Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | Onbekend | 25-11-2015 Onbekend | Onbekend |
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel, ieder voor zover zij bevoegd zijn;
het Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, d.d. 7 oktober 2015, vast te stellen waardoor de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid per 1 januari 2016 als volgt komt te luiden:
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO GELDERLAND-ZUID
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, het gemeentebestuur, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris onderscheidenlijk de veiligheidsregio, het bestuur van de veiligheidsregio, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de algemeen directeur .
HOOFDSTUK 2 BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen:
Artikel 5 Taken en bevoegdheden
Ter behartiging van de in artikel 4 genoemde belangen is de veiligheidsregio belast met de uitvoering van de volgende taken en beschikt zij - onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de wet - over de daarbij behorende bevoegdheden:
het waarschuwen van de bevolking, het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting, het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet veiligheidsregio's;
De dienstverlening geschiedt op basis van een overeenkomst tussen de veiligheidsregio en de gemeente of het openbaar lichaam dat het aangaat. In deze dienstverleningsovereenkomst (dvo) wordt neergelegd welke prestaties de veiligheidsregio zal leveren, de kosten die daarvoor in rekening worden gebracht en de voorwaarden waaronder tot dienstverlening wordt overgegaan.
Artikel 8 Wijziging van ondergeschikt belang
Het algemeen bestuur kan zelfstandig besluiten tot wijziging van deze gemeenschappelijke regeling, indien de voorgestelde wijziging van ondergeschikt belang is, geen uitbreiding betreft van de overgedragen bevoegdheden en als daartoe door het algemeen bestuur wordt besloten met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal stemmen.
HOOFDSTUK 3 HET ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 10 Samenstelling en zittingsduur
De burgemeesters van de deelnemende gemeenten zijn lid van het algemeen bestuur.
Artikel 11 Vergaderorde en besloten vergaderingen
De hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Nederland, een vertegenwoordiger van de politie Oost Nederland, de Regionaal Militair Commandant West en de voorzitter van het waterschap Rivierenland ontvangen een uitnodiging om deel te nemen aan vergaderingen van het algemeen bestuur. Zij hebben geen stemrecht.
Besluiten betreffende de begroting, de wijzigingen daarvan en de rekening en besluiten tot het doen van een uitgaaf voordat de begroting of de begrotingswijziging waarbij deze uitgaaf is geraamd is goedgekeurd, alsmede besluiten betreffende het regionaal beleidsplan worden genomen op basis van gewogen stemrecht, waarbij elke gemeente voor iedere 20.000 inwoners of gedeelte daarvan één stem heeft.
HOOFDSTUK 4 HET DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 12 Taken en bevoegdheden
Aan het dagelijks bestuur is in elk geval opgedragen:
Artikel 16 Commissies van advies
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen commissies van advies instellen, met inachtneming van artikel 24 van de wet.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerste lid dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten van dit voornemen op de hoogte zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis te brengen van het algemeen bestuur.
HOOFDSTUK 8 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN ONTSLAG
Artikel 20 De leden en de voorzitter van het algemeen bestuur ten opzichte van raden
De voorzitter van het algemeen bestuur verstrekt na afloop van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis, aan de raden van de getroffen gemeenten informatie over het verloop van de gebeurtenissen en de besluiten die hij heeft genomen. Met inachtneming van artikel 40 van de Wet veiligheidsregio's geschiedt de informatieverstrekking door middel van een verslag, het schriftelijk beantwoorden van vragen en/of het in de raadsvergadering verstrekken van mondelinge inlichtingen.
HOOFDSTUK 10 AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 25 Directie en overig personeel
Voor de benoeming, schorsing en ontslag van de Directeur Publieke Gezondheid besluit het algemeen bestuur in overeenstemming met het bestuur van de GGD Gelderland-Zuid, voor zover deze functionaris is belast met de operationele leiding van de GHOR als bedoeld in artikel 32 van de Wet veiligheidsregio’s.
Artikel 27 Regeling inzake vergoeding van werkzaamheden
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van de artikelen 21 en 25 van de wet voor de leden van een commissie als bedoeld in artikel 17 van deze regeling, die niet de functie van burgemeester, wethouder of secretaris vervullen in een deelnemende gemeente, een regeling inzake de vergoeding van hun werkzaamheden, respectievelijk voor het bijwonen van vergaderingen een tegemoetkoming in de kosten vaststellen.
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van artikel 24 van de wet bepalen dat de leden van een commissie als bedoeld in artikel 16 van deze regeling, die niet de functie van burgemeester, wethouder, raadslid of secretaris vervullen in een deelnemende gemeente, een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen ontvangen.
HOOFDSTUK 13 HET BELEIDSPLAN , HET CRISISPLAN EN HET BELEIDSPROGRAMMA
HOOFDSTUK 14 FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 31 Administratie en controle
Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Artikel 212 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst. Artikel 213 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 33 Bijdragen van de gemeenten
Indien aan het algemeen bestuur blijkt dat een deelnemende gemeente weigert de in de vorige leden van dit artikel bedoelde bijdragen in zijn begroting op te nemen, doet het algemeen bestuur aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
Het dagelijks bestuur biedt de jaarrekening over het afgelopen jaar en het jaarverslag, met daarbij gevoegd de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 213, derde lid van de Gemeentewet, jaarlijks vóór 1 april ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan onder gelijktijdige toezending aan de besturen van de gemeenten.
