Organisatie | Venray |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening schulddienstverlening gemeente Venray 2016 |
Citeertitel | Verordening schulddienstverlening gemeente Venray 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Schulddienstverlening |
Geen
Besluit nadere regels schulddienstverlening gemeente Venray 2016
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2016 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 23-02-2016 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
De situatie waarbij gedwongen woningontruiming, beëindiging van levering van gas, elektriciteit of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering plaatsvindt of dreigt; daarnaast kunnen loonbeslag, bankbeslag, faillissementsaanvraag, executieverkoop eigen woning dan wel een aangekondigde boedelverkoop een bedreigende situatie opleveren;
Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de aanvrager en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen namens aanvrager en het beheren van alle inkomsten van de schuldenaar middels een rekening bij een financiële instelling. De schuldenaar is verplicht zijn gehele inkomen te storten op deze rekening;
Het beheren van alle inkomsten van de schuldenaar middels een rekening bij een financiële instelling. De schuldenaar is verplicht zijn gehele inkomen te storten op deze rekening. Daarbij wordt het bedrag dat dient ter gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden, zijnde het inkomen verminderd met het Vrij Te Laten Bedrag, gereserveerd door het college. Het Vrij Te Laten Bedrag komt ter beschikking van de schuldenaar, ter betaling van de vaste lasten en de normale, dagelijkse uitgaven (=huishoudgeld);
De Vereniging van instellingen die het kredietbedrijf en/of het schuldregelingsbedrijf uitoefenen met als doelstelling behartiging van de belangen van alle aangesloten leden op het terrein van kredietverlening aan particulieren, schuldhulpverlening en budgetbeheer en optredend als intermediair tussen de gemeentelijke kredietbanken en de overheden en andere private instellingen die op het genoemd werkterrein actief zijn;
het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
De periode gelegen tussen het moment waarop is vastgesteld dat recht op schulddienstverlening bestaat en dit recht schriftelijk is toegekend aan de schuldenaar en het moment waarop daadwerkelijk tot schuldregelen wordt overgegaan. Gedurende deze periode dient volledig inzicht te ontstaan in uitgaven en inkomsten en wordt de schuldenaar begeleid in het wijzigen van het uitgavenpatroon. Daarbij wordt de afloscapaciteit vastgesteld; deze moet feitelijk beschikbaar zijn;
Artikel 3. Algemene verplichtingen.
Vanaf het moment dat een persoon zich voor schulddienstverlening heeft gewend tot het college gelden de volgende algemene verplichtingen:
De verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schulddienstverlening of voor de uitvoering van de Wet en deze verordening.
Artikel 4. Algemene voorwaarde.
Uitgangspunt bij een geconstateerde problematische schuldsituatie is dat verzoeker zelf verantwoordelijk is en blijft voor zijn eigen financiële situatie en op basis van die verantwoordelijkheid handelt. Dit uitgangspunt geldt als algemene voorwaarde bij de uitvoering van deze verordening.
Artikel 5. Weigeringsgronden en weigeringstermijnen.
Het college kan schulddienstverlening tijdelijk weigeren, bij:
Degene wiens aanvraag is afgewezen op grond van artikel 13 van deze verordening dan wel de aanvraag buiten behandeling is gesteld op grond van 4:5 Algemene wet bestuursrecht dan wel de schulddienstverlening is beëindigd omdat niet voldaan werd aan een of meer opgelegde verplichtingen en/of van toepassing zijnde voorwaarde(n) dan wel beëindiging plaatsvond op een van de andere gronden vermeld in artikel 27 van deze verordening.
Indien na afloop van de weigeringstermijn opnieuw een melding dan wel een aanvraag schulddienstverlening wordt gedaan en dit wordt binnen één jaar na afloop van de weigeringstermijn opnieuw gevolgd door een weigering van schulddienstverlening of door een afwijzing of buiten behandeling stellen van de aanvraag vanwege een verwijtbare gedraging dan wordt de periode van weigering verdubbeld en geldt dus in beginsel een weigeringsduur van zes maanden.
