Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
De begripsomschrijvingen zoals bedoeld in artikel 1 van de
Re-integratieverordening Participatiewet 2015 zijn in deze beleidsregels
van overeenkomstige toepassing. Voor het overige wordt verstaand
onder:
- a.
voorziening: de re-integratie instrumenten die het dagelijks
bestuur kan inzetten en waarvan de inzet noodzakelijk wordt
geacht om de arbeidsinschakeling of maatschappelijke
participatie te bevorderen;
- b.
traject: de aaneenschakeling van re-integratie instrumenten,
welke met de cliënt is overeengekomen, dan wel door het
dagelijks bestuur aan de cliënt is opgelegd ter bevordering van
de arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie;
- c.
arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk
recht. Met een arbeidsovereenkomst wordt gelijk gesteld, een
aanstelling op grond van het ambtenarenrecht en een overeenkomst
waarbij de cliënt gedetacheerd wordt bij een organisatie in de
collectieve of marktsector;
Artikel 2. Vormen van de ondersteuning
- 1.
Het dagelijks bestuur organiseert de ondersteuning en voorzieningen
zodanig dat een samenhangend aanbod van arbeidstoeleiding met
verschillende productgroepen met daarin voorzieningen ontstaat, die
recht doet aan de diversiteit van de doelgroep en de vraag van de
markt.
- 2.
Onder ondersteuning wordt verstaan:
- a.
het onderzoek naar en verslag over de mogelijkheden van de
cliënt met als doel een effectief re-integratie traject uit
te zetten (de diagnose);
- b.
het uitvoeren, organiseren, aan-, bijsturen en begeleiden
van het op basis van de diagnose gekozen traject.
Artikel 3 Concurrentieverhoudingen/verdringing op de arbeidsmarkt
Voorzieningen in het kader van re-integratie van cliënt worden niet
ingezet als deze leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Hiervan is
sprake als binnen het afgelopen jaar voor de werkzaamheden nog werd
betaald bij betreffende organisatie, of als de organisatie waarbij de
werkzaamheden worden uitgevoerd, een vacature heeft openstaan voor
dezelfde of bijna dezelfde werkzaamheden.
Hoofdstuk 2 Voorzieningen
Artikel 4. Werkervaringplaats/-stage
- 1.
Het doel van een werkervaringsplaats is, naast het aanleren en
ontwikkelen van elementaire werknemersvaardigheden, het opdoen van
werkervaring en en/of het opdoen of behouden van werkritme,
uitstroom uit de uitkering.
- 2.
De totale omvang van de werkervaringsplek en/of –stage is maximaal
800 uur met een maximum van drie (verschillende)
werkervaringsplekken/-stages per persoon.
- 3.
In een schriftelijke overeenkomst wordt in ieder geval
vastgelegd:
- a.
het (leer) doel van de werkervaringsplaats;
- b.
de werkzaamheden die de cliënt gaat verrichten;
- c.
de begin- en einddatum van de werkervaringsplaats alsmede
het aantal uren per week
- d.
indien aan de orde: afspraken over onkostenvergoedingen,
verzekeringen en dergelijke;
- e.
de wijze waarop en door wie de begeleiding, terugkoppeling
en rapportage plaatsvinden.
- 4.
Bij een werkervaringsplaats is geen sprake van een dienstverband; de
werkzaamheden worden met behoud van uitkering uitgevoerd.
Artikel 5. Proefplaatsing
- 1.
De proefplaatsing is gericht op het verkrijgen van een reguliere
detacherings- of arbeidsovereenkomst bij een werkgever. De werkgever
spreekt bij aanvang van de proefplaatsing de intentie uit om bij
gebleken geschiktheid en voldoende werkzaamheden de
bijstandsgerechtigde een detacherings- of arbeidsovereenkomst aan te
bieden.
- 2.
Het dagelijks bestuur kan een proefplaatsing bij een werkgever
aanbieden indien dit naar de mening van het dagelijks bestuur
noodzakelijk is voor de inschakeling in de arbeid.
- 3.
De proefplaatsing wordt aangeboden gedurende maximaal 40 uur per
week voor een aaneengesloten periode van maximaal 2 maanden. De
cliënt ontvangt geen beloning en er wordt gedurende deze periode
geen arbeidsovereenkomst aangegaan met de cliënt.
- 4.
Tijdens de proefplaatsing kan een loonwaarde meting uitgevoerd
worden.
- 5.
Met de werkgever en de cliënt wordt een schriftelijke
proefplaatsingsovereenkomst gesloten waarin het doel, de duur en
omvang, de taken en verplichtingen, de (eventuele) bijdrage van de
werkgever in de kosten en de overige gemaakte afspraken worden
vastgelegd.
- 6.
Een proefplaatsing kan niet worden ingezet wanneer voor dezelfde
cliënt bij dezelfde werkgever een werkervaringsplaats/-stage is
ingezet en daardoor de maximale periode van 6 maanden werken met
behoud van uitkering door cliënt is ingevuld.
Artikel 6. Detachering en uitzenden
- 1.