HOOFDSTUK 16 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Artikel 37 Wijziging en opheffing
Elke deelnemende gemeente en het algemeen bestuur is bevoegd een wijziging in de regeling aan de besturen van de deelnemende gemeenten in overweging te geven via een daartoe strekkend voorstel. Het dagelijks bestuur zendt het voorstel van het algemeen bestuur toe aan de besturen van de deelnemende gemeenten.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Conform artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s treffen de colleges van burgemeester en wethouders de gemeenschappelijke regeling voor de veiligheidsregio.
De bestaande regeling is in het verleden goedgekeurd door raden, colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Gezien deze besluitvorming wordt aan de drie genoemde bestuursorganen gevraagd in te stemmen met voorliggende wijziging. Door in te stemmen met de voorgestelde wijzigingen, wordt ook ingestemd met het alsnog in overeenstemming brengen van de gemeenschappelijke regeling met artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s.
De raden en burgemeesters zijn daardoor vanaf 1-1-2016 geen deelnemer meer in de gemeenschappelijke regeling. Bij eventuele nieuwe wijzigingen in de toekomst zijn de colleges bevoegd om wijzigingen aan te brengen. De raden dienen op grond van artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen overigens wel goedkeuring te verlenen voor het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling, alvorens het college daartoe kan overgaan. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel zijn enkele termen die in de gemeenschappelijke regeling regelmatig terugkomen, uiteen gezet. De begripsomschrijvingen a t/m f spreken voor zich.
Artikellid1, lid 1, sub c vervalt, omdat door de invoering van de nationale politie per 1 januari 2013 er geen regionaal college van de regiopolitie Gelderland-Zuid meer bestaat.
Met de komst van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen zijn bepalingen
herschreven en verduidelijkt en zijn verwijzingen in de gemeenschappelijke regeling naar de Gemeentewet van vóór 2002 niet meer nodig. Het geheel is nu leesbaarder geworden.
Artikellid 1, lid 1, sub g vervalt daardoor.
De verwijzing in artikel 1, lid 2 naar de bestuurssecretaris vervalt, omdat de algemeen directeur van de veiligheidsregio eindverantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie en de bestuurssecretaris onder zijn verantwoordelijkheid valt.
In dit artikel wordt het openbaar lichaam geïntroduceerd. Ingevolge artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: wet) is het openbaar lichaam rechtspersoon.
In dit artikel komt tot uiting de samenvoeging van de (oude) gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek tot de nieuwe gemeente Berg en Dal per 1 januari 2016.
In artikel 12 van de wet is bepaald dat het bestuur van het openbaar lichaam uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter bestaat. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. Zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur wordt voorgezeten door de voorzitter.
Indien er een bestuurscommissie wordt ingesteld, ontstaat er een vierde bestuursorgaan. In artikel 16 van de regeling wordt daartoe de mogelijkheid geboden.
In artikel 10 lid 1 van de wet is bepaald dat de regeling het belang of de belangen waarvoor zij is getroffen vermeldt.
Overeenkomstig de Wet veiligheidsregio's, behartigt de Veiligheidsregio allereerst de belangen op het gebied van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en het voorzien in de meldkamerfunctie. Daarnaast is er in Gelderland-Zuid voor gekozen dat de veiligheidsregio - als publieke ambulancedienst - ook de belangen op het gebied van de ambulancezorg behartigt.
Omdat landelijk een ontwikkeling gaande is waarbij de Veiligheidsregio ook op andere veiligheidstaken een steeds belangrijkere taak krijgt, is in de regeling opgenomen dat de Veiligheidsregio ook de belangen inzake sociale veiligheid behartigt.
Het gaat hier met name over onderwerpen, waarvan de deelnemende gemeenten vinden dat regionale afstemming nodig is. Dan gaat het bijvoorbeeld over afspraken over de ontwikkeling van het veiligheidshuis, evenementen, antidiscriminatievoorziening, aanpak hennepteelt en de aanpak van overlastgevende en kwetsbare personen.
Artikel 5 Taken en bevoegdheden
De in artikel 4 genoemde belangen worden behartigd door uitvoering te geven aan de in dit artikel genoemde taken. Daarbij beschikt de veiligheidsregio over de bevoegdheden die hier zijn opgesomd.
Op grond van artikel 10 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AB 2002, 209 en AB 2002, 210) is ervoor gekozen om de bevoegdheden zo precies mogelijk te beschrijven.
In de beschrijving zijn zowel de bevoegdheden opgenomen, die rechtstreeks bij wet aan het bestuur van de veiligheidsregio worden geattribueerd, als de bevoegdheden die door de deelnemende gemeenten aan het bestuur zijn overgedragen. De opgesomde bevoegdheden worden uitgeoefend door het algemeen bestuur, die er uiteraard voor kan kiezen om bepaalde bevoegdheden te delegeren aan het dagelijks bestuur.
