Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling voor het recreatieschap Midden-Delfland |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling voor het recreatieschap Midden-Delfland |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | recreatie |
De datum van ondertekening ziet op de datum van het laatste besluit benodigd voor de wijziging van deze gemeenschappelijke regeling.
Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 51
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2015 | De artikelen 1, 2, 4, 5, 6, 9, 12, 13, 15, 16, 25, 26, 33, 34, 36, 37, 39 en 43 zijn gewijzigd. Artikel 7 is vervallen. | 17-12-2015 | Onbekend |
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Provinciale staten en gedeputeerde staten van de Provincie Zuid-Holland, de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Westland, Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen, vormen ter behartiging van de belangen als omschreven in artikel 2 een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, genaamd “Recreatieschap Midden-Delfland, dat is gevestigd te ’s-Gravenhage.
a. ‘recreatieschap’: het openbaar lichaam, genoemd in artikel 1, eerste lid, van deze regeling;
b. ‘deelnemers’: alle aan de regeling deelnemende bestuursorganen van gemeenten en de provincie;
c. ‘provinciale staten’: Provinciale Staten van Zuid-Holland;
d. ‘gemeenteraden’: de raden van de aan deze regeling deelnemende gemeenten;
e. ‘raad’: het algemeen bestuur van het recreatieschap Midden Delfland (Midden-Delflandraad);
f. ‘gebied’: het gebied, zoals is aangegeven op de bij deze regeling behorende en daartoe gewaarmerkte kaart.
Het recreatieschap heeft tot taak het behartigen van de belangen van de openluchtrecreatie in het in lid 2 onder f van artikel 1 aangegeven gebied, zulks voor zover mogelijk onder handhaving van het landelijk karakter van het gebied, daaronder begrepen het bewaren en bevorderen van de natuur en landschappelijke waarden, het in stand houden van flora en fauna, zomede het verlenen van medewerking aan en het bevorderen van de totstandkoming en de handhaving van een natuurlijk biologisch evenwichtig milieu in het gebied.
Hoofdstuk II. De Midden Delflandraad
Behoudens in geval van toepassing van het tweede lid bestaat de raad uit veertien leden, als volgt benoemd:
a. twee leden door provinciale staten uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de gedeputeerden;
b. twee leden door de raad van de gemeente Delft uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders;
c. één lid door de raad van gemeente Westland uit zijn midden de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders;
d. twee leden door de raad van gemeente Midden-Delfland uit zijn midden de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders;
e. twee leden door de raad van gemeente Maassluis uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders;
f. één lid door de raad van gemeente Rotterdam uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders;
g. twee leden door de raad van gemeente Schiedam uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders;
h. twee leden door de raad van gemeente Vlaardingen uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen en uit de wethouders.
De leden mogen niet in dienst van het recreatieschap werkzaam zijn.
De raad en het dagelijks bestuur verstrekken aan provinciale staten en de gemeenteraden alle inlichtingen die door één of meer leden van die organen worden verlangd, tenzij het algemeen belang zich daartegen verzet. Het reglement van orde van het desbetreffende bestuur regelt de wijze waarop hieraan uitvoering wordt gegeven.
Aan de raad behoort met betrekking tot de in artikel 2 omschreven bevoegdheden van het recreatieschap alle bevoegdheden, tenzij bij wet of in deze regeling anders is bepaald.
De raad is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het recreatieschap verordeningen te maken. Op overtreding van de bij of krachtens deze verordeningen gegeven voorschriften kan straf worden gesteld.
Voordat een verordening wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp daarvan voor zienswijzen aan gedeputeerde staten en aan de colleges van burgemeester en wethouder van de deelnemende gemeenten en aan de dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap Delfland. Het besluit tot vaststelling