Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilversum

Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Hilversum 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilversum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Handhaving inkomensvoorzieningen Hilversum 2015
CiteertitelVerordening Handhaving inkomensvoorzieningen Hilversum 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 8b van de participatiewet
  2. artikel 35 lid 1, sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
  3. artikel 35 lid 1, sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-04-2016nieuwe regeling

10-12-2014

officiele bekendmakingen

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Hilversum 2015

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Hilversum,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

 

gelet op de artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 lid 1, sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(IOAZ);

 

BESLUIT:

Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Hilversum 2015 vaststellen.

 

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Handhaven: bewerkstelligen dat de Participatiewet, de IOAW en IOAZ worden nageleefd.

  • b.

    Fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders dan waarop men op grond van juiste en/of volledige informatie recht zou hebben.

  • c.

    Misbruik: het (verwijtbaar) ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften.

  • d.

    Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met (of buiten) de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan.

  • e.

    Fraudepreventie: het voorkomen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • f.

    Frauderepressie: het reageren op geconstateerde fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

Artikel 2: Het Handhavingplan voor beleid en uitvoering.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen periodiek een Handhavingsplan vast met betrekking tot het handhavingbeleid en de handhavinguitvoering voor het voorkomen en bestrijden van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet , IOAW en IOAZ.

  • 2.

    Het Handhavingsplan vormt een integraal onderdeel van het Beleidsplan Sociale Zaken.

  • 3.

    Het in het eerste lid genoemde plan bevat in ieder geval:

    • a.

      de gemeentelijke visie op handhaving;

    • b.

      de aanpak van de fraudepreventie;

    • c.

      de aanpak van de frauderepressie, inclusief terug- en invordering, afstemming en het doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie;

    • d.

      concrete doelstellingen voor fraudepreventie en frauderepressie.

  • 4.

    De uitvoering van de handhaving berust bij het college.

 

Artikel 3. Beleid en financiën

  • 1.

    Het college stelt zo nodig in beleidsregels aanvullende bepalingen vast met betrekking tot de uitvoering van deze verordening;

  • 2.

    Het college zendt periodiek aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid.

 

Artikel 4. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 5. Intrekken oude verordening

De “Verordening handhaving inkomensvoorzieningen (WWB, IOAW, IOAZ, WWIK) 2012” wordt ingetrokken ingaande 1 januari 2015.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Hilversum 2015.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 10 december 2014,

 

De griffier, De voorzitter,

 

 

A.E.M. Randsdorp, a.i. P.I. Broertjes

 

 

Toelichting

Op grond van artikel 8b Participatiewet is de gemeente verplicht om bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand én het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Dezelfde verplichting geldt op basis van artikel 35b van de IOAW en IOAZ. Aangezien het handhavingbeleid en -uitvoering van de handhaving in één plan worden uitgewerkt is gekozen voor één verordening voor al deze wetten.

Onder handhaving worden alle activiteiten van de gemeente verstaan die erop zijn gericht dat bestaande regels worden nageleefd.

Fraude moet worden voorkomen (fraudepreventie) én bestreden (frauderepressie). Fraude is maatschappelijk onaanvaardbaar. Fraude ondermijnt het draagvlak voor de sociale zekerheid. Wanneer deze twee activiteiten in een goede onderlinge samenhang worden ingezet in alle fasen van het uitkeringsproces leidt dat tot hoogwaardige handhaving. Het uiteindelijke doel van hoogwaardig handhaven is dat (potentiële) klanten van Sociale Zaken de wet- en regelgeving uit zichzelf naleven. De kans dat mensen zich spontaan aan wet en regels houden, wordt groter als zij:

  • 1.

    Goed en tijdig geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten;

  • 2.

    De regels, en de controlepraktijk die daaruit voortvloeit, accepteren;

  • 3.

    De pakkans bij overtreding als hoog ervaren;

  • 4.

    Voldoende worden afgeschrikt door opgelegde én uitgevoerde straffen.

Vertaald naar de uitvoeringspraktijk betekent dit dat de afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) belanghebbenden adequaat en vroegtijdig voorlicht, de dienstverlening adequaat inricht, fraude snel en gericht opspoort en overtredingen sanctioneert. Hoogwaardig handhaven betekent dus dat deze preventieve en repressieve elementen in samenhang worden uitgevoerd, zodat ze elkaar versterken.

In deze verordening is het kader opgenomen. Het Handhavingplan vormt integraal onderdeel van het Beleidsplan Sociale Zaken 2012- 2015, getiteld “Meedoen naar vermogen”

Alleen de bepalingen die om een nadere toelichting vragen worden hier behandeld.

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening.

 

Artikel 2: Het Handhavingplan voor beleid en uitvoering.

Het Handhavingplan, zoals opgenomen in het beleidsplan van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) zorgt voor de concretisering van beleid en uitvoering, waarbij de focus is gericht op de uitvoering. De visie wordt organisatorisch vertaald naar aandachtsvelden, die zich richten op preventie en repressie.

 

Preventieve handhaving richt zich met name op vroegtijdige informatieverstrekking en het optimaliseren van de dienstverlening. Repressieve handhaving richt zich met name op vroegtijdige detectie door controle op maat en door daadwerkelijk te reageren op getoond (frauduleus) gedrag. Samen bevorderen deze vier elementen de naleving.

Het is de bedoeling de handhaving, aandacht voor de rechtmatigheid, op een hoger niveau te brengen door het inzetten van concrete instrumenten in de vier genoemde aandachtsvelden. Waar mogelijk worden concrete doelstellingen geformuleerd.

 

Artikel 3. Beleid en financiën

De rapportage van het college aan de gemeenteraad vormt in beginsel onderdeel van de gemeentelijke informatie- en verantwoordingscyclus. Zo nodig kan het college besluiten aanvullende rapportages op te stellen.