Bevoegdheden die een openbaar lichaam met rechtspersoonlijkheid van rechtswege bezit om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer, zoals privaatrechtelijke bevoegdheden (o.a. sluiten overeenkomsten) en de bevoegdheid tot het oprichten van een stichting, zijn in dit artikel niet opgenomen.
In onderstaand schema is opgenomen welke taken en bevoegdheden - op grond van de Wet Veiligheidsregio's - rechtstreeks aan het bestuur van de veiligheidsregio zijn geattribueerd. Voor wat betreft de precieze inhoud van deze taken en bevoegdheden wordt verwezen naar de wet en de daarbij horende Memorie van Toelichting.
De taken en bevoegdheden die samenhangen met de Regionale Ambulancevoorziening zijn genoemd in artikel 5 sub c en g van de regeling.
In artikel 5 sub w is tot uitdrukking gebracht dat de veiligheidsregio zaken aan de orde kan stellen waarvan de deelnemende gemeenten vinden dat afstemming nodig is. Deze belangen zijn genoemd in artikel 4 sub f. Met name voor het subterrein 'sociale veiligheid' kan dit een belangrijk instrument zijn.
Artikel 5 sub aa is een kapstokartikel, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat ook andere taken en bevoegdheden - bijvoorbeeld als die in toekomstige wet- en regelgeving aan de veiligheidsregio worden opgedragen - kunnen worden uitgeoefend, zonder dat daarvoor de gemeenschappelijke regeling gewijzigd hoeft te worden.
Artikel 5 sub y: overdracht brandweertaken
Per 1 januari 2013 is door de regionalisering van de brandweer de veiligheidsregio verantwoordelijk voor het voorkomen, beperken, en bestrijden van brand, alsmede voor het beperken en het bestrijden van gevaar voor mensen en dieren, anders dan door brand. De bijzin kan vervallen, omdat alle gemeenten de brandweertaken hebben overgedragen.
Artikel 5 sub z is de mogelijkheid beschreven om in overeenstemming met artikel 31a van de wet tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappijen, etc. te besluiten indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Zo’n besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Artikel 7 Dienstverleningsovereenkomst
De Veiligheidsregio levert een aantal diensten (basispakket) voor alle gemeenten op hetzelfde kwaliteitsniveau. Het is mogelijk dat gemeenten het wenselijk achten dat daarnaast ook andere diensten worden verricht (pluspakket), dan wel dat de dienstverlening op bepaalde onderdelen op een hoger kwaliteitsniveau wordt verricht. Artikel 7 biedt de mogelijkheid om met een gemeente een dienstverleningsovereenkomst af te sluiten, waarin concrete afspraken worden gemaakt over de activiteiten die de Veiligheidsregio ten behoeve van een gemeente verricht.
Ook met andere openbare lichamen, zoals de politieregio of het waterschap, kan een dienstverleningsovereenkomst worden afgesloten.
Artikel 8 Wijziging van ondergeschikt belang
Door de komst van de nieuwe (gewijzigde) wet is in artikel 10 van deze wet bepaald dat het algemeen bestuur van de veiligheidsregio niet kan besluiten tot uitbreiding van de overgedragen bevoegdheden. Het oude artikel 7 bepaalde dat het algemeen bestuur kon besluiten tot wijzigingen in de bevoegdheden indien zij van van ondergeschikt belang zijn. Dit kan niet meer.
In het nieuwe artikel is daarom bepaald dat het algemeen bestuur met tweederde meerderheid kan besluiten tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling indien de voorgestelde wijziging van ondergeschikt belang is en geen uitbreiding betreft van de overgedragen bevoegdheden.
Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de vernummering van een artikel vanwege nieuwe wet- en regelgeving of verandering van naam van een deelnemende gemeente.
Artikel 9 Taken en bevoegdheden
Ingevolge artikel 12 lid 2 van de wet staat het algemeen bestuur aan het hoofd van het openbaar lichaam. Bevoegdheden die niet aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of een bestuurscommissie zijn overgedragen behoren het algemeen bestuur toe, alsmede bevoegdheden die in de regeling expliciet aan het algemeen bestuur zijn opgedragen.
In het tweede lid is opgenomen dat het algemeen bestuur - naast de gebruikelijke voorbehouden - ook de bevoegdheid om het beleidsplan en het crisisplan vast te stellen, niet kan delegeren aan het dagelijks bestuur. Hiervoor is gekozen omdat deze plannen dermate essentieel zijn voor de veiligheidsregio, dat het van belang is dat alle deelnemers zich hierover kunnen uitspreken.
Lid 2, sub h “het heffen van rechten” vervalt, omdat op dit moment de veiligheidsregio geen rechten heft.
