Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten |
Citeertitel | Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Economische zaken |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2016 | nieuwe regeling | 20-01-2016 | Gemeenteblad 2016, afd. 1, nr. 15 |
Hoofdstuk 3 Staan- of ligplaatsen buiten de markten
Artikel 3.7 Overschrijven vergunning
Onverminderd de weigeringsgronden, genoemd in artikel 6.1, eerste lid onder a en c en artikel 6.1 tweede lid, wordt de vergunning slechts overgeschreven indien het kind gedurende de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste 16 uur per week in dienstbetrekking of als mede-eigenaar in het straathandelbedrijf van de ingeschrevene werkzaam is geweest.
Hoofdstuk 6 Verwijderings-, weigerings- en intrekkingsgronden
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Artikel 7.2 Toezicht op de naleving
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen ambtenaren, personen of categorieën van ambtenaren.
Ten tijde van de Verordening op de straathandel 2008 van kracht zijnde inschrijvingsrechten, vergunningen, ontheffingen of partnerkaarten blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip dat zij met toepassing van deze verordening worden gewijzigd of ingetrokken.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.2 Voorschriften en beperkingen In het eerste lid is aangegeven dat de aan een vergunning verbonden voorschriften strekken ter bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee het vergunningvereiste is gesteld. Dit vloeit voort uit het rechtsstatelijk beginsel dat de uitoefening van bestuursbevoegdheden een wettelijke grondslag moet hebben. Dit beginsel zou ook werking hebben wanneer het in het eerste lid bepaalde niet zou zijn opgenomen. Dit neemt niet weg dat het goed is dat de gemeentelijke wetgever het in de verordening zelf bepaalt. Het gaat hier om de uitoefening van door de gemeenteraad toegekende bevoegdheden met het oog op door de raad aangegeven belangen. Voor de uitvoerende bestuursorganen dienen deze als handelingskader. Het mogen verbinden van voorschriften aan een vergunning is inherent aan de toegekende beschikkingsbevoegdheid. Toch is het opnemen van een bepaling hierover nuttig en duidelijk. In de strafbepaling die in het slothoofdstuk is opgenomen, wordt overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde met straf bedreigd. Dit geldt dus ook voor overtreding van vergunningvoorschriften. Voor de duidelijkheid is de verplichting tot naleving van genoemde voorschriften in het tweede lid van artikel 1.2 opgenomen.
Hoofdstuk 2 Register ambulante handel. Partnerkaart.
Artikel 2.1 Inschrijving in register ambulante handel Een straathandelaar moet zijn ingeschreven in het register voor de ambulante handel om voor een vergunning in aanmerking te komen. Om te voorkomen dat vergunningen onderling worden overgedragen kunnen alleen natuurlijke personen zich inschrijven. Rechtspersonen komen daarvoor niet in aanmerking. Het College kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de eis tot inschrijving. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij vormen van ambulante handel waarvan de staanplaatsen van oudsher langs privaatrechtelijke weg door de grondeigenaar worden uitgegeven, zoals bij oliebollenkramen vaak het geval is. Doorgaans wordt dan ook ontheffing verleend van het verbod om zonder vergunning staanplaats in te nemen. Vanwege het eenmalige of tijdelijke karakter van dergelijke activiteiten is het aanvaardbaar dat van de eis tot inschrijving wordt afgezien. Sinds het vervallen van de vestigingswet Bedrijven 1954 per 18 juli 2007 gelden voor het beroep van straathandelaar geen vakbekwaamheidseisen meer. In verband hiermee is in de verordening de voorwaarde geschrapt dat de inschrijver voldoet aan de eisen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie. Op grond van de Vreemdelingenwet 2000 mogen vergunningen of ontheffingen met betrekking tot staanplaatsen of venten alleen worden verleend aan vreemdelingen die gemeenschapsonderdaan zijn dat wil zeggen die de nationaliteit hebben van een lidstaat van de EU, de EER of van Zwitserland of beschikken over een verblijfsvergunning (art. 8.3, tweede lid Vreemdelingenbesluit 2000). Vreemdelingen die niet aan deze voorwaarden voldoen kunnen derhalve niet in het register ambulante handel worden ingeschreven.
Artikel 2.3 en 2.4 Geldigheidsduur en doorhalen inschrijving De ingeschrevene moet op elk moment aan de in artikel 2.2 gestelde eisen voldoen. Om een regelmatige toetsing mogelijk te maken geldt de inschrijving voor de duur van een jaar en moet zij telkens worden verlengd. De inschrijving wordt doorgehaald als niet langer aan de eisen wordt voldaan. Inschrijving en doorhaling is een bevoegdheid die door de centrale stad wordt uitgeoefend. Doorhaling van de inschrijving in het register heeft tot gevolg dat ook de inschrijving op de sollicitantenlijst van een staanplaats wordt doorgehaald (artikel 3.6). Het leidt er tevens toe dat een verleende vergunning, ontheffing etc. wordt ingetrokken (artikel 6.1).
