Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | SUBSIDIEREGELING LEEFBAARHEID EN BEWONERSPARTICIPATIE DEN HAAG 2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling leefbaarheid en bewonersparticipatie Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling leefbaarheid en bewonersparticipatie Den Haag 2016 |
De Subsidieregeling Leefbaarheid en Bewonersparticipatie (RIS 281932) wordt ingetrokken
Artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2020 | Onbekend | 05-01-2016 Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad van week 1 van 2016 en zal met ingang van 7 januari 2016 inclusief toelichting, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 290486 | RIS 290486, PBS/2015.299 |
§ 4 Subsidieplafond en verdeling
1.Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december een subsidieplafond gelijk aan het voor dit jaar beschikbare bedrag voor Leefbaarheid- en Bewonersparticipatie in de begroting van het Stadsdeel.
§ 6. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;
indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.