Artikel 10 Samenstelling en zittingsduur
Op grond van artikel 11 van de Wet veiligheidsregio's bestaat het algemeen bestuur van de veiligheidsregio uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het is dus niet mogelijk om een wethouder als vertegenwoordiger aan te wijzen. De reden daarvoor is dat de portefeuille openbare orde altijd tot de verantwoordelijkheid van de burgemeester behoort, die ook het gezag heeft bij calamiteiten. Tevens wordt zo geborgd dat vergaderingen van het algemeen bestuur van de veiligheidsregio en het regionaal college van politie, gelijktijdig kunnen plaatsvinden. Indien de burgemeester verhinderd is, wordt zijn plaats overigens ingenomen door de loco-burgemeester.
Artikel 11 Vergaderorde en besloten vergaderingen
In dit artikel wordt de werkwijze van het algemeen bestuur globaal beschreven. De meeste bepalingen spreken voor zich.
Uit artikel 11, lid 3 van de regeling blijkt dat het algemeen bestuur beslist bij gewone meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft.
Alleen bij besluiten betreffende de begroting, de wijzigingen daarvan en de rekening en besluiten tot het doen van een uitgaaf voordat de begroting of de begrotingswijziging waarbij deze uitgaaf is geraamd is goedgekeurd, alsmede besluiten betreffende het regionaal beleidsplan is voorzien in de mogelijkheid om op basis van stemgewicht te stemmen, waarbij elke gemeente voor iedere 20.000 inwoners één stem heeft. Zie artikel 11, lid 10.
Het oud lid 4 kan vervallen in verband met de regionalisering van de brandweer.
De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar (artikel 22 lid 3 van de wet. Het vierde en vijfde lid van artikel 22 van de wet regelen de procedure die moet worden gevolgd om een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden. Artikel 11, lid 8 bevat een lijst van onderwerpen waarover in ieder geval niet in beslotenheid vergaderd of besloten mag worden. Deze lijst is gebaseerd op artikel 24 van de Gemeentewet.
Op grond van artikel 12 van de Wet veiligheidsregio's dienen de hoofdofficier van justitie en de voorzitter van het waterschap een uitnodiging te ontvangen voor alle vergaderingen. In de regio Gelderland-Zuid is het daarnaast gewoonte dat ook de districtschef Gelderland-Zuid en regionaal militair commandant West worden uitgenodigd voor vergaderingen. Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel 11, lid 5. Deze functionarissen kunnen actief deelnemen aan de vergaderingen, maar hebben geen stemrecht.
Artikel 13 van de Wet veiligheidsregio's maakt duidelijk dat ook de Commissaris van de Koning dient te worden uitgenodigd om bij vergaderingen aanwezig te zijn. De commissaris kan zich laten vertegenwoordigen. Formeel gezien heeft deze functionaris geen recht om deel te nemen aan de vergadering. Indien de leden van het algemeen bestuur daartegen geen bezwaren uiten, is actieve deelname aan de vergadering uiteraard wel mogelijk. Ook deze functionaris heeft overigens geen stemrecht.
Artikel 12 Taken en bevoegdheden
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich. De inhoud van dit artikel is redactioneel aangepast conform artikel 33b van de wet. Daarnaast zijn in de subleden i, j, k en l aanvullende bevoegdheden beschreven die al in de huidige regeling zijn genoemd.
Artikel 13 Samenstelling en zittingsduur
In dit artikel is geregeld hoe het dagelijks bestuur wordt samengesteld. Vastgesteld is dat de zittingsduur van de leden - met uitzondering van de voorzitter - maximaal vier jaar is. Daarbij is het aan te raden om een aftreedschema te hanteren, zodat vooraf inzichtelijk is wanneer een vacature ontstaat. Overigens is in de regeling voorzien in de mogelijkheid dat een lid van het dagelijks bestuur zich na het verstrijken van die periode opnieuw verkiesbaar stelt. Een zittingsperiode van langer dan 8 jaar zal in het algemeen echter niet wenselijk worden geacht, omdat dit de doorstroming kan blokkeren.
Artikel 14 Werkwijze en vergaderorde
In dit artikel wordt de werkwijze van het dagelijks bestuur globaal beschreven. De bepalingen spreken voor zich.
Het oude lid 3 kan vervallen, omdat alle gemeenten de brandweertaken, zoals beschreven in artikel 5, sub y, hebben geregionaliseerd.
De reden van dit nieuwe artikellid 1 is artikel 11, lid 2 van de Wet veiligheidsregio’s.
Als plaatsvervangend voorzitter is de burgemeester van Tiel aangewezen door het algemeen bestuur.
Aan de voorzitter komen de gebruikelijke bevoegdheden toe, zoals het leiden van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur, het ondertekenen van stukken en het in rechte vertegenwoordigen van de veiligheidsregio.
Daarnaast is in artikel 15, lid 7 van de regeling opgenomen in welke artikelen van de Wet veiligheidsregio's, rechtstreeks taken en bevoegdheden aan de voorzitter worden geattribueerd. Het gaat hierbij om de volgende bevoegdheden:
Artikel 15, lid 8 kan vervallen, in verband met de invoering van de nieuwe Politiewet 2012.
In artikel 24 van de Wgr is bepaald dat het algemeen bestuur van het openbaar lichaam commissies van advies kan instellen. Het algemeen bestuur regelt de bevoegdheden en de samenstelling. In het tweede lid van bedoeld artikel is bepaald dat de instelling van vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter eveneens geschiedt door het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter dienen hiertoe voorstellen in.
