Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Jeugdhulp Den Helder 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels Jeugdhulp Den Helder 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Beleidsregels Jeugdhulp Den Helder 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2016 | 01-01-2016 | 01-01-2018 | Onbekend | 02-02-2016 Stadsnieuws 2016, week 6 | a15.01378 |
HOOFDSTUK 1 Definities en begrippen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de jeugdige en/of zijn ouders en zonder beschikking, toegankelijk is en dat is gericht op jeugdhulp.
Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen voorzieningen in de markt, waarmee de gemeente geen bemoeienis heeft en voorzieningen die geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden bekostigd. Deze voorzieningen zijn voorliggend aan de individuele voorziening.
Wanneer het niveau van de basisvoorzieningen in de gemeente hoog is, is er minder reden voor inwoners om aanspraak te maken op individuele voorzieningen. Veel inwoners kunnen dan, ondanks eventuele beperkingen, langer blijven “meedoen”.
Voorbeelden van basisvoorzieningen zijn:
Personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt.
Binnen de uitvoering van de Jeugdwet wordt ernaar gestreefd om ouders zoveel mogelijk zelf verantwoordelijk te houden voor de opvoeding van hun kind. Hier zijn echter meer mensen bij betrokken, want een kind groeit niet op in een geïsoleerde omgeving. Naast de eigen netwerken van mensen zijn er allerlei particuliere initiatieven en vrijwilligersorganisaties in Den Helder die een belangrijke bijdrage leveren aan onderlinge hulp- en dienstverlening en het versterken van de sociale cohesie. Denk bijvoorbeeld aan de vrijwillige hulpdiensten (al dan niet van de buren), buurtteams en maatjesprojecten. Maar hier vallen uiteraard ook de scholen en de sportverenigingen onder.
Algemeen gebruikelijke voorzieningen
Algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn in principe voor iedereen beschikbaar, of mensen nu wel of geen beperking hebben. Wat in een concrete situatie algemeen gebruikelijk is, hangt vaak af van de geldende maatschappelijke normen op het moment van de aanvraag. Algemeen gebruikelijke voorzieningen hoeven niet vanuit de Jeugdwet te worden verstrekt.
Een voorziening is algemeen gebruikelijk als deze:
- niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, én;
- in de reguliere handel verkrijgbaar is, én
- in prijs vergelijkbaar is met soortgelijke producten.
Heel duidelijk zijn deze criteria niet. De jurisprudentie verwoordt het zo:
“een voorziening waarvan aannemelijk is te achten dat belanghebbende daarover ook zou hebben
Voor de beschrijving van de gebruikelijke zorg sluit de gemeente Den Helder aan bij het door het CIZ ontwikkelde protocol gebruikelijke zorg. Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. Wanneer sprake is van gebruikelijke zorg wordt in principe geen individuele voorziening voor zorg of ondersteuning gegeven.
Individuele voorziening (in het kader van specialistische hulp)
Niet alle problemen zijn nabij, in de buurt en via de inzet van het eigen netwerk, informele zorg of basisvoorzieningen op te lossen. Soms hebben inwoners specifieke, specialistische en/of intensieve ondersteuning nodig. Het gaat om een voorziening die vaak bovenlokaal, regionaal of soms zelfs landelijk is georganiseerd, zoals crisisopvang, pleegzorg, jeugdbescherming. Ook als deze ‘zwaardere’ vormen van hulp nodig zijn, blijft het uitgangspunt van nabijheid overeind.
De gemeente mag de voorziening die het goedkoopst adequaat is inzetten. Dit begrip betekent zoveel als dat de voorziening doelmatig moet zijn. Het begrip heeft zowel betrekking op een voorziening in natura als op een persoonsgebonden budget (pgb).
Adequaat gaat over een kwalitatief goede en het best bij de ondersteuningsbehoefte passende voorziening.
Onder cliëntondersteuning wordt verstaan: Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen .
De gemeente Den Helder heeft een overeenkomst met MEE aangaande cliëntenondersteuning. Daarnaast zijn er diverse andere aanbieders die een vorm van cliëntondersteuning bieden in de gemeente Den Helder (Stichting Mantelzorgorganisatie, De Wering etc.).
In een familiegroepsplan staat welke problemen de jeugdige of het gezin heeft, welke hulp nodig is, en wie die hulp geeft. Ouders, familieleden of andere directbetrokkenen kunnen een familiegroepsplan maken. Op deze manier kunnen zij meedenken en mee helpen aan een oplossing. Een jeugdige kan om allerlei redenen hulp nodig hebben, bijvoorbeeld bij opgroei- en opvoedproblemen, zorg vanwege een beperking of psychische behandeling. De familie en het sociale netwerk krijgen in die situaties eerst de gelegenheid om samen een plan voor de hulpverlening te maken. Dit geldt ook als het kind of de jongere te maken heeft met jeugdbescherming. De ouders moeten dan wel het ouderlijk gezag hebben over hun kind. Een familiegroepsplan geeft familie en het sociale netwerk meer verantwoordelijkheid en meer controle. Mensen in het sociale netwerk zijn overigens niet altijd familie; het is ook mogelijk bijvoorbeeld een leraar, bevriende buur of wijkteam te betrekken. In het plan kan zowel hulp uit het eigen netwerk als professionele hulp beschreven worden. Direct betrokkenen hebben het recht om zelf een plan te maken, maar het is geen plicht. Als zij geen plan maken, zal de professionele hulpverlening dat doen.