Artikel 2.5 Partnerkaart en vervanging De houder van een staan- of ligplaatsvergunning is in principe verplicht zijn staanplaats persoonlijk in te nemen (artikel 3.8). De persoonlijke plaatsbezettingsplicht geldt niet indien de plaats wordt ingenomen door de partner van de vergunninghouder, mits deze beschikt over een partnerkaart. In bepaalde gevallen kan aan de vergunninghouder ontheffing worden verleend zich te laten vervangen door een assistent mits deze voldoet aan de in artikel. 2.2 genoemde eisen. Als de afwezigheid verband houdt met vakantie, dan kan de vergunninghouder zich gedurende maximaal zes weken per kalenderjaar laten vervangen. Duurt de afwezigheid langer dan zes weken, dan kan de staanplaats voor de resterende periode niet door een vervanger worden ingenomen. Deze beperking geldt niet als de afwezigheid verband houdt met ziekte, of andere bijzondere omstandigheden die naar het oordeel van het bestuur de afwezigheid van de vergunninghouder rechtvaardigen. Vervanging kan in dat geval voor de duur van de afwezigheid worden toegestaan, met dien verstande dat als dat de vergunninghouder twee jaar lang niet of nauwelijks persoonlijk gebruik van zijn vergunning maakt, zijn plaats op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald (artikel 3.6) en zijn staanplaatsvergunning kan worden ingetrokken (artikel 6.1, vijfde lid onder f).
Hoofdstuk 3 Staan- of ligplaatsen buiten de markten
Artikel 3.1 Vergunningeis De uitoefening van de ambulante handel op een buiten de markt gelegen staan- of ligplaats is aan een vergunning verbonden. Op grond van het tweede lid kunnen verkoopinrichtingen worden aangewezen waarvoor de vergunningeis niet geldt. Het gaat hierbij vooral om inrichtingen voor de verkoop van seizoensgebonden producten, zoals kerstbomen of oliebollen, waarvan de plaatsing van oudsher langs privaatrechtelijke weg door de wegbeheerder wordt geregeld door het verlenen van toestemming voor het gebruik van de grond . De uitgifte van dergelijke plaatsen valt daardoor buiten de normale toewijzingsregels als bedoeld in artikel 3.3. Vanwege het tijdelijke karakter van de handel wordt meestal ook ontheffing verleend van de eis tot inschrijving in het register. Zie ook de toelichting bij artikel 2.1.
Artikel 3.1 Plaatsing op de sollicitantenlijst Voor de plaatsen buiten de markt wordt één centrale sollicitantenlijst bijgehouden. Een gegadigde voor een staan- of ligplaats schrijft zich in in het register voor de ambulante handel en laat zich op de sollicitantenlijst plaatsen. Deze procedure geldt voor zowel lijst- als initiatiefplaatsen. Lijstplaatsen zijn bestaande staan- of ligplaatsen die na verloop van tijd voor toewijzing aan een ander beschikbaar komen. Initiatiefplaatsen zijn nieuwe plaatsen die worden toegewezen aan degene die het initiatief neemt om voor een bepaalde locatie in de openbare ruimte een vergunning aan te vragen. De datum van plaatsing op de sollicitantenlijst bepaalt de volgorde van toewijzing van de lijstplaats.
Artikel 3.3 Toewijzing lijstplaatsen Als een staan- of ligplaats voor heruitgifte beschikbaar komt wordt daarvan aankondiging gedaan op de mededelingsborden van het Stadhuis, op de website van de afdeling Marktzaken van het stadsdeel Centrum, en eventueel op het kantoor van het stadsdeel waar de staan-of ligplaats beschikbaar is gekomen. Binnen de aangegeven periode kunnen gegadigden hun belangstelling voor de plaats schriftelijk kenbaar maken. Nadat de vergunning is verleend vervalt de oorspronkelijke inschrijving van de houder op de sollicitantenlijst, en wordt hij opnieuw op de lijst geplaatst, maar dan onderaan, op de datum van het verlenen van de vergunning. Dit geldt niet voor de initiatiefplaatsen. Nadat de vergunning hiervoor aan de initiatiefnemer is verleend blijft zijn oorspronkelijke inschrijving op de lijst gehandhaafd.
