Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels indiening WOB-verzoeken Nieuwegein |
Citeertitel | Beleidsregels indiening WOB-verzoeken Nieuwegein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-02-2016 | nieuwe regeling | 26-01-2016 | Onbekend. |
Artikel 4 Procedure van afhandeling
Bij de afhandeling van een WOB-verzoek is de WOB-coördinator verantwoordelijk voor:
Artikel 5 Gelegenheid tot aanvulling
Een verzoek om aanvulling als bedoeld in het eerste lid, wordt aan de verzoeker per post gestuurd aan het adres waarop hij zijn adres heeft volgens de basisregistratie personen als bedoeld in de Wet basisregistratie personen of aan het adres waar een bedrijf volgens het register van de Kamer van Koophandel gevestigd is.
Indien het adres van de indiener ontbreekt of niet te achterhalen is op grond van de registraties, bedoeld in het tweede lid, en deze in het WOB-verzoek geen adres heeft vermeld waaraan het verzoek om aanvulling per post verzonden kan worden, wordt het verzoek om aanvulling aan de indiener verzonden op de wijze waarop deze het WOB-verzoek heeft ingediend.
Toelichting bij de Beleidsregels afhandeling Wob-verzoeken Nieuwegein
Het doel van deze beleidsregels is om een beleidskader te hebben op grond waarvan de afhandeling van WOB-verzoeken op een eenduidige wijze kan plaatsvinden (coördinatie van de afhandeling van verzoeken). Bovendien is de bedoeling om de wijze van indiening van WOB-verzoeken te kanaliseren, namelijk via een web formulier gecombineerd met een Digid inlogcode (of e-herkenning). Daarnaast blijft het indienen van WOB-verzoeken per post en mondeling nog mogelijk. Verwezen wordt naar de toelichting bij artikel 3.
In dit artikel is ter verduidelijking en afbakening van een aantal begrippen specifieke definities.
Het merendeel van de WOB-verzoeken wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders (en de burgemeester). In de praktijk kan ook bij de gemeenteraad, raadscommissie of commissie Bezwaarschriften een WOB-verzoek worden ingediend. De onderhavige beleidsregels zijn dan van (overeenkomstige) toepassing.
Artikel 3 Wijze indiening WOB-verzoek
De ratio van deze bepaling is dat de indiening WOB-verzoeken per e-mail en/of fax niet langer mogelijk is. In de afgelopen jaren worden steeds vaker WOB-verzoeken ingediend. Bij veel verzoeken bestaat het vermoeden dat deze niet daadwerkelijk gericht zijn op het verkrijgen van informatie, maar waarbij gespeculeerd wordt op een termijnoverschrijding bij de behandeling van het verzoek en daarmee op het incasseren van een dwangsom op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen of het verkrijgen van proceskostenvergoeding na het indienen van een bezwaarschrift.
De e-mail en de fax bieden deze verzoekers de mogelijkheid om op een eenvoudige manier een (bijna) identiek WOB-verzoek tegelijkertijd bij een groot aantal overheidsinstellingen in te dienen. Behandeling van deze verzoeken kost veel tijd en ambtelijke capaciteit. Bovendien kan daardoor de kans vergroot worden dat de gemeente vaker een dwangsom moet verbeuren. Daarom vindt het college het, zolang de WOB niet wordt gewijzigd, niet gewenst om de mogelijkheid tot het indienen van een WOB-verzoek per e-mail en fax nog langer open te stellen. Daarnaast is besloten om voor het indienen van een WOB-verzoek een -minder misbruikgevoelig - webformulier met DigiD (en E-Herkenning) identificatie open te stellen om het elektronisch indienen van WOB-verzoeken mogelijk te maken, naast de bestaande mogelijkheid om schriftelijk per brief of mondeling een WOB-verzoek in te dienen.
Artikel 4 Procedure van afhandeling
Uitgangspunt is dat binnengekomen WOB-verzoeken worden gecoördineerd door de WOB coördinator.
Artikel 5 Gelegenheid tot aanvulling
Volgens artikel 4:5 Awb kan een bestuursorgaan besluiten een aanvraag niet te behandelen indien deze geweigerd wordt op grond van artikel 2:15 Awb. In dat geval is het wel nodig dat de indiener de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Voor het opnieuw opsturen per post van een reeds opgesteld verzoek, is een termijn van zeven dagen voldoende. Deze termijn is van overeenkomstige toepassing op Wob-verzoeken als bedoeld in het eerste lid.
Veel indieners van een oneigenlijk WOB-verzoek vermelden geen adres (b.v. in een e-mail), of een postadres waar men niet woont. Dit roept twijfels op over de identiteit van de indiener. Er zijn ook gevallen bekend van verzoekers die zich voordoen als gemachtigde van een ander, of van personen die weliswaar gemachtigd zijn maar waarbij de volmachtgever niet de intentie had om een WOB-verzoek in te dienen.
Om op dit punt duidelijkheid te krijgen, wordt een verzoek om aanvulling zoveel mogelijk per post naar het woonadres gestuurd waar de verzoeker is geregistreerd op grond van de Wet basisregistratie personen, of bij een zakelijke verzoeker naar het adres waar deze volgens het register van de Kamer van Koophandel is gevestigd.
Daarnaast wordt er uiteraard op gelet dat een verzoek ondertekend is en dat een machtiging op een juiste wijze is verstrekt.
Indien een verzoeker niet geregistreerd is en geen (duidelijk) adres in zijn verzoek heeft vermeld, zal toch getracht worden deze een verzoek om aanvulling te sturen. Indien dit aanvullingsverzoek de indiener niet of niet op tijd bereikt, komt dat in dat soort gevallen voor zijn eigen risico.