Nr. 7
De Raad van de gemeente Delfzijl;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;
besluit:
de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2016 vast
te stellen.
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven voor
openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
De verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2016 is van
toepassing binnen het gebied van de gemeente Delfzijl bestaande uit de
volgende straten: Binnensingel, Buitensingel, Burg. Buiskoolplein,
Commendementsplein, De Vennen, Handelskade-Oost, Handelskade-West,
Havenstraat, Johan van der Kornputplein, Kerkstraat, Marktstraat,
Landstraat, Molenberg, Noorderbinnensingel, Noordersingel, Oranjestraat,
Oude Schans, Poststraat, Schoolstraat, Singel, Stationsweg, Waterstraat,
Willemstraat en Zeebadweg alle in de plaats Delfzijl een en ander zoals
aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten
behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.
- 2.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de
reclamebelasting voor een openbare aankondiging, die met vermelding van
de naam van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de
verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die
tussenpersoon.
- 3.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid
wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is
aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon
die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen
vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar
gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of
rechtspersoon.
Artikel 4 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor:
- a.
een openbare aankondiging door publiekrechtelijke rechtspersonen
gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;
- b.
een openbare aankondiging die uitsluitend dient ten behoeve van de
regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;
- c.
openbare aankondigingen die uitsluitend het openbaar belang
dienen;
- d.
openbare aankondigingen van politieke partijen;
- e.
openbare aankondigingen die korter aanwezig zijn dan 13 weken binnen
het belastingtijdvak niet worden vervangen, opgevolgd of
gecontinueerd door andere openbare aankondigingen;
- f.
openbare aankondigingen die zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn
in het kader van en voor de duur van:
- -
activiteiten van culturele, sociale of soortgelijke
aard;
- -
- g.
openbare aankondigingen die zich bevinden binnen in een woning of
bedrijf, met uitzondering van openbare aankondigingen die zijn
aangebracht direct op, aan of tegen de binnenzijde van een glazen
scheidingsconstructie;
- h.
openbare aankondigingen op bouwterreinen voor zover deze
rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering
zijnde bouwwerkzaamheden;
- i.
openbare aankondigingen aangebracht op een voertuig of
(lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak (70% of meer)
zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of
verhuur bevorderend karakter;
- j.
openbare aankondigingen die met vermelding van een tussenpersoon
zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende
woonruimten, roerende bedrijfsruimten of onroerende zaken;
- k.
openbare aankondigingen op sportvelden, met uitzondering van
openbare aankondigingen die uitdrukkelijk zijn gericht op de
openbare weg;
- l.
openbare aankondigingen aangebracht door of namens
winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare
aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de
winkeliersvereniging of het wijkorgaan;
- m.
openbare aankondigingen aangebracht op terrasafscheidingen die zijn
geplaatst op een terras of een terrasboot bij een
horecaonderneming;
- n.
openbare aankondigingen aangebracht op parasols die zijn geplaatst
op een terras of een terrasboot bij een horecaonderneming;
- o.
openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke
overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden, dan wel
onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd
is;
- p.
openbare aankondigingen alleen bestaande uit de Nederlandse-,
provinciale- of gemeentelijke vlag;
- q.
openbare aankondigingen op, aan of bij een mobiele onderzoeksunit
die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld
in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor
welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend,
gedurende dat gebruik en voor zover de openbare aankondigingen
betrekking hebben op het bevolkingsonderzoek;
- r.
openbare aankondigingen die door (semi) overheden of
cultureel-maatschappelijke instellingen of verenigingen zijn
aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of
ideëel belang dienen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De reclamebelasting voor het hebben van één of meer openbare aankondigingen
per roerende of onroerende zaak wordt geheven naar een vast bedrag van €
400,00 per belastingtijdvak.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak loopt van 1 januari 2016 tot en met 31 december
2016.
Artikel 7 Het ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar
tijdsgelang
- 1.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
- 2.
Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak
aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de
belastingplicht.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt,
is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor
het tijdvak jaar verschuldigde belasting als er in het tijdvak na de
aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
- 4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor het tijdvak verschuldigde belasting als er in het tijdvak na het
einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
- 5.
Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de
belastingplichtige verhuist binnen het gebied dat aan de
reclamebelasting onderhevig is en aldaar een andere onroerende zaak in
gebruik neemt.
Artikel 8 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijn van betaling
- 1.
De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
- 2.
De belastingschuldige kan machtiging tot automatische incasso verlenen
indien het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet
gemeentelijke belastingen minder dan € 4.000,-- bedraagt. Het minimum
termijnbedrag bedraagt € 10,--. Ingeval een machtiging tot automatische
incasso is verleend, wordt het aantal termijnen bepaald door het totale
bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen te
delen door het minimum termijnbedrag, met dien verstande dat het aantal
termijnen niet meer dan tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van
het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens
een maand later.
- 3.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt
geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn
betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de
belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na
afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als
bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 welke datum
tevens de datum van ingang van de heffing is.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reclamebelasting
2016.