede lid, onder 2, kan, indien dringende omstandigheden zulks vorderen, de vergunning onmiddellijk worden ingetrokken.