Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2016 |
Citeertitel | Verordening op de Vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgende op die, waarop de minister aan de raad meedeelt dat in de vacature is voorzien, behoudens het gestelde over de geheimhouding.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-02-2016 | Nieuwe regeling | 17-02-2016 | 2016074317 |
De raad van de gemeente Haarlem, bijeen in zijn openbare vergadering van 17 februari 2016,
Gelezen het voorstel van de gezamenlijke fractievoorzitters van de gemeenteraad van Haarlem;
Gelet op de artikelen 61, 61c, 84, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;
De Vertrouwenscommissie (hierna: de commissie) heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden.
De gesprekken met en de oordeelsvorming over de kandidaten vinden als volgt plaats:
de gespreksresultaten worden door de leden, genoemd in artikel 2 lid 1 en de secretaris in een afzonderlijke bijeenkomst besproken, voordat de commissie over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uitbrengt aan de gemeenteraad en de Commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen.
Artikel 6 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.
De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.
De commissie legt bij elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.
De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 6 van deze verordening, geen inzage in of informatie omtrent de inhoud van de stukken bestemd voor en uitgaand van de commissie ter vergadering of in het gesprek verstrekt wordt.
De secretaris nodigt op verzoek van de commissie de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken gewaarborgd is.
De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, indien adviseurs aan de commissie zijn toegevoegd en uitgenodigd, de adviseurs met in achtneming van de werkwijze beschreven in artikel 4 van deze verordening.
De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevinding van de commissie maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.
De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de Commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen.
De secretaris van de commissie draagt er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15 lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid , geldende voor een periode van vijfenzeventig jaar.