Andere commissies van advies (ad hoc commissies) aan het dagelijks bestuur of aan de voorzitter worden, volgens artikel 24 lid 3 van de Wgr door het dagelijks bestuur, onderscheidenlijk de voorzitter ingesteld.
In dit artikel wordt de mogelijkheid geboden om bestuurscommissies in te stellen. Aan dergelijke commissies kunnen bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur worden overgedragen, met uitzondering van de bevoegdheden die op grond van artikel 9 lid 2 ook niet aan het dagelijks bestuur overgedragen mogen worden.
Op dit moment wordt nog geen gebruik gemaakt van bestuurscommissies. Omdat niet uit te sluiten is dat dit in de toekomst wel gewenst kan zijn, is in de regeling de mogelijkheid geopend om bestuurscommissies in te stellen.
De bevoegdheden van het dagelijks bestuur kunnen niet dan op voorstel van het dagelijks bestuur worden overgedragen. Voordat het algemeen bestuur overgaat tot het instellen van een bestuurscommissie dienen de raden van de deelnemende gemeenten - op grond van artikel 25, lid 2 van de wet – van dit voornemen op de hoogte te zijn gesteld en in de gelegenheid te zijn hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen conform artikel artikel 25, lid 2 van de nieuwe (gewijzigde) wet. In de oude Wet gemeenschappelijke regelingen moest aan de raden om een verklaring van geen bezwaar worden gevraagd.
Overeenkomstig de ambtelijk eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur staat deze functionaris het algemeen en dagelijks bestuur en de voorzitter terzijde in de uitoefening van hun taak.
Stukken die van het bestuur uitgaan worden door de algemeen directeur medeondertekend.
HOOFDSTUK 8 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN ONTSLAG
Intergemeentelijke samenwerking is verlengd lokaal bestuur. De doelstelling van de Wgr is daarom het aanhalen van de bestuurlijke en financiële banden tussen het samenwerkingsverband en de deelnemende gemeenten. Onderdeel hiervan vormt de politieke controle. De artikelen 16 en 17 van de wet bepalen dat de regeling bepalingen inhoudt met betrekking tot het verstrekken van inlichtingen, het afleggen van verantwoordelijkheid en over de terugroepingsmogelijkheid. In hoofdstuk 8 van de regeling zijn deze artikelen opgenomen.
Artikel 18 DB en voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur
Dat de leden van het dagelijks bestuur, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, desgevraagd verantwoording dienen af te leggen over het door hen gevoerde bestuur, vloeit voort uit artikel 16 lid 1 van de Wgr.
Hoewel de wet hiertoe niet verplicht, bepaalt de regeling dat de leden van het dagelijks bestuur ongevraagd alle informatie aan het algemeen bestuur geven die nodig is voor een juiste beoordeling van het te voeren en gevoerde bestuur.
In de regeling is tevens bepaald dat de leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, kunnen worden ontslagen, indien een lid niet langer het vertrouwen bezit van het algemeen bestuur. Aansluiting is gezocht bij de vertrouwensregel en de procedure tot opzeggen van het vertrouwen van wethouders zoals vastgelegd in de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet.
Omdat de voorzitter via een koninklijk besluit wordt benoemd, kan het algemeen bestuur hem niet ontslaan. Mocht de voorzitter het vertrouwen van het algemeen bestuur verliezen, dan resteert de mogelijkheid om bij de Minister van Veiligheid en Justitie aan te dringen op ontslag, waarbij het ontslag slechts gebaseerd kan zijn op artikel 11, lid 2 Wet veiligheidsregio's.
Artikel 19 AB en DB ten opzichte van de raden
Ook in artikel 19 is ervoor gekozen - ondanks dat de Wgr daartoe niet verplicht - dat het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur de raden ongevraagd alle informatie verstrekken die nodig is voor een juiste beoordeling van het te voeren en gevoerde bestuur.
In geval van een verzoek om informatie, wordt er naar gestreefd om binnen één maand na een verzoek om inlichtingen, de informatie te verstrekken. Afwijking van deze termijn is mogelijk door daarvan schriftelijk mededeling te doen onder opgaaf van de redenen die tot de vertraging hebben geleid.
Artikel 20 Leden ten opzichte van raden
De burgemeester is op grond van artikel 11, lid van de Wet veiligheidsregio’s lid van het algemeen bestuur. In artikel 19 van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt vermeld dat als de regeling wordt getroffen door colleges van burgemeester en wethouders artikel 16 eerste, tweede, derde en vijfde lid van overeenkomstige toepassing. Ter uitwerking van het bepaalde in artikel 16, lid 1 van de wet geeft een lid van het algemeen bestuur zijn raad alle inlichtingen, die door de raad of één of meer leden van die raad worden verlangd.
Ter uitwerking van het bepaalde in artikel 16, lid 3 van de wet legt een lid van het algemeen bestuur aan de raad, verantwoording af over het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.
