Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Nadere regels Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering
CiteertitelNadere regels Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering 2016, art. 4
  2. Verordening Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering 2016, art. 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-2016nieuwe regeling

15-12-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 03-02-2016

15INT00381

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

 

gelet op de artikelen 4 en 12 van de Verordening Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering 2016;

 

besluit vast te stellen de volgende

 

Nadere regels Stimuleringslening Particuliere Woningverbetering

Artikel 1 Stimuleringsmaatregelen

Tot de stimuleringsmaatregelen worden gerekend:

  • 1.

    Funderingsherstel, te weten het opheffen van bouwtechnische gebreken door de fundering van een pand te herstellen en de daaraan gerelateerde gevolgschade aan het casco.

  • 2.

    Casco-onderhoud, te weten het pakket aan te brengen voorzieningen aan een pand die voortvloeien uit het bouwkundig onderhoudsrapport.

    Maatregelen en kosten die verband houden met grondwaterproblematiek kunnen, voor zover deze onder de verantwoordelijkheid van de woningeigenaar valt, worden meegenomen in de financiering van casco-onderhoud.

  • 3.

    Energiebesparende maatregelen, wanneer het casco-onderhoud van het pand helemaal op orde is, of voor zover de aanschrijvingswaardige gebreken gelijktijdig op orde worden gebracht. Het betreft uitsluitend de maatregelen voor zover zij zijn opgenomen in een maatwerkadvies voor energiebesparing en die bestaan uit:

    • a.

      bouwkundige energiebesparende maatregelen: aanbrengen van gevelisolatie, vervangen van de CV-installatie en het aanbrengen van HR++ glas en;

    • b.

      vormen van actief energie besparen zoals een zonneboiler of een systeem met Photo-Voltaïsche energie, waarbij met zonne-energie elektriciteit wordt opgewekt (PV-systeem);

    • c.

      andere maatregelen met een maximale terugverdientijd van 15 jaar.

  • 4.

    Zwamaanpak, te weten het bestrijden van agressieve vormen van zwam die voorkomen in de kruipruimte onder de begane grond vloer van een pand en waarbij besmettingsgevaar dreigt door de bouwmuren heen naar naastgelegen panden.

  • 5.

    Maatregelen ter verbetering van de toe- en doorgankelijkheid van de gemeenschappelijke delen van appartementengebouwen.

  • 6.

    Veiligheid, te weten het opheffen van constructieve problemen bij appartementengebouwen.

Artikel 2 Kenmerken Stimuleringslening

  • 1)

    funderingsherstel: een laagrentende lening van minimaal € 2.500,- en maximaal € 70.000,- per pand met een looptijd van maximaal 30 jaar, een rentepercentage tot 5% onder de gangbare marktrente met een minimumrente van 1,5% en een gratis globaal herstelplan;

  • 2)

    casco-onderhoud, inclusief de eventuele energiebesparende maatregelen zoals genoemd in artikel 1, lid 3: een laagrentende lening van minimaal € 1.000,- en maximaal € 17.500,-- per pand met een looptijd van maximaal 20 jaar, een rentepercentage tot 5% onder de gangbare marktrente met een minimumrente van 1,5% en gratis maatwerkadvies;

  • 3)

    bestrijding van agressieve zwam: een laagrentende lening van minimaal €500,- en maximaal van de totale kosten per woning, inclusief de daaruit volgende bouwkundige werkzaamheden, met een looptijd van maximaal 20 jaar en een rentepercentage tot 5% onder de gangbare marktrente met een minimumrente van 1,5 %;

  • 4)

    maatwerklening: bij de Maatwerklening wordt een passend betalingsschema aangeboden, zodat de noodzakelijke investering toch kan worden uitgevoerd. Na afloop van drie jaar wordt op basis van een inkomenstoets de hoogte van de rente en aflossing voor een volgende periode vastgesteld.

  • 5)

    VvE-lening: een laagrentende lening van minimaal € 1.000,- en maximaal € 17.500 per appartementsrecht met een looptijd van maximaal 20 jaar, een rentepercentage tot 5% onder de gangbare marktrente met een minimumrente van 2%.

  • 6)

    Kosten SVn: de SVn brengt kosten in rekening.

    • a)

      voor de lening die is genoemd in lid 1 bedragen deze € 850,- (peilatum 1 januari 2016).

    • b)

      voor de leningen genoemd in lid 2 en 3 wordt door de SVn een opslagpercentage van 0,9% (peildatum 1 januari 2016) in rekening gebracht.

    • c)

      Voor de maatwerklening genoemd in lid 4 bedragen de afsluitkosten € 950,- (peildatum 1 januari 2016) indien het een hypothecaire lening betreft (leningbedrag meer dan € 17.500,-). Over de verrekening van kosten bij de consumptieve maatwerklening (leningbedrag minder dan € 17.500,-) volgt aanvullende informatie door de SVn.

    • d)

      Voor de lening genoemd in lid 5 bedragen de afsluitkosten 1,5% van de hoofdsom (peildatum 1 januari 2016).

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Schiedam in zijn vergadering van 15 december 2015

De wnd. secretaris, De voorzitter,

drs. M.A. van den Hende C.H.J. Lamers