Indien na afloop van de weigeringstermijn schulddienstverlening wordt toegekend en dit wordt binnen een periode van drie jaar na afloop van de weigeringstermijn gevolgd door een beëindiging vanwege een verwijtbare gedraging dan wordt de periode van weigering verdubbeld en geldt dus in beginsel een uitsluitingsduur gelijk aan tweemaal de periode van drie maanden plus het aantal hele maanden tussen het besluit op de aanvraag (te rekenen vanaf datum dagtekening) en de datum waarop de verwijtbare gedraging wordt geconstateerd.
Indien binnen drie jaar nadat de wettelijke schulddienstverlening (op grond van de WSNP) aan betrokkene al dan niet succesvol is beëindigd (te rekenen vanaf dagtekening beschikking beëindiging), er door die persoon een melding voor minnelijke schulddienstverlening wordt gedaan, wordt verzoeker geweigerd.
Tijdens de melding (telefonisch, digitaal of in persoon aan de balie) wordt beoordeeld of verzoeker in aanmerking komt voor deelname aan de bijeenkomst schulddienstverlening. Er wordt beoordeeld of verzoeker inwoner van de gemeente Venray is, inkomen heeft, niet geweigerd is voor schulddienstverlening, een gebouwenverbod heeft en of er sprake is van een bedreigende situatie.
Artikel 8. Bijeenkomst schulddienstverlening.
Het doel van de bijeenkomst schulddienstverlening is om een groep verzoekers collectief informatie over schulddienstverlening te verschaffen en hen, eventueel met hulp, zelf het aanvraagformulier in te laten vullen en het eigen, persoonlijke dossier te laten vullen zodat na completering van het dossier een meldingsgesprek kan plaatsvinden.
Artikel 9. Bijzondere verplichting bijeenkomst schulddienstverlening.
Indien de verzochte schulddienstverlening gehuwden, geregistreerde partners of samenwonenden betreft dan geldt, naast de algemene verplichtingen vermeld in artikel 3 en de algemene voorwaarde vermeld in artikel 4 van deze Verordening, de verplichting dat de bijeenkomst door beide partners bijgewoond wordt.
Artikel 10. De aanvraag schulddienstverlening.
Een aanvraag tot schulddienstverlening kan uitsluitend worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders door middel van een volledig ingevuld en door of namensde aanvrager ondertekend aanvraagformulier. De aanvrager is verplicht om alle gegevens te (doen) verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.
Nadat in een of meerdere gesprekken de aanvrager geïnformeerd is over schulddienstverlening en de consequenties ervan, wordt door het college van burgemeester en wethouders een beslissing genomen over de aanvraag. Hierbij wordt beslist over het recht op schulddienstverlening. Het recht op schulddienstverlening houdt daarbij in dat aanvrager als rechthebbende in de zin van artikel 2 van deze verordening wordt beschouwd en dat, samen met aanvrager, onderzocht zal worden welke vorm van schulddienstverlening voor hem het meest geschikt is. De met de aanvrager gemaakte afspraken worden vastgelegd in een plan van aanpak. Dit plan dient door de aanvrager ondertekend te worden.
In het besluit tot verstrekking van het recht op schulddienstverlening worden devoorwaarden, rechten en plichten vermeld. Het ondertekende plan van aanpak wordt als bijlage bij het besluit gevoegd en geacht onderdeel te vormen van de beschikking tot verstrekking van het recht op schulddienstverlening.
Aan het eind van de stabilisatieperiode wordt gestart met de schuldregeling. Zodra deze tot stand is gekomen, wordt de schuldenaar, middels een beschikking, op de hoogte gebracht van de toegekende vorm van de schulddienstverlening. Indien nodig wordt het plan van aanpak gewijzigd. Het gewijzigde plan van aanpak dient door de aanvrager ondertekend te worden.
Artikel 11. De stabilisatiefase.
Het doel van de stabilisatiefase is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van verzoeker. Zodra dit het geval is, kan worden gestart met de schuldregeling.
Artikel 12. Informatie en advies.