Artikel 3.4 Initiatiefplaatsen en plaatsen zonder inschrijving Een initiatiefplaats wordt de eerste keer aangeboden aan de initiatiefnemer, en krijgt daarna de status van lijstplaats. Dit betekent dat als de initiatiefnemer de plaats bij nader inzien niet zou innemen, hij volgens de regels voor lijstplaatsen als bedoeld in de artikelen 3.2 en 3.3 aan een andere gegadigde wordt toegewezen. Het derde lid biedt de mogelijkheid bijzondere staanplaatsen aan te wijzen, waarop de reguliere plaatsings- en toewijzingsregels niet van toepassing zijn. Voorbeelden hiervan zijn de staanplaatsen bij de Amsterdam Arena, die alleen worden ingenomen als in het stadion activiteiten plaatsvinden, en de rouleerplaatsen voor ijs- en hotdogverkopers in het Centrum, die periodiek van staanplaats wisselen. Op grond van artikel 5.1 kunnen zo nodig nadere regels voor de uitgifte van deze staanplaatsen worden vastgesteld.
Artikel 3.5 Overschrijven plaats sollicitantenlijst De mogelijkheid tot overschrijving van een plaats op de sollicitantenlijst is beperkt tot de partner van de ingeschrevene. Het overschrijvingsrecht is ontstaan vanuit de gedachte dat partners in principe samen de financiële verantwoordelijkheid voor het gezin dragen. Als de ingeschrevene niet langer in staat is om voor het gezinsinkomen te zorgen wordt de partner hiertoe de mogelijkheid geboden door diens plaats op de sollicitantenlijst over te nemen. De partner hoeft niet in het bezit te zijn van een partnerkaart. Wel moet hij of zij zijn ingeschreven in het register voor de ambulante handel. De verordening kent niet de verplichting om het beroep van ambulant handelaar op een bepaalde leeftijd te beëindigen. Het verzoek tot overschrijving kan dan ook op enig moment na het bereiken van de 58-jarige leeftijd worden gedaan In andere gevallen dient het verzoek te worden gedaan binnen acht weken nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die het recht op overschrijving vestigen. Het verzoek wordt in principe samen ingediend. Het overschrijven van rechten is slechts eenmaal mogelijk. De partner aan wie de plaats op de sollicitantenlijst is overgedragen heeft gekregen kan deze later niet meer aan een andere partner overdragen. Kinderen komen niet voor overschrijving van rechten op de wachtlijst in aanmerking; alleen voor het overschrijven van de staanplaatsvergunning van hun ouders (artikel 3.7). Zij moeten zich in het register ambulante handel en op de sollicitantenlijst voor staanplaatsen inschrijven voordat de vergunning kan worden overgeschreven.
De partner kan de door overschrijving verkregen rechten niet meer aan anderen overdragen. Overschrijving is dus slechts eenmaal mogelijk.
Artikel 3.6 Doorhalen plaats sollicitantenlijst Zonder inschrijving in het register voor de ambulante handel kan men niet als straathandelaar optreden. Beëindiging van de inschrijving in het register impliceert derhalve dat de plaats op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald. De bevoegdheid tot plaatsing en doorhalen daarvan op de sollicitantenlijst voor staanplaatsen buiten de markten is niet door het college gedelegeerd, anders dan bij de sollicitantenlijsten voor de markten het geval is.
Artikel 3.7 Overschrijven vergunning Overschrijving van de inschrijving op de lijst gaat samen met het overschrijven van de vergunning op naam van de partner. Deze krijgt overigens niet de anciënniteit van de vergunninghouder toegewezen. Op grond van het vierde lid wordt de partner op de datum van vergunningverlening op de lijst geplaatst, overeenkomstig artikel 3.3. Als de partner niet om overschrijving vraagt kan de vergunning worden overgeschreven op naam van een kind van de houder, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van het derde lid. Er geldt geen verplichting het beroep van straathandelaar op 58-jarige leeftijd te beëindigen. Een verzoek tot overschrijving van de vergunning kan op enig moment na het bereiken van die leeftijd worden gedaan. Een verzoek tot overschrijving wegens blijvende ongeschiktheid om de ambulante handel uit te oefenen moet ten genoegen van het college worden onderbouwd. Een medisch onderzoek door een onafhankelijk keuringsarts, waaruit de ongeschiktheid blijkt, zal hiervoor doorgaans noodzakelijk zijn. Het overschrijven van de vergunning op naam van anderen dan de levenspartner of een kind is niet meer mogelijk.
Artikel 3.8 Plaatsbezetting Het eerste lid verplicht de vergunninghouder zijn plaats persoonlijk in te nemen. Het derde lid bepaalt de omvang van de plaatsbezettingsplicht.
Seizoenstaanplaatshouders kunnen bij vakantie zich niet voor de volle termijn van zes weken per jaar laten vervangen (vierde lid). De duur van de ontheffing wordt bepaald door de mate waarin van de staanplaats gebruik wordt gemaakt.
