SOORT | TOEPASSING | ARBEIDSVOORWAARDENREGELING |
Aanloopschaal | Salarisschaal waarin een ambtenaar geplaatst kan worden bij indiensttreding of bij het intern aanvaarden van een andere functie als hij (nog) niet volledig voldoet aan de functie-eisen. | Artikel 3:3 lid 2 |
Functieschaal | Salarisschaal waarin een ambtenaar geplaatst kan worden bij indiensttreding of bij het aanvaarden van een andere functie als hij voldoet aan de functie-eisen dan wel waarnaar hij vanuit de aanloopschaal bevorderd kan worden na via een personeelsbeoordeling vastgesteld volledig en voldoende functioneren. | Artikel 3:3 lid 1 |
Uitloopschaal | Salarisschaal waarin een ambtenaar geplaatst wordt nadat hij het maximum van zijn functieschaal heeft bereikt en de twee laatste achtereenvolgende personeelsbeoordelingen (inclusief die bij het bereiken van het maximum van de functieschaal) minimaal een eindscore 7 omvatten en geen onvoldoende op deelscore(s). Als de beoordeling in het tweede jaar niet voldoet aan eindscore 7 en geen onvoldoende op deelscore(s) dan kan plaatsing in de uitloopschaal alsnog een jaar later plaatsvinden als in dat beoordelingsjaar wel aan het vereiste wordt voldaan. Plaatsing in de uitloopschaal kan ook bij nieuwe indiensttredingen indien de omstandigheden daar aanleiding toe geven. | Artikel 3:7 |
Jaarlijkse periodieke Verhoging | Wordt toegekend per 1 januari aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, tenzij er sprake is van middels een personeelsbeoordeling vastgesteld onvoldoende functioneren. | Artikel 3:4 lid 1 en lid 4 |
Onthouden jaarlijkse periodiek | Bij aantoonbaar onvoldoende functioneren (eindoordeel 5 of lager in de personeelsbeoordeling) wordt de jaarlijkse periodiek niet toegekend. | Artikel 3:4 lid 2 |
Één of meer extra periodieken | Aan de ambtenaar die nog niet op het maximum van de salarisschaal staat kan een extra periodiek toegekend worden, te weten één als de personeelsbeoordeling op alle onderdelen een score 8 laat zien en twee als de personeelsbeoordeling op alle onderdelen een score 9 laat zien. | Artikel 3:4 lid 3 |
Inpassing in hogere schaal (promotie) | Bij promotie naar een salarisschaal met een hoger maximum salaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag gelegen direct boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal geniet dan wel zou hebben genoten op de datum van de promotie. Als het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, wordt ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag. | Artikel 3:6 |
Functioneringstoelage | Een functioneringstoelage als het maximum van de uitloopschaal is bereikt op grond van meerdere jaren zeer goed of uitstekend functioneren en/of het geleverd hebben van bijzondere prestaties wordt steeds voor 1 jaar toegekend. De hoogte bedraagt maximaal 3 naasthogere salarisregels in de volgende schaal maar is nooit meer dan 10% van het eigen salaris van de ambtenaar. De toelage kan bij gelijkgebleven gronden jaarlijks opnieuw worden toegekend. | Artikel 3:8 |
Arbeidsmarkttoelage | Deze toelage is bedoeld om ambtenaren in dienst te kunnen nemen of te kunnen behouden in geval van schaarste op de arbeidsmarkt. Per situatie worden de hoogte (max 10% van het salaris) en de duur van de toelage (max 3 jaar) bepaald. De arbeidsmarkttoelage wordt in overleg met de medewerker maandelijks of 1x per jaar in de maand december uitbetaald. Over het aanwijzen van een functie waaraan een arbeidsmarkttoelage wordt gekoppeld, vindt vooraf overleg plaats met het GO. | Artikel 3:9 |
Inconveniëntentoelage | Deze toelage wordt gebaseerd op de inconveniëntenregeling. | Artikel 3:14 |
Garantietoelage | Een individuele toelage die in het kader van arbeidsvoorwaardenafspraken bij indiensttreding is/wordt afgesproken. | Artikel 3:15 |
Gratificatie | Bij een eenmalige extra prestatie (klus, project van zwaardere omvang, werkzaamheden die niet tot reguliere taak behoren, extra inzet op afwijkende momenten) kan een gratificatie gegeven worden van netto € 250, € 500, € 750 of € 1000, zowel individueel als in groepsvorm of een attentie als een cadeaubon etc. Gratificaties kunnen bij de jaarlijkse promotieronde meegenomen worden of als boter bij de vis na afloop van een klus. Een netto gratificatie kan op verzoek van de medewerker gebruteerd worden voor een te volgen opleiding. | Artikel 3:20 |
Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer | Voor eigen vervoer: vaste vergoeding per maand - 0 t/m 10 km = € 5 - 11 t/m 14 km = € 20 - 15 t/m 19 km = € 45 - 20 t/m 24 km = € 65 - 25 t/m 29 km = € 90 - 30 en meer km = €100 Voor openbaar vervoer: volledig vergoed op declaratiebasis op basis van goedkoopste manier van reizen. Bij afgesproken verhuizing naar woongebied: gedurende maximaal 2 jaar bij eigen vervoer kilometervergoeding volgens toegestane belastingvrije vergoeding of vergoeding openbaar vervoer op declaratiebasis op basis van goedkoopste manier van reizen | Artikel 3:22 |