Gelet op het bepaalde in artikel 11, lid 1 van de Wet veiligheidsregio's - waarin imperatief is bepaald dat het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten - is niet voorzien in de mogelijkheid dat de raad bevoegd is om de burgemeester te ontslaan als lid van het algemeen bestuur. Artikel 11, lid 1 van de Wet veiligheidsregio's (lex specialis) heeft immers voorrang op artikel 16, lid 4 van de wet (lex generalis).
Uiteraard staat het de gemeenteraad wel vrij om het vertrouwen in de burgemeester op te zeggen, indien sprake is van een zodanig ernstige vertrouwensbreuk dat verder functioneren niet wenselijk wordt geacht.
In dit artikel is ten slotte opgenomen dat de voorzitter verplicht is om, na afloop van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis, aan de raden van getroffen gemeenten informatie te verschaffen. Artikel 40 van de Wet veiligheidsregio's schrijft voor dat de voorzitter na afloop van zo'n ramp of crisis een schriftelijk verslag uitbrengt aan de raden van de getroffen gemeenten, in overeenstemming met de burgemeesters die deel uitmaakten van het regionaal beleidsteam. Voorts dienen de schriftelijke vragen die de raden na ontvangst van het verslag stellen te worden beantwoord. Ten slotte bestaat de mogelijkheid dat de voorzitter - indien een raad daaraan behoefte heeft - in een vergadering mondeling inlichtingen verstrekt over de besluiten die hij heeft genomen.
De voorzitter legt niet rechtstreeks verantwoording af aan de raad. Wel heeft de raad de mogelijkheid om zijn standpunt over het door de voorzitter genomen besluit schriftelijk kenbaar te maken aan de Minister van Veiligheid en Justitie , door tussenkomst van de commissaris der Koning.
Artikel 21 Reglement van orde algemeen bestuur
In artikel 22, lid 1 van de wet is geregeld dat het algemeen bestuur voor zijn vergaderingen een reglement van orde vaststelt. In het reglement van orde kan worden bepaald dat de vergaderingen gelijktijdig met de vergaderingen van het regionaal college plaatsvinden.
Artikel 22 Reglement van orde dagelijks bestuur
Ook het dagelijks bestuur kan een reglement van orde vaststellen. Daartoe bestaat echter geen verplichting.
Dit artikel biedt de veiligheidsregio de mogelijkheid om personeel aan te stellen. Het algemeen bestuur beslist welke rechtspositieregeling van toepassing is op het personeel. Deze bevoegdheid kan gedelegeerd worden aan het dagelijks bestuur, zie artikel 8, lid 2, sub c.
Het oude artikel 24 vervalt, omdat de ambtelijke eindverantwoordelijkheid voor de ondersteuning van het bestuur bij de algemeen directeur berust.
Daarvoor komt in de plaats het nieuwe artikel 24. In dit artikel wordt de ambtelijke verantwoordelijkheid van de algemeen directeur beschreven.
Artikel 25 Directie en overig personeel
Conform artikel 33b van de (gewijzigde) wet is het dagelijks bestuur bevoegd te besluiten over de benoeming, schorsing en ontslag van het personeel.
In het algemeen bestuur is eerder uitgesproken dat ten aanzien van de belangrijkste rechtspositionele maatregelen met betrekking tot de algemeen directeur, de directeur RAV en de commandant regionale brandweer zij hierover een besluit wil nemen.
Om aan deze wens tegemoet te komen zal het dagelijks bestuur haar voornemen met betrekking tot benoeming, ontslag en schorsing van de voornoemde drie functionarissen aan het algemeen bestuur kenbaar maken. Met inachtneming van de opvatting van het algemeen bestuur neemt het dagelijks bestuur vervolgens een besluit.
De gemeentelijke gezondheidsdienst staat onder leiding van een directeur publieke gezondheid, die wordt benoemd door het algemeen bestuur van de gemeentelijke gezondheidsdienst in overeenstemming met het bestuur van de veiligheidsregio.
Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (klachtbehandeling) is ook van toepassing op gemeenschappelijke regelingen. Dit betekent dat in een klachtenregeling moet worden geregeld hoe omgegaan wordt met klachten over de veiligheidsregio en haar personeel.
Op grond van Stb. 1999, 241 zijn de Awb-bepalingen over het intern klachtrecht (titel 1 van hoofdstuk 9) niet in werking getreden, ten aanzien van klachten die zien op een beleidsterrein dat wordt bestreken door de Wet klachtrecht cliënten zorgsector. Dit zal met name het geval zijn als wordt geklaagd over (de medische hulpverlening van) ambulancemedewerkers. De afhandeling van dit soort klachten moet plaatsvinden met inachtneming van de bepalingen in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector.
Titel 9.2 van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht gaat over klachtbehandeling door een ombudsman (extern klachtrecht). Deze titel is van toepassing op alle ingediende klachten, dus ook op klachten die zijn afgehandeld met toepassing van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector.
In artikel 26 wordt ervoor gekozen dat de Nationale ombudsman bevoegd is om klachten als bedoeld in hoofdstuk 9, titel 2, af te handelen. De veiligheidsregio kiest er niet voor om aan te sluiten bij een ombudsman- of commissie van één van de deelnemende gemeenten, omdat die niet over expertise beschikken inzake alle beleidsterreinen waarin de veiligheidsregio opereert. Van de Nationale ombudsman mag deze expertise wel verwacht worden.
