Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht 2016 |
Citeertitel | Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | bijzondere bijstand |
Geen
Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2016 | 24-09-2018 | nieuwe regeling | 26-01-2016 Gemeenteblad | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht,
de artikelen 5,11,12,13,14,15,16,18,35,49 van de Participatiewet;
goede voorlichting over de verlening van bijzondere bijstand van groot belang is;
de vernieuwing armoedeaanpak op 10 december 2015 is vastgesteld;
de criteria voor bijzondere bijstand aan herziening toe zijn;
het budget dat beschikbaar is voor bijzondere bijstand beperkt is;
Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht (RBBU) 2016
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 2. De vorm van de bijstand
Aan de belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning en bijbehorend erf verstrekt het college bijzondere bijstand voor zover tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen in redelijkheid niet kan worden verlangd, een en ander met inachtneming van artikel 50 van de wet.
Aan de belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning en bijbehorend erf verstrekt het college bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening voor zover het vermogen gebonden in de woning of bijbehorend erf hoger is dan het vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder d van de wet.
Hoofdstuk II. Toeslagen en collectieve ziektekostenverzekering
Artikel 6. Toeslag voor personen jonger dan 21 jaar
Artikel 7. Inkomensvoorziening voor personen van 18, 19 of 20 jaar oud, die in een inrichting verblijven
Bij verblijf in een inrichting van een persoon jonger dan 21 jaar verstrekt het college met inachtneming van artikel 12 van de wet bijzondere bijstand ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Artikel 8. Woonkostentoeslagen
Als de woonkosten van de zelf bewoonde woning niet hoger zijn dan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de Huurtoeslag en er geen aanspraak op huurtoeslag bestaat verstrekt het college een toeslag. De toeslag is gelijk aan de huurtoeslag die op grond van de Wet op de Huurtoeslag bij een inkomen gelijk aan het minimum-inkomensijkpunt, bedoeld in artikel 17, eerste lid, Wet op de Huurtoeslag, voor de woonkosten zou worden ontvangen.
Als aanspraak op huurtoeslag bestaat, berekend naar een inkomen dat voor de aanvang van de bijstandsverlening hoger was dan een inkomen gelijk aan het minimuminkomensijkpunt, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet op de Huurtoeslag, wordt een toeslag verstrekt. De toeslag is gelijk aan het overeenkomstig onderdeel a vastgestelde bedrag, verminderd met de aanspraak op de huurtoeslag.
Het college verstrekt een toeslag als de belanghebbende een eigen woning als bedoeld in artikel 3 van de wet bewoont waarvan de woonkosten niet hoger zijn dan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de Huurtoeslag. Deze toeslag is gelijk aan het bedrag van de huurtoeslag die op grond van de huurtoeslag in de laagste inkomenscategorie voor overeenkomstige woonkosten van een huurwoning per maand zou kunnen worden ontvangen.
Onder “woonkosten” wordt in dit artikel verstaan:
Artikel 9. Toeslagen voor de verzekeringspremie
Een toeslag wordt verstrekt voor de noodzakelijke premies van een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Artikel 10. Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering
Het college verstrekt aan personen met een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm en met inachtneming van het bepaalde in artikel 35 van de wet een bijdrage in de premie voor de door de gemeente Utrecht afgesloten collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Deze gemeentelijke bijdrage wordt verrekend met de door de verzekerde verschuldigde premie. Het collegestelt jaarlijks de hoogte van de bijdrage vast.
Hoofdstuk III Individuele verstrekkingen
Het college verstrekt de bijzondere bijstand ingevolge dit hoofdstuk overeenkomstig de bepalingen omtrent draagkracht en draagkrachtperiode als bedoeld in artikel 12.
Artikel 12. Draagkrachtruimte en draagkracht
Het inkomen boven de bijstandsnorm wordt verminderd met het buiten beschouwing te laten bedrag van de particuliere oudedagsvoorziening, bedoeld in artikel 33 lid 5 van de wet, alsmede de bedragen die met toepassing van de artikelen 6 en 7 van deze richtlijnen worden verstrekt, indien belanghebbende uitsluitend op een inkomen uit of op het niveau van de algemene bijstand is aangewezen.
In afwijking van het elders in dit artikel bepaalde geldt voor gezinnen of alleenstaande ouders met minderjarige schoolgaande kinderen die over een inkomen beschikken tot 125% van de voor hen geldende bijstandsnorm, die noodzakelijke kosten hebben als bedoeld in artikel 15, onderdeel l, van deze richtlijn, dat er onvoldoende draagkracht in het inkomen aanwezig is om in deze kosten te voorzien.
Artikel 13. Medische en paramedische kosten
De Zorgverzekeringswet en de AWBZ zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen. Dit betekent dat er in beginsel geen aanspraak bestaat op bijzondere bijstand voor medische kosten. Slechts in uitzonderlijke gevallen, als er sprake is van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16, lid 1 van de Participatiewet, kan hiervan worden afgeweken.
Artikel 14. Voorzieningen ter bevordering van het zelfstandig functioneren van personen die
de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt of mensen met een beperking
Voor bijstandsverlening komen in ieder geval de volgende kosten in aanmerking:
Artikel 15. Kosten in verband met bijzondere sociale, financiële of medische omstandigheden
Voor bijstandsverlening komen in ieder geval de volgende kosten in aanmerking:
de kosten voor persoonlijke uitgaven voor personen die gedwongen zijn opgenomen, tot een bedrag ter hoogte van de zak en kleedgeldnorm als bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet, de kosten van de premie voor de ziektekostenverzekering en de vaste lasten die verbonden zijn aan de woning indien deze wordt aangehouden en hierin niet middels (onder)verhuur kan worden voorzien;
de kosten in verband met aflossing van een schuldenlast die niet het gevolg is van het uitoefenen van een bedrijf of beroep als zelfstandige, als en voor zover de belanghebbende als gevolg van de schuldenlast niet kan voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan en de schuldenlast niet het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan; de richtlijnen schuldhulpverlening zijn hierop van overeenkomstige toepassing;
Artikel 16. Duurzame gebruiksgoederen
Een krediet bij Werk en Inkomen geldt als voorliggende voorziening met betrekking tot de bijstand voor duurzame gebruiksgoederen voor alle zelfstandige huishoudens met en zonder ten laste komende kinderen met een inkomen boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Indien een krediet bij Werk en Inkomen niet mogelijk is, kan (leen)bijstand worden verleend tot het bedrag van de noodzakelijke kosten.
Een krediet bij Werk en Inkomen geldt als voorliggende voorziening voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen voor alle zelfstandige huishoudens zonder ten laste komende kinderen die een inkomen hebben tot het niveau van de bijstandsnorm. Indien een krediet niet mogelijk is, kan (leen)bijstand worden verleend tot het bedrag van de noodzakelijke kosten.
Deze richtlijnen kunnen worden aangehaald onder de titel: Richtlijnen Bijzondere Bijstand gemeente Utrecht 2016.
Artikel 21. Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Personen die vóór of op de datum van bekendmaking een tegemoetkoming op grond van de Richtlijn Bijzondere Bijstand 2015 ontvangen, behouden, bij ongewijzigde omstandigheden, hun aanspraken overeenkomstig de bepalingen van die regeling en, indien van toepassing, tot de einddatum van de in het toekenningsbesluit genoemde periode.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op