Tot informatie en advies (waaronder begrepen doorverwijzing naar derden) kan worden besloten indien het mogelijk wordt geacht om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken voor verzoeker zonder dat een beroep gedaan wordt op herfinanciering, schuldregeling of stabilisatie. Het betreft maximaal drie gesprekken in een korte periode. Ook kan informatie en advies verstrekt worden indien geen recht op schulddienstverlening bestaat vanwege uitsluiting, recidive of het niet voldoen aan de vereisten zoals vermeld in artikel 2 lid 1 van deze verordening of wanneer lid 2 van dat artikel van toepassing is. Er wordt dan informatie en advies verstrekt over eventuele andere mogelijkheden tot oplossing van de problematische schuldensituatie.
HOOFDSTUK 4. SCHULDDIENSTVERLENING.
Artikel 14. Schulddienstverlening.
De schuldeisers worden op de hoogte gesteld van het voornemen om een schuldregeling op basis van lid 1 sub c, d, e, f of g te treffen. Aan de schuldeisers wordt daarbij gevraagd om een gespecificeerde opgave van het netto-saldo van hun vorderingen op de datum van het verzoek, op basis van de geldende contracts- of leveringsvoorwaarden. Van hen wordt daarbij verlangd dat het schuldenpakket gedurende de behandelingsperiode niet (verder) verhoogd wordt met (vertragings)rente en/of (invorderings)kosten.
Tot budgetcoaching kan worden besloten indien er ondersteuning nodig is tijdens het gehele schulddienstverleningstraject en ook als er sprake is van geen of slechts een beperkte schuldenlast. In een aantal dienstverleningsgesprekken zal de financiële situatie van de aanvrager besproken worden en wordt begeleiding verstrekt voor een beter financieel beheer.
Artikel 16 Duurzaam Financiële Dienstverlening.
Tot duurzaam financiële dienstverlening kan worden besloten indien is vastgesteld dat de problematische schuldensituatie nog niet duurzaam opgelost kan worden door in of bij de aanvrager gelegen omstandigheden en ook niet opgelost kan worden door herfinanciering, betalingsregeling, saneringskrediet of schuldbemiddeling.
Het heeft tot doel om de maatschappelijke positie van de aanvrager niet te laten verslechteren en inkomsten en uitgaven van aanvrager in evenwicht te houden of te brengen. Het is bedoeld als een middel om een stabiele financiële situatie te creëren waarbij geen mogelijkheid bestaat om tot een duurzame oplossing van het schuldprobleem te komen.
Zodra besloten wordt tot duurzaam financiële dienstverlening worden schuldeisers hiervan in kennis gesteld. Twee keer per jaar, of vaker als het noodzakelijk is, wordt beoordeeld of deze vorm van schulddienstverlening voor de schuldenaar nog geschikt is. Bij een eventuele wijziging van de situatie worden de schuldeisers, met wie contact is geweest, indien noodzakelijk, daarvan in kennis gesteld.
Artikel 18. Schuldbemiddeling.
Tot schuldbemiddeling kan worden besloten indien aflossing van de schulden van de aanvrager/schuldenaar mogelijk is zonder dat een krediet verstrekt hoeft te worden. Daartoe wordt de aflossingscapaciteit van de schuldenaar gedurende drie jaar berekend en wordt, op grond daarvan, een bemiddelingsvoorstel aan de schuldeisers gedaan al of niet tegen finale kwijting.
Het college van burgemeester en wethouders reserveert de door de schuldenaaringebrachte aflossingscapaciteit. De schuldeisers ontvangen aan het eind van de periode van schuldbemiddeling en tussentijds, minimaal eenmaal per periode van twaalf maanden, een uitkering op basis van de door de schuldenaar ingebrachte middelen.
Tenminste na 12 maanden, 24 maanden en aan het einde van de periode van schuldbemiddeling wordt de aflossingscapaciteit opnieuw berekend. Daarbij wordt rekening gehouden met wijzigingen in de inkomens- en vermogenspositie van de schuldenaar. Er wordt gecontroleerd of de schuldenaar in de verstreken periode zijn aflossingscapaciteit volledig heeft ingebracht en of de schuldenaar voldoende inspanningen verricht heeft om zijn inkomsten te vergroten.
Artikel 19. Bijzondere verplichtingen en voorwaarden schuldbemiddeling.