Artikel 3.9 Vervangen De in artikelen 3.8 en 3.9 genoemde verplichtingen bevorderen de doorstroming en dragen bij aan een goed functionerend plaatstoewijzingsysteem. Uiteraard kunnen zich omstandigheden voordoen waarin vervanging nodig is. Deze worden in het tweede lid van artikel 3.9 genoemd. Als de vervanging verband houdt met ziekte of andere bijzondere omstandigheden is de ontheffing, anders dan bij vakantie, niet aan een termijn gebonden, Niettemin zijn er grenzen gesteld aan de duur van de afwezigheid. Als de vergunninghouder twee jaar lang niet of nauwelijks persoonlijk gebruik van zijn plaats maakt, wordt de inschrijving op de sollicitantenlijst doorgehaald (artikel 3.6, onder c ). Bovendien kan ook de vergunning worden ingetrokken (artikel 6.1, vijfde lid, onder f). Zie ook de toelichting bij artikel 2.5
Artikel 3.11 Ontruiming staanplaats Dit artikel geeft het college bevoegdheden voor bijzondere omstandigheden, zoals het recht om de staanplaats tijdelijk niet te doen houden, of de handel in bepaalde producten in het belang van de veiligheid of gezondheid te verbieden. Kooplieden kunnen eventueel worden verplicht hun plaats te ontruimen in verband met bijvoorbeeld de uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte, of een andere plaats in te nemen als dat van belang is voor het functioneren van de markt.
Artikel 4.1 Vergunningeis Bij het venten worden waren te koop aangeboden, zonder dat de handelaar beschikt over een staanplaats of marktkraam van waaruit de waren worden verkocht. Op grond van artikel 4.5 kunnen gebieden worden aangewezen waar niet mag worden gevent, bijvoorbeeld omdat het intensieve gebruik van de openbare ruimte dit niet toelaat. Venten geldt als de meest laagdrempelige vorm van straathandel, en kent geen sollicitantenlijst. Hierdoor is het niet mogelijk een ventvergunning over te schrijven of zich als venter te laten vervangen. Aan het venten met bepaalde waren of soorten van waren kunnen beperkingen worden gesteld. Ook kan het aantal te verlenen vergunningen aan een maximum worden verbonden.
Artikel 4.3 Op dezelfde plaats blijven staan Kenmerkend voor de venter is dat hij geen vaste plaats inneemt om zijn waren te verhandelen. Het venten is daarmee de meest ambulante vorm van straathandel. Om dit karakter te behouden en ongewenste marktvorming door een concentratie van ventactiviteiten te voorkomen, is voorgeschreven dat de venter niet langer op dezelfde plaats blijft staan dan nodig is om zijn klanten te bedienen.
Artikel 4.4 Verbod op vervangen Bij zijn afwezigheid kan de venter zich niet door een andere laten vervangen. Hij mag zich tijdens het venten wel door iemand laten assisteren.
Artikel 4.5 Ventverbod op aangewezen plaatsen en tijden De bevoegdheid om op bepaalde plaatsen en tijden een ventverbod in te stellen is overgedragen aan de stadsdelen.
Art. 5.1 Nadere regels Deze regeling ademt de sfeer van een raamverordening. Daarom wordt het aan het college overgelaten met betrekking tot een groot aantal onderwerpen nadere regels vast te stellen.
Hoofdstuk 6 Verwijderings-, weigerings- en intrekkingsvoorschriften
Artikel 6.1 Weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen Om praktische redenen zijn in dit artikel de weigerings- en intrekkingsgronden voor de meeste beschikkingen inzake de uitoefening van de straathandel opgenomen (staanplaats- en ventvergunningen, ontheffingen, partnerkaarten etc.)
Artikel 7.1 Strafbepaling De in dit artikel genoemde strafmaxima zijn ontleend aan de Gemeentewet.
Artikel 7.2 Toezicht op de naleving De bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders op de naleving van de bepalingen van deze verordening is overgedragen aan de stadsdelen.
Artikel 7.3 Overgangsbepaling Besluiten (vergunningen etc.) die onder de Verordening op de straathandel 2008 zijn genomen blijven op grond van het overgangsrecht van kracht totdat hun looptijd eindigt of zij met toepassing van de nieuwe verordening worden gewijzigd of ingetrokken. Anciënniteitsrechten die onder de oude verordening door inschrijving op een sollicitantenlijst zijn opgebouwd houden bij de inwerkingtreding 13
van de nieuwe verordening eveneens hun geldigheid. Bij de inwerkingtreding van deze verordening komt het recht te vervallen om een vergunning voor een plaats op of buiten de markt aan anderen dan de partners of kinderen van de houders over te schrijven. Gelet op de negatieve effecten van deze regeling is ervan afgezien hiervoor een overgangsregeling te treffen (zie de toelichting bij artikel 3.7).
Artikel 7.4 Hardheidsbepaling De mogelijkheden tot toepassing van de hardheidsclausule zijn limitatief opgesomd. In andere gevallen kan niet van de verordening worden afgeweken.