Artikel 27 Regeling inzake vergoeding van werkzaamheden
Dit artikel biedt de mogelijkheid een regeling vast te stellen op grond waarvan aan de leden van commissies van advies en bestuurscommissies voor hun werkzaamheden, respectievelijk voor het bijwonen van vergaderingen, een vergoeding kan worden verleend en een tegemoetkoming in de kosten kan worden verleend. De hoogte van de vergoeding dient in redelijke verhouding te staan tot de aan het lidmaatschap verbonden werkzaamheden,
In overeenstemming met de vaste praktijk in deze regio, is bepaald dat slechts commissieleden die niet de functie van burgemeester, wethouder of (gemeente)secretaris vervullen, voor een vergoeding in aanmerking komen.
HOOFDSTUK 13 HET BELEIDSPLAN, HET CRISISPLAN EN HET BELEIDS- PROGRAMMA
Het is belangrijk dat de veiligheidsregio tijdig duidelijk maakt welk beleid zij voornemens is te voeren, zodat de deelnemende gemeenten daar rechtstreeks invloed op kunnen uitoefenen. In hoofdstuk 13 is voorzien in een procedure voor een beleidsplan (het beleid op hoofdlijnen) met daaraan gekoppeld een crisisplan en een beleidsprogramma (de in enig jaar voorgenomen concrete activiteiten en benodigde middelen). In de artikelen 14 t/m 16 van de Wet veiligheidsregio's zijn de eisen opgenomen waaraan het beleidsplan en crisisplan in elk geval moet voldoen.
De procedure is identiek aan de begrotingsprocedure. Aldus kunnen desgewenst beleid en begroting tegelijk in een en dezelfde procedure worden behandeld. In deze opzet is het echter ook mogelijk om het beleidsprogramma geheel los te koppelen van de begrotingsprocedure. Evenzeer denkbaar is een regeling, waarin het beleidsprogramma onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de begroting.
HOOFDSTUK 14 FINANCIELE BEPALINGEN
De artikelen 34 en 35 van de wet bevatten een regeling met betrekking tot de vaststelling van de begroting. In artikel 31 is een procedure opgenomen die voldoet aan de door deze wet gestelde eisen. Hierdoor is het voor de gemeenten mogelijk om in hun eigen begroting rekening te houden met de bijdrage aan de veiligheidsregio.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. In verband hiermee bepaalt de wet dat het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting (minimaal) 8 weken voor de aanbieding aan het algemeen bestuur, toezendt aan de raden van de deelnemende gemeenten. In artikel 32 is bepaald dat deze toezending jaarlijks dient plaats te vinden vóór 1 april. De raden van de deelnemende gemeenten krijgen vervolgens twee maanden de gelegenheid om op de ontwerpbegroting te reageren. Er blijft nog circa 1 maand over om de commentaren door het dagelijks bestuur bij de ontwerpbegroting te laten voegen en aan het algemeen bestuur toe te zenden en om de begroting vast te stellen.
Binnen twee weken na vaststelling, moet de begroting aan Gedeputeerde Staten worden toegezonden. Aan deze wettelijke termijn (artikel 34, tweede lid, van de wet) valt niet te ontkomen. Met het oog daarop bepaalt artikel 32, vijfde lid, dat de vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur jaarlijks uiterlijk 1 juli van het voorafgaande jaar dient plaats te vinden.
In artikel 32, lid 2 staat opgenomen dat rekening moet worden gehouden met begrotingsrichtlijnen.
In de begroting van de Veiligheidsregio moet duidelijk zijn hoe de verdeling van de kosten over de gemeenten plaatsvindt. Tot op heden wordt het inwonertal van de deelnemende gemeenten als verdeelsleutel gehanteerd. Het algemeen bestuur heeft echter de mogelijkheid om in de toekomst een andere verdeelsleutel te hanteren, bijvoorbeeld indien het wenselijk is een differentiatie aan te brengen indien taken niet voor alle gemeenten, of niet voor alle gemeenten op een gelijkwaardig dienstenniveau, worden verricht. Hier wordt in elk geval gedoeld op de taken die voortvloeien uit de regionalisering van de gemeentelijke brandweer..
In artikel 32, lid 9 is beschreven dat besluiten van het bestuur met betrekking tot begrotingswijzigingen die niet leiden tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage en niet leiden tot verschuivingen tussen reeds door het bestuur goedgekeurde programma’s niet naar de raden hoeven voor een zienswijze.
Bij circulaire van 8 juli 1999 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties er voor gepleit om de gegoedheid van openbare lichamen ten behoeve van hun kredietwaardigheid te accentueren, door vast te leggen dat de gemeenten te allen tijde zullen voorzien in de middelen die het openbaar lichaam nodig heeft om zijn schulden te voldoen. Formeel gesproken is dit overbodig, zoals de minister in zijn circulaire aangeeft. Niettemin is besloten om dit expliciet op te nemen in artikel 33, lid 6 van de regeling, omdat in de praktijk is gebleken dat banken soms terughoudend zijn in het verstrekken van leningen aan gemeenschappelijke regelingen, omdat zij niet bekend zijn met het vereiste dat gemeenten te allen tijde dienen te voorzien in de middelen die nodig zijn om de schulden te voldoen.