De cliënt moet motiveren dat het bestaande aanbod van zorg in natura niet passend is. In het plan moet duidelijk worden aangetoond dat de verstrekking van een pgb aantoonbaar leidt tot betere en effectievere ondersteuning. Ook dient de ondersteuning aantoonbaar doelmatiger te zijn, dan een voorziening via Zorg in Natura (ZIN). De gemeente beoordeelt of dit plan voldoet.
De verantwoordelijke gemeente voor de in te zetten hulp is in beginsel de gemeente waar de ouder met gezag woont. Als een jeugdige en zijn of haar ouders hulp nodig hebben, wordt eerst bekeken waar het gezag ligt. Daarna wordt vastgesteld wat het adres is. Zo wordt duidelijk welke gemeente verantwoordelijk is voor de desbetreffende jeugdige. Bij een verhuizing, een wijziging in het gezag of als de jeugdige meerderjarig wordt, verandert de situatie. Voor de nieuwe situatie moet opnieuw worden bepaald welke gemeente op dat moment de verantwoordelijke gemeente is.
Wanneer een GI een aanvullende individuele voorziening binnen het vrijwillig kader (drang) wenselijk acht verstuurt de GI daartoe een door de gemeente ontwikkeld formulier aan het college. Als het college niet binnen 5 werkdagen bezwaar maakt, wordt het voorstel overgenomen. Het college geeft binnen 5 werkdagen een beschikking af aan de jeugdige of zijn ouders.
Een uitzondering geldt voor specifieke jeugdreclasseringstrajecten en/of specifieke gevallen van jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. Het college behoudt altijd de bevoegdheid om, indien het dat nodig acht, voor deze of andere doelgroepen na deze leeftijdsgrens hulp in te zetten. Het betreft hier uitdrukkelijk uitzonderingsgevallen.
HOOFDSTUK 3 Toegangsprocedure: van melding tot aanvraag
In de toegangsprocedure van de gemeente Den Helder, waarborgt het college een deskundige toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van de aangewezen voorziening, waarbij de jeugdige in staat wordt gesteld:
Artikel 5 Vooronderzoek, indienen familiegroepsplan
Het college verzamelt, in overleg met de jeugdige en/of de ouders, alle voor het onderzoek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. Ook is een goede afstemming mogelijk met eventuele andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en inkomen.
Het college maakt zo spoedig mogelijk een afspraak voor een gesprek en brengt de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
De jeugdige of zijn ouders verschaffen aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
HOOFDSTUK 4 Het verstrekken van een individuele voorrziening
Artikel 9 Algemene regels individuele voorziening
Bij de bepaling van de eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders of personen die tot zijn sociale netwerk behoren, zal het college beoordelen of men zelf in staat geacht mag worden een oplossing te vinden voor zijn hulpvraag door te kijken naar alle leefdomeinen aan de hand van de volgende punten:
Artikel 10 Afwijzingsgronden individuele voorziening
Het college mag het verzoek voor een individuele voorziening afwijzen:
Artikel 13 Specifieke regels vervoer
Indien sprake is van vervoer naar andere jeugdhulplocaties dan genoemd in artikel 13, lid 1 en 2 en gelet op de regels beschreven in artikel 12, kan de jeugdige of zijn ouders een beroep doen op een vervoersvoorziening in de vorm van een kilometervergoeding of een vergoeding op basis van het tarief openbaar vervoer.
HOOFDSTUK 6 Persoonsgebonden budget
Een persoonsgebonden budget (pgb) kan een instrument zijn voor de jeugdige en/of zijn ouders om het leven naar eigen wensen en behoeften in te vullen. Het is een verstrekkingsvorm die bij uitstek geschikt is voor mensen die zelf de regie over hun leven kunnen voeren.
Uitgangspunt is dat de jeugdige een individuele voorziening ‘in natura’ krijgt. De mogelijkheid van een toekennen van een pgb bestaat echter, indien de aanvrager dit wenst. Aan het toekennen van een pgb verbindt de wetgever evenwel strenge eisen.
Artikel 15 Kwaliteitseisen pgb
In dit persoonlijk plan is vastgelegd bij wie de pgb-houder zijn ondersteuning, zorg of hulp zal inkopen, wat zijn motivatie is een pgb aan te vragen, op welke manier dit bijdraagt aan zijn participatie en zelfredzaamheid, wat de beoogde resultaten zijn van de ondersteuning, zorg of hulp en hoe de kwaliteit van die hulp is gewaarborgd.
Bij verandering van hulpverlener dient de budgethouder dit door te geven aan het college. Het college toetst opnieuw de kwaliteit van de in te kopen hulp en geeft dit door aan de SVB. De budgethouder stuurt de zorgovereenkomst met de nieuwe hulpverlener naar de SVB. Op basis van goedgekeurde facturen betaalt de SVB de nieuwe hulpverlener uit.
Artikel 17 Afwijzingsgronden pgb
Het college weigert het persoonsgebonden budget op grond van één of meerdere van onderstaande redenen:
De budgethouder aan wie een pgb is verleend komt met de aanbieder in een schriftelijke overeenkomst, de hulpverlening overeen. In de overeenkomst zijn ten minste afspraken opgenomen over de kwaliteit en het resultaat van de hulp, de inschakeling van het type hulpverlener (professional of persoon uit het sociale netwerk) en wijze van declareren.
HOOFDSTUK 7 Waardering van mantelzorgers
Artikel 21 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het Mantelzorgcentrum ontvangt jaarlijks een budget voor de uitvoering van het blijk van waardering voor mantelzorgers, die woonachtig zijn in de gemeente Den Helder. Het Mantelzorgcentrum biedt jaarlijks na overleg met de gemeente en relevante ketenpartners een extra ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers aan voor diverse doelgroepen. Het aanbod kan onder meer bestaan uit: