Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2015 voor inspraak |
Citeertitel | Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-11-2015 | 04-11-2015 | 01-03-2016 | Onbekend | 27-10-2015 Stadsblad | 15.0922/15.090 |
De burgemeester van Leiden, gelet op artikel 2:28 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen:
Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2015
Artikel 1. Beleidsregels voor aanvraag terrasvergunning
Terrassen zijn alleen mogelijk binnen de projectie van de perceelgrenzen, dat wil zeggen loodrecht vanaf de gevel van het pand. Terrassen die niet tegen de eigen gevel staan, maar bijvoorbeeld aan de overzijde van een rijbaan of looppad, mogen niet binnen een afstand van 4 meter tot panden van derden worden geplaatst. Tenzij daarover overeenstemming is met de eigenaar van de betreffende panden;
Als zich in straten verhoogde trottoirs bevinden, moet op die trottoirs een vrije doorgang (obstakelvrije ruimte) resteren van 1,5 meter. Op de trottoirs van de Stationsweg, de Steenstraat, de Nieuwe Beestenmarkt, de Turfmarkt, het Kort Rapenburg, de Breestraat, de Korevaarstraat, de Lange Mare en de Doezastraat moet de vrije doorgang voor voetgangers minimaal 2 meter bedragen;
In stegen en straten die smaller zijn dan 4 meter en waar de verkeersfunctie gering of afwezig is, zijn terrassen tegen de eigen gevel mogelijk tot 1 meter uit de gevel, tenzij redelijkerwijs te verwachten is dat omwonenden overlast (ten aanzien van geluid en vrije doorgang) zullen ondervinden, en mits de vrije doorgang 1,5 meter bedraagt;
Artikel 2. Algemene nadere regels voor terrassen
De terrasexploitant dient op eerste aanzegging van de gemeente medewerking te verlenen aan projecten, zoals herbestrating, reconstructie van wegen, vernieuwing van kabels en leidingen en dergelijke, en aan gemeentelijke taken in verband met openbare orde en veiligheid, zonder dat hij daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen;
Onder terrasmeubilair wordt verstaan: losse (sta)tafels, stoelen, bankjes zitelementen (inclusief kussens), parasols, plantenbakken, prullenbakken, verlichtings- en verwarmingsobjecten, menukaartstandaarden of menuborden en een uitgiftebuffet. Gecombineerd meubilair (met name grote picknicktafels) zijn niet toegestaan;
De hoogte van de zijwanden is maximaal 1,5 meter. Het dichte deel van de zijwand is maximaal 0,70 m hoog (vanaf maaiveld). De transparante invulling bestaat uit helder kleurloos glas of helder kunststof. Zijwanden worden alleen loodrecht uit de gevel geplaatst en binnen de grenzen, en dus nooit langer dan de lengte (diepte), van het terras. Zijwanden bevatten geen tekst of logo’s;
De burgemeester kan desgevraagd ontheffing verlenen ter zake van dit artikel.
Artikel 5. Intrekken oude regeling
De Actualisatie en aanvulling Nadere regels terrassen 2013 wordt ingetrokken.
Deze regels treden in werking op de dag na bekendmaking.
Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2015’.
In artikel 1, 2 en 3 zijn enkele (beleids)regels opgenomen die van belang zijn bij de vraag of een terrasvergunning verleend kan worden. De hier genoemde regels zijn niet uitputtend. Een aanvraag voor een terrasvergunning wordt altijd getoetst aan de eisen opgenomen in artikel 2:28 van de APV en de daarop gebaseerde nadere regels en voorschriften. Een vergunninghouder moet zich houden aan hetgeen in de artikel 2 tot en met 4 is opgenomen. Wordt er strijdigheid geconstateerd, dan kan handhavend worden opgetreden door het opleggen van een last onder dwangsom/bestuursdwang, dan wel kan de vergunning door de burgemeester worden ingetrokken.
Artikel 4 onder a. is opgenomen wat wordt verstaan onder terrasmeubilair. Op de terrassen is los meubilair toegestaan. Gecombineerd meubilair (met name grote picknicktafels) past niet bij de beeldkwaliteit van de (historische) binnenstad. Fietsenrekken, paaltjes en reclameborden bijvoorbeeld zijn zaken die niet worden aangemerkt als terrasmeubilair.
Artikel 4 onder d. Terrasmeubilair en andere vergunde, objecten op en bij het terras, dienen in een gedekte tint te zijn uitgevoerd. Daarbij moet ter illustratie worden gedacht de standaardkleur voor objecten in de openbare ruimte RAL 7016 (donkergrijs) of de donkergroene kleur van de Leidse Lantaarn. Het gaat erom dat felle, knallende en/of fluorescerende kleuren niet zijn toegestaan. De achtergrond van deze bepaling is de wens om de kleurstelling van het terrasmeubilair en andere objecten en constructies op en bij het terras vooral in de binnenstad te laten aansluiten bij de historische, monumentale sfeer.
Artikel 4 onder f. Achtergrond van deze bepaling is de veiligheid (gebruikers van de rijbaan en trottoirs), de zichtbaarheid, maar ook de beeldkwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte. Bij de loopdoorgang op het trottoir is een kleine overschrijding van de parasol van de terrasgrens toelaatbaar, Een overschrijding mag niet hinderlijk/gevaarlijk zijn voor -voetgangers en geen afbreuk doet aan de beeldkwaliteit van de omgeving.
Artikel 4 onder p. De burgemeester kan desgevraagd ontheffing verlenen ter zake van de Nadere regels met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit van terrassen (artikel 4). In lijn met de structuurvisie ‘Verder met de Binnenstad’ is bijvoorbeeld in het noordoostelijke gedeelte van de binnenstad (’de innoverende stad’) meer diversiteit en contrast mogelijk. Alvorens een besluit te nemen vraagt de burgemeester advies aan de gemeentelijke Toets- en Advies Commissie Openbare Ruimte (TACOR).
Indien er twijfel is of het terras(-meubilair) voldoet aan hetgeen is opgenomen in artikel 4, geldt dat er sprake is van een overtreding van de regels. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld om conform artikel 4 onder q bij de burgemeester een ontheffing aan te vragen. Dit dient plaats te vinden binnen 2 weken na de melding van de overtreding. Gedurende de behandeling van de ontheffing wordt er niet handhavend opgetreden. Wordt de ontheffing niet verleend en wordt daartegen bezwaar gemaakt, dan wordt, alvorens handhavend op te treden, het besluit op het bezwaar afgewacht.
Daar waar gesproken wordt over een (omgevings)vergunning wordt bedoeld een vergunning op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, de Wabo. Daarin is opgenomen dat voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals permanente zijwanden, nagelvaste parasols, nagelvaste parasolvoeten en andere constructies een omgevingsvergunning is vereist. Alvorens tot het plaatsen van dergelijke zaken over te gaan wordt aangeraden contact op te nemen met de gemeente.