Aan de werkgever wordt een detacheringsvergoeding in rekening
gebracht rekening houdend met de vastgestelde loonwaarde van de
werknemer.
- 2.
De omvang van de detacheringsovereenkomst wordt in beginsel zodanig
vastgesteld dat de cliënt uitkeringsonafhankelijk wordt.
- 3.
Het is mogelijk om hiervan af te wijken indien dit naar het oordeel
van het dagelijks bestuur wegens in de persoon gelegen factoren
noodzakelijk is.
Artikel 7. Loonkostensubsidie Participatiebudget (doelgroep afstand tot de
arbeidsmarkt)
- 1.
Het dagelijks bestuur kan een aanvullende loonkostensubsidie
verstrekken aan werkgevers die een persoon een arbeidsovereenkomst
van minimaal 6 maanden verstrekken, gericht op
arbeidsinschakeling.
- 2.
De loonkostensubsidie bedraagt:
- a.
Bij een overeenkomst van tenminste 6 maanden maximaal
€3.750,00 (bij een fulltime dienstverband);
- b.
Bij een overeenkomst van tenminste 12 maanden maximaal
€7.500,00 (bij een fulltime dienstverband);
- c.
Bij een verlening van de overeenkomst met tenminste 12
maanden maximaal €2.500,00 (bij een fulltime
dienstverband);
- d.
Wanneer er sprake is van een overeenkomst met een part time
dienstverband wordt de loonkostensubsidie naar rato
toegekend
- 3.
De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond
van een ander artikel uit de Participatieverordening 2015 of op
grond van deze beleidsregels aanspraak maakt op een financiële
tegemoetkoming in verband met de indiensttreding van de
werknemer.
Artikel 8. Participatie voorziening Beschut Werk
- 1.
Het dagelijks bestuur kan de voorziening beschut werk aanbieden aan
een persoon. De voorziening beschut werk is bedoeld voor de
doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische
beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van
de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever
redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in
dienst neemt.
- 2.
Voorwaarden voor de inzet van de voorziening beschut werk zijn:
- a.
Met een diagnose-instrument wordt vastgesteld of:
- ·
mogelijk sprake is van loonwaarde van 20 tot 40%
en;
- ·
sprake is duurzaam arbeidsvermogen en;
- ·
de mogelijkheid tot (beperkte) groei van
loonwaarde.
- b.
Bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt
advies ingewonnen voor de beoordeling of iemand uitsluitend
in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden
mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
- c.
Samen met de cliënt wordt bepaald welke voorziening het
meest passend is. Hierbij wordt ook een vorm van
(arbeidsmatige) dagbesteding betrokken.
- d.
Met de cliënt en de werkgever worden eventueel fysieke
aanpassingen, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de
wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur bepaald.
Op grond van artikel 10, Participatiewet, kunnen
vergoedingen hiervoor worden verstrekt.
- 3.
De voorziening beschut werken wordt gekoppeld aan de
loonkostensubsidie. Deze is in principe niet gebonden aan een
termijn en kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet.
De loonwaarde en de loonkostensubsidie worden jaarlijks opnieuw
beoordeeld. De loonwaarde en loonkostensubsidie worden in beginsel
eenmaal per drie jaar vastgesteld.
Artikel 9. No-risk regeling garantiebanen 2015
- 1.
Een werkgever komt in 2015 bij ziekte van een werknemer in
aanmerking voor een no-risk polis als:
- a.
de werkgever voor ten minste de duur van zes
maanden een arbeidsovereenkomst aangaat met een
werknemer;
- b.
de werknemer voorafgaande aan de aanvang van de arbeid
behoort tot de doelgroep;
- c.
de werknemer een structurele functionele of andere beperking
heeft of de werkgever ten behoeve van de werknemer een
loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet
ontvangt;
- 2.
Werkgevers als bedoeld in het eerste lid kunnen gebruik maken van de
no-riskpolis die het UWV aanbiedt voor de gemeentelijke doelgroep
van de banenafspraak in het kader van de Participatiewet.
- 3.
UWV beoordeelt de ziekmelding op basis van artikel 29b
Ziektewet.
- 4.
UWV stelt het recht, de hoogte en de duur van de Ziektewetuitkering
vast.
- 5.
De no-riskpolis wordt verstrekt tot en met 12 maanden na
indiensttreding van de werknemer bij de werkgever.
Hoofdstuk 3. Overige (lokale) geregelde voorzieningen
Artikel 10. Uitstroompremie
De hoogte van de premie als bedoeld in artikel 14 van de
Participatieverordening 2015 bedraagt € 750,00 en is bedoeld om tegemoet
te komen in de kosten die verband houden met de verworven arbeid.
Artikel 11. Scholing
- 1.
Scholing of opleiding wordt ingezet om de toegang tot de
arbeidsmarkt te bevorderen.
- 2.
Scholing of opleiding is een onderdeel van een
re-integratietraject.
- 3.
Scholing of opleiding wordt niet ingezet als onderdeel van een
re-integratietraject als naar het oordeel van het dagelijks
bestuur een dergelijke scholing of opleiding de krachten of
bekwaamheden van de cliënt te boven gaat. Om dezelfde reden kan
scholing of opleiding ook beëindigd worden.
