Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | HAVENVERORDENING Utrecht |
Citeertitel | Havenverordening Utrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Artikel 6.1.1 bevat overgangsrecht.
Deze regeling vervangt de Havenverordening Utrecht 1995.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2015 | nieuwe regeling | 25-06-2015 | 7 |
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
Verhuurboot type 1: een door spierkracht voortbewogen vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor bedrijfsmatige verhuur zonder bemanning aan wisselende personen gedurende korte perioden;
verhuurboot type 2: motorisch aangedreven vaartuig voor maximaal 12 personen, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor bedrijfsmatige verhuur zonder bemanning aan wisselende personen gedurende korte perioden;
Ligplaats: in deze verordening wordt onder het hebben of innemen van een ligplaats verstaan het gedurende langere tijd, waaronder ten minste de periode tussen zonsondergang en zonsopgang afgemeerd hebben van een vaartuig in openbaar water of dat gedeelte van het openbaar water dat gebruikt mag worden voor het afmeren van een vaartuig.
Passantenligplaats: ligplaats bedoeld voor eigenaren en/of houders van recreatievaartuigendie, op doorreis zijnde, met hun boot gedurende maximaal 72 uur in de stad Utrecht verblijven en bovendien niet al voor een andere ligplaats binnen de gemeente Utrecht havengeld betalen en/of een ligplaats- vergunning gekregen hebben.
rondvaartboot type 1: een door spierkracht voortbewogen vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van maximaal twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen; rondvaartboot type 2: een motorisch voortbewogen vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van maximaal twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen.
Onverminderd het bepaalde in het Binnenvaartpolitiereglement en in de overige artikelen van dit hoofdstuk is het zonder vergunning van het college van Burgemeester en Wethouders verboden een ligplaats te hebben of in te nemen met een vaartuig op een plaats, welke niet voor dat soort vaartuig in de Havenatlas is aangewezen.
Het is zonder vergunning van het college van Burgemeester en Wethouders verboden een woonboot, waarvoor op grond van artikel 2.2.1, eerste lid, vergunning is verleend, ook te gebruiken voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep.
Het in het eerste lid vervatte verbod omvat niet het verblijf op een vrachtschip, dat daadwerkelijk als zodanig wordt gebruikt, mits en zover het verblijf in het openbaar water rechtstreeks verband houdt met het laden of lossen van goederen, dan wel het verblijf beperkt is tot een enkele overnachting of tot zon- en feestdagen.
Het college van Burgemeester en Wethouders zal een vergunning, als bedoeld in het eerste lid,slechts verlenen voor een ligplaats in een zone die voor de recreatievaart is aangegeven in de Havenatlas en indien het daarbij bepaalde aantal, zoals omschreven in artikel 4.3.3, lid 3, alsmede de voor het recreatievaartuig bepaalde maatvoering niet wordt overschreden.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan bij afzonderlijk besluit het maximale aantal passagiersschepen, rondvaartboten (type 1 en2), bedrijfsvaartuigen en verhuurboten (type 1 en 2), waarvan de exploitatie zich richt tot de openbare wateren binnen de gemeente Utrecht, vaststellen, dat in het openbaar water mag worden geëxploiteerd.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan op of langs het openbaar water om redenen van ordening en in het belang van de openbare orde en veiligheid besluiten tot het plaatsen van één van de tekens, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in bijlage 7, onder A tot en met F van het Binnenvaartpolitiereglement.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; zij kan in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken het verbod, een gebod, aanbeveling of inlichting in een voorschrift opnemen.
Het is verboden te handelen in strijd met een teken en de daarbij horende nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, en met een voorschrift als bedoeld in artikel 3.1.1, derde lid.
De schipper die schade veroorzaakt aan gemeente-eigendommen is verplicht met de havenmeester een schaderegeling te treffen voordat hij zijn reis vervolgt.
Voor de recreatievaart geldt dat het college van burgemeester en wethouders bij de toekenning van ligplaatsvergunningen met een in de Havenatlas aan te geven maximumstelstel werkt. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om bij het bereiken van het maximum nadere criteria te ontwikkelen waaraan nieuwe vergunningen getoetst kunnen worden.
Behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren zijn met de handhaving van deze verordening en de zorg voor de naleving van de daarin bedoelde strafbare feiten de ambtenaren belast die door het college van Burgemeester en Wethouders zijn aangewezen.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavige verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Havenverordening Utrecht 1995 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop de Havenverordening Utrecht 1995 toegepast tenzij de Havenverordening 2005 voor aanvrager een gunstiger uitwerking heeft.
Zij die met een woonboot een ligplaats hebben ingenomen die als zodanig is opgenomen in de Havenatlas 2000 (ellipsvormig symbool met daarin een huisnummer), maar die nog niet van gemeentewege vergund is, worden geacht een legale ligplaats te hebben ingenomen. Bij vergunningverlening wordt uitgegaan van de maatvoering van de woonboot die ten tijde van het kracht worden van onderhavige verordening een ligplaats heeft ingenomen. Bij vervanging van de woonboot geldt deze maatvoering als vertrekpunt
Recreatievaartuighouders die op 18 maart 2003 met een recreatievaartuig dat groter is dan de geldende maatvoering een ligplaats hebben ingenomen in de voor de recreatievaart aangegeven zones of daarbuiten mogen dit recreatievaartuig op de toenmalige ligplaats laten liggen conform de destijds gedane bestuurlijke toezegging. Het betreffende vaartuig moet dan wel vermeld staan op de lijst die door de gemeente is opgemaakt ter inventarisatie.
Artikel 6.1.2 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag nadat zij is bekendgemaakt.