Organisatie | Ferm Werk |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Ferm Werk 2015 |
Citeertitel | Financiële verordening Ferm Werk 2015 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financieel beleid |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-01-2016 | 01-01-2015 | Onbekend | 17-12-2015 | besluit algemeen bestuur |
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Het dagelijks bestuur van Ferm Werk stelt jaarlijks voor 1 april een ontwerpbegroting op voor het volgende kalenderjaar en zendt deze terstond, voorzien van een toelichting, aan de colleges en via deze aan de raden van de deelnemers. Daarbij wordt ook een raming voor de te verwachten uitvoeringskosten voor de komende vier jaar aangegeven.
Artikel 3. Autorisatie begroting en tussentijdse rapportages
Bij de behandeling van de tussenrapportages in het algemeen bestuur doet het dagelijks bestuur voorstellen voor het bijstellen van het beleid of voor het wijzigen van de geautoriseerde begroting, als ze verwacht dat de asten de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.
Artikel 5. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de kostprijs van de producten van Ferm Werk wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken.
Hoofdstuk 4 Financiële organisatie en financieel beheer
Het dagelijks bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.
Artikel 10. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De “Financiële verordening Werkvoorzieningschap De Sluis” wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de begroting, jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Ferm Werk op 17 december 2015.
Y.Koster-Dreese
voorzitter algemeen bestuur Ferm Werk
B.F. Drost
secretaris algemeen bestuur Ferm Werk
In deze verordening is het begrip prioriteit gedefinieerd. Een programma van de begroting kan op grond van artikel 8 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) worden opgedeeld in prioriteiten. Een prioriteit wordt hier gedefinieerd als een productgroep van een of meer producten van de productenraming (en productenrealisatie).
Artikel 3. Autorisatie begroting en tussentijdse rapportages
Op grond van artikel 189 Gemeentewet berust het budgetrecht bij het algemeen bestuur (AB).
Het AB neemt uiteindelijk de beslissing welke bedragen zij voor taken en activiteiten op de begroting beschikbaar stelt. Gedurende het begrotingsjaar kan het AB op grond van artikel 192 Gemeentewet besluiten nemen tot wijziging van de begroting. GR Ferm Werk kan slechts uitgaven doen voor de bedragen die hiervoor op de begroting zijn gebracht (derde lid artikel 189 Gemeentewet).
Het AB kan kiezen op welk niveau zij budgetten beschikbaar stelt. Er is voor gekozen een budget per programma beschikbaar te stellen en niet een budget per prioriteit.
Voor het behandelen van (voorstellen tot) begrotingswijzigingen en bijstellingen van beleid is er voor gekozen deze mee te nemen bij de behandeling van de tussenrapportages.
Artikel 7. Financieringsfunctie
Artikel 212 Gemeentewet bevat de bepaling dat de financiële verordening in elk geval regels voor de algemene doelstelling en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie bevat. Artikel 7 geeft invulling aan deze plicht. Het artikel bevat kaders voor het financieringsbeleid. De kaders voor de financiële organisatie van de financieringsfunctie staan in artikel 9.
Artikel 10. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
Bij het inwerkingtreden van de nieuwe verordening moet de oude worden ingetrokken. Volgens de Gemeentewet is een begrotingsjaar gelijk aan een kalenderjaar. In begrotingsjaar t worden de jaarstukken uit het begrotingsjaar t-1 vastgesteld, wordt uitvoering gegeven aan de begroting voor het jaar t en wordt tot slot de begroting voor het jaar t+1 vastgesteld. De nieuwe verordening is van toepassing op alle stukken die betrekking hebben op het begrotingsjaar t+1 en later. De oude verordening is ondanks het intrekken nog wel van toepassing op de jaarstukken van het begrotingsjaar t-1 en de begroting en jaarstukken van het jaar t. Hiervoor is in artikel 10 een overgangsbepaling opgenomen.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel moet worden uitgebreid met een bepaling die voorziet in terugwerkende kracht, zodat de bepalingen uit de nieuwe verordening ook gelden voor de begroting voor het jaar t+1.
Uitgaande stukken van het AB moeten door de voorzitter worden ondertekend (eerste lid artikel 75 Gemeentewet). De secretaris moet de uitgaande stukken van het AB medeondertekenen (artikel 107c Gemeentewet).
Binnen twee weken na vaststelling door het AB moet het DB de financiële verordening aan gedeputeerde staten zenden (artikel 214 Gemeentewet). Gedeputeerde staten kunnen te allen tijde een onderzoek instellen naar het beheer en de inrichting van de financiële organisatie en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet (artikel 215 Gemeentewet).