- 4.
Bij de beoordeling van de noodzaak van de scholing houdt het
dagelijks bestuur rekening met de voor cliënt geldende kortste
weg naar duurzame arbeid, zijn arbeids- en opleidingsverleden en
of de gevolgde en afgeronde opleidingen hebben geleid tot een
startkwalificatie.
- 5.
Kosten van scholing of opleiding
- a.
worden ten laste gebracht van het
Participatiebudget.
- b.
gaan niet ten laste van het Participatiebudget indien
cliënt voor de kosten van de opleiding of scholing een
beroep kan doen op een voorliggende voorziening.
- 6.
Bij toekenning van scholing en opleiding komen de volgende
kosten voor vergoeding ten laste van het Participatiebudget in
aanmerking:
- a.
opleidingskosten en cursusbijdragen
- b.
kosten voor boeken en leermiddelen die door het
opleidingsinstituut verplicht zijn gesteld
- c.
- d.
- 7.
Ferm Werk is bereid om mee te werken aan trajecten voor cliënten
die specifiek zijn aangedragen door het UAF. Wanneer het UAF
bereid is om de opleiding te bekostigen van statushouders, kan
Ferm Werk een uitkering verstrekken (zolang cliënt aan de
voorwaarden voldoet) gedurende het schakeljaar van de opleiding.
Ferm Werk behoudt zich het recht dit per individu te beoordelen.
Artikel 12. Onkostenvergoeding
- 1.
Het dagelijks bestuur kan een vergoeding voor onkosten toekennen
aan:
a. De cliënt die onkosten heeft als gevolg van deelname aan een
traject gericht
op arbeidsinschakeling of een traject gericht op
arbeidsactivering. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de
aantoonbare kosten.
b.De cliënt, niet zijnde een cliënt, die onkosten heeft als
gevolg van deelname aan een traject gericht op
arbeidsinschakeling en die een inkomen heeft boven het
bijstandsniveau. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding
wordt rekening gehouden met de draagkrachtrichtlijnen van Ferm
Werk, zoals die gelden bij bijzondere bijstand.
- 2.
Het dagelijks bestuur kan een vergoeding voor verwervingskosten
toekennen aan de cliënt, die naar aanleiding van een traject
gericht op arbeidsinschakeling algemeen geaccepteerde arbeid
heeft aanvaard en aantoonbare verwervingskosten heeft.
- 3.
De vergoeding van verwervingskosten van lid 2 is mogelijk
gedurende 6 maanden, gerekend vanaf de datum
werkaanvaarding.
- 4.
Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt rekening
gehouden met de draagkracht richtlijnen van Ferm Werk, zoals die
gelden bij bijzondere bijstand.
- 5.
Vergoeding van onkosten en verwervingskosten van artikel 11 lid
1 en 2 is niet mogelijk indien er voorliggende voorzieningen
zijn.
Artikel 13. Aanbodversterking
Onder aanbodversterking worden re-integratieactiviteiten of
re-integratieproducten verstaan die
ingezet moeten worden voordat een cliënt de stap op de arbeidsmarkt kan
zetten. Het kunnen diverse producten zijn. Ferm Werk heeft een interne
producten overzicht welke voor de hanteert een uitgebreid producten
Artikel 14. Persoonlijke ondersteuning
- 1.
Persoonlijke ondersteuning kan aangeboden worden als persoonlijke
coaching of als jobcoaching.
- 2.
Bij persoonlijke coaching gaat het om begeleiding bij persoonlijke
problemen of die in de thuissituatie om zodoende tot een stabiele
situatie te komen en/of de cliënt te motiveren om een vorm van
medische of psychische hulpverlening te accepteren, dan wel
schuldhulpverlening.
- 3.
Bij jobcoaching gaat het om begeleiding op de werkplek op vaste
tijden en gedurende een langere periode waardoor de werknemer beter
in staat is om de taken die hem zijn opgedragen uit te voeren. Het
doel is om zelfstandig optimaal te functioneren waardoor er sprake
zal zijn van een hogere loonwaarde.
Artikel 15. Bijzondere situaties
- 1.
In bijzondere situaties kan het dagelijks bestuur afwijken van het
bepaalde in deze beleidsregels.
- 2.
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het
dagelijks bestuur.
Artikel 16. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van
bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2015.
Artikel 17. Intrekken oude beleidsregels en overgangsrecht
- 1.
De beleidsregels zoals bedoeld in hoofdstuk Werk- Doelstellingen,
Voorzieningen en Samenwerking, zoals opgenomen in het handboek Grip
op Participatiewet worden ingetrokken voor zover zij
inhoudelijk.
- 2.
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening die
niet in overeenstemming is met deze beleidsregels behoudt deze
voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden die golden
bij toekenning van de ingezette voorziening, doch niet langer 12
maanden.
- 3.
Het dagelijks bestuur kan na afloop van de in het tweede lid
bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt
voortgezet.
- 4.
Beleidsregels blijven van toepassing ten aanzien van een
voortgezette voorziening als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 18. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels
Participatieverordening 2015”.