Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening houdende bepalingen ter bevordering van de veiligheid van de vaart van passagiersschepen. |
Citeertitel | Passagiersschepenverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
openbare orde en veiligheid
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2006 | nieuwe regeling | 12-01-2006 de Middenstander, 25-01-2006 | Onbekend |
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op een openbaar water binnen de gemeente te varen met een schip met een lengte van 15 meter of meer, bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van een of meer personen buiten de bemanning, of een schip, bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen buiten de bemanning.
De in artikel 2 bedoelde vergunning kan door burgemeester en wethouders worden geweigerd, indien het schip niet voldoet aan eisen met betrekking tot het veilig vervoer van personen, zoals vermeld in de bij deze verordening behorende bijlage. Deze eisen kunnen verschillen met het oog op de omstandigheden van de vaart.
Aan de bedoelde vergunning kunnen voorschriften worden verbonden, indien ouderdom, bijzondere constructie, inrichting, werktuigen of uitrusting van het schip het stellen van deze voorschriften noodzakelijk maken, waarbij het oorspronkelijke scheepstype, voor zover de veiligheid gewaarborgd is, zoveel mogelijk zal worden gerespecteerd.
De eigenaar van een schip waarvoor een vergunning is afgegeven, draagt zorg dat burgemeester en wethouders onverwijld in kennis worden gesteld van:
Ten aanzien van schepen waarvoor een vergunning is afgegeven, wordt in de in het vorige artikel onder a en b genoemde gevallen en bij vermoeden van ernstige gebreken aan het schip in opdracht van burgemeester en wethouders een onderzoek ingesteld. De eigenaar van het schip is verplicht op vordering van burgemeester en wethouders medewerking te verlenen aan dat onderzoek.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid komen de kosten van een onderzoek en daarmee samenhangende werkzaamheden ten laste van burgemeester en wethouders, indien naar aanleiding van een vermoeden ten aanzien van de aanwezigheid van ernstige gebreken aan het schip op grond van het bepaalde in artikel 10 onderzoek is ingesteld en hetzij bij het onderzoek, hetzij na een ingesteld beroep tegen intrekking van de vergunning, gebleken is dat het vermoeden onjuist is geweest.
Voor bestaande passagiersschepen kan het college van burgemeester en wethouders gehoord de in artikel 4, eerste lid, genoemde instantie of deskundige, ontheffing verlenen van eisen zoals vermeld in de bij deze verordening behorende bijlage met uitzondering van reddingsvesten, noodsignalen, gecompenseerd kompas, radio-ontvanger, marifoon, lensinrichting, brandblussers, reddingboeien, ankergerei en verbandtrommel.
De ingevolge deze verordening afgegeven vergunning moet aan boord van het schip aanwezig zijn.
Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn belast:
Aan hen wordt, ieder voor zoveel betreft de zaken welke aan zijn bijzondere opsporing zijn toevertrouwd, de last verstrekt te allen tijde in ruimten die als woning in gebruik zijn ondanks de wil van de bewoners of de gebruikers, binnen te treden, zulks met inachtneming van bepaalde bij de Wet van 31 augustus 1853 (S. 83), laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 23 oktober 1968 (Stb. 567).