Naast de algemene verplichtingen vermeld in artikel 3 en de algemene voorwaarde vermeld in artikel 4 van deze Verordening zijn, in ieder geval, de volgende bijzondere verplichtingen en voorwaarden van toepassing:
uitkeringen uit gemeentelijke en particuliere fondsen aan of ten behoeve van de schuldenaar in het kader van de schuldbemiddeling komen alle schuldeisers ten goede op basis van gelijkberechtiging tenzij de uitkerende instantie op grond van de doelstellingen van het fonds uitdrukkelijk anders bepaalt,
Tot schuldsanering kan worden besloten indien aflossing van de schulden slechts mogelijk is door verstrekking van een saneringskrediet en/of borgstelling. De hoogte van het saneringskrediet bedraagt maximaal het netto-bedrag ter grootte van de aflossingscapaciteit van de schuldenaar gedurende maximaal drie jaar.
Indien met het saneringskrediet de schulden niet volledig kunnen worden betaald, wordt aan de schuldeisers een voorstel tegen finale kwijting (percentagevoorstel) gedaan waarbij alle schuldeisers zich vooraf (vóór de toekenning van het saneringskrediet) met deze finale kwijting akkoord moeten verklaren.
Artikel 22. Verklaring Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP).
Indien via schuldbemiddeling of schuldsanering geen akkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers of indien vanwege een andere reden het minnelijke traject niet kan starten dan wel mislukt, kan een beroep worden gedaan op de WSNP. Op grond van artikel 285 lid 1 sub e WSNP verklaart de gemeente daartoe met redenen omkleed dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke sanering en verklaart tevens over welke aflossingsmogelijkheden schuldenaar beschikt.
Tot budgetbeheer kan worden besloten indien de schuldenlast zodanig is dat er sprake is van een problematische schuldsituatie en hieruit blijkt dat schuldenaar niet of tijdelijk niet in staat is zelfstandig zijn financieel beheer te voeren. Daartoe wordt het volledig beheer van de inkomsten en uitgaven van de schuldenaar middels een budgetbeheerrekening door het college van burgemeester en wethouders verzorgd gedurende de periode van schulddienstverlening. Tevens wordt getracht de problematische schuldsituatie op te lossen door schuldbemiddeling of schuldsanering.
Artikel 24. Bijzondere verplichtingen en voorwaarden budgetbeheer.
Naast de algemene verplichtingen vermeld in artikel 3 en de algemene voorwaarde vermeld in artikel 4 van deze Verordening zijn, in ieder geval, de volgende bijzondere verplichtingen en voorwaarden van toepassing:
de schuldenaar gaat akkoord met het wekelijks door het college van burgemeester en wethouders uit de budgetbeheerrekening te verstrekken huishoudgeld (door storting op zijn rekening bij een reguliere bank). Schuldenaar verplicht zich hiermee de normale, dagelijkse uitgaven voor levensonderhoud te doen,
Artikel 25. Financieel beheer.
Tot financieel beheer kan worden besloten zodra het aflossingsbedrag gereserveerd kan worden ten behoeve van de schuldeisers en ter stabilisatie van de schuldensituatie. Hiertoe worden alle inkomsten van de schuldenaar beheerd middels een financieel beheerrekening van de Gemeente Venray. De schuldenaar is daarbij verplicht zijn gehele inkomen te (laten) storten op deze rekening. Daarbij wordt het bedrag dat dient ter gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden, zijnde het inkomen verminderd met het Vrij Te Laten Bedrag, gereserveerd door het college. Het Vrij Te Laten Bedrag komt ter beschikking van de schuldenaar, ter betaling van de vaste lasten en de normale, dagelijkse uitgaven (huishoudgeld).
Artikel 26. Bijzondere voorwaarden en verplichtingen Financieel Beheer.
Naast de algemene verplichtingen vermeld in artikel 3 en de algemene voorwaarde vermeld in artikel 4 van deze Verordening zijn, in ieder geval, de volgende bijzondere verplichtingen en voorwaarden van toepassing:
de schuldenaar gaat akkoord met het maandelijks door het college van burgemeester en wethouders uit de financieel beheerrekening te verstrekken Vrij Te Laten Bedrag (door storting op zijn rekening bij een reguliere bank) en verplicht zich hiermee de vaste lasten en de normale, dagelijkse uitgaven voor levensonderhoud te betalen,
Het College van Burgemeester en wethouders is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.