De wet bevat een summiere regeling met betrekking tot de vaststelling van de jaarrekening. De wet bepaalt alleen, dat de vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur geschiedt in het jaar volgend op dat waarop deze betrekking heeft, en dat het dagelijks bestuur de rekening binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk op 15 juli, naar Gedeputeerde Staten stuurt (Conform artikel 34, lid 2 van de wet).
In artikel 34, lid 2 van de regeling is aanvullend opgenomen dat de raden van de deelnemende gemeenten twee maanden de gelegenheid hebben om hun zienswijze over de jaarrekening naar voren te brengen.
Artikel 35 Zorgplicht archiefbescheiden
In die gevallen waarin gemeenten en/of waterschappen en provincies op grond van de Wgr een samenwerking aangaan, dient op grond van artikel 40, eerste lid, van de Archiefwet 1995 in de samenwerkingsregeling een voorziening te worden opgenomen omtrent de zorg voor de archiefbescheiden van bij die regeling ingestelde openbare lichamen of gemeenschappelijke organen. Deze voorziening dient ingevolge het tweede lid van artikel 40 zoveel mogelijk in overeenstemming met de Archiefwet 1995 te worden getroffen. Artikel 35 lid 2 schrijft voor dat het algemeen bestuur daartoe de regels moet vaststellen.
Er is niet voor gekozen om in de regeling op te nemen dat de archiefverordening van de gemeente Nijmegen wordt gevolgd. Het algemeen bestuur kan daartoe alsnog besluiten in de op grond van artikel 35, lid 2 vast te stellen regeling. Daarnaast bestaat echter ook de mogelijkheid om - indien gewenst - de archiefverordening van een andere deelnemende gemeente te volgen of zelfstandig een archiefverordening vast te stellen.
Artikel 36 Toetreding en uittreding
In artikel 9, lid 1 van de wet is bepaald dat de voor een onbepaalde tijd getroffen regeling bepalingen inhoudt omtrent wijziging, opheffing, toetreding en uittreding. Omdat de indeling in veiligheidsregio's bij wet is bepaald, is in artikel 36 opgenomen dat toetreding en uittreding slechts is toegestaan als in de wet- en regelgeving de landelijke verdeling in veiligheidsregio's wordt gewijzigd. Het is dan aan het algemeen bestuur om daarvan de gevolgen te regelen.
Artikel 37 Wijziging en opheffing
In artikel 37 is opgenomen dat de regeling kan worden gewijzigd of opgeheven bij daartoe strekkend besluit van de besturen van twee derden van het aantal deelnemende gemeentenHet algemeen bestuur kan een wijziging in de regeling aan de besturen van de deelnemende gemeenten in overweging geven via een daartoe strekkend voorstel. Het dagelijks bestuur zendt dit voorstel toe aan de besturen van de deelnemende gemeenten. Een deelnemende gemeente kan ook zelf een voorstel tot wijziging doen. In dat geval kan een overeenkomstige procedure gevolgd worden als beschreven in artikel 37, tweede lid.
Opgemerkt moet worden dat het opheffen van de regeling slechts mogelijk is, als de wet dat toelaat. Dat is op dit moment niet het geval.
Conform artikel 26 van de wet zorgt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen voor de bekendmaking van wijzigingen, verlenging of opheffing van de regeling. Tevens zorgt zij voor verzending naar Gedeputeerde Staten.
Artikel 38 regelt de liquidatie. De tweede volzin van het eerste lid van dit artikel richt zich met name op afwijkingen van procedurebepalingen van de regeling. Het bij opheffing van de regeling vast te stellen liquidatieplan dient onder meer te voorzien in de gevolgen die de beëindiging voor het eventuele personeel heeft, alsmede in de vereffening van het vermogen en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen voor de deelnemende gemeenten.
Artikel 39 Geschillencommissie
Op grond van artikel 28 van de wet, worden geschillen over de toepassing van een regeling door Gedeputeerde Staten beslist, voor zover die geschillen niet onder de competentie van de bestuursrechter of civiele rechter vallen. Het is daarnaast mogelijk en in voorkomende situaties aan te bevelen om een kwestie, voordat deze de formele fase van een geschil bereikt, via bijvoorbeeld arbitrage of mediation op te lossen. Artikel 39 voorziet in een algemene procedurebeschrijving die daarvoor wenselijk wordt geacht.
De gewijzigde regeling is aangenomen indien tweederden van het aantal gemeenten daarmee heeft ingestemd. Een gemeente heeft ingestemd met de wijzigingen, indien daartoe door het college is besloten.
Op grond van artikel 1, lid 2 van de wet besluit het college echter niet tot wijziging, dan nadat zij toestemming heeft verkregen van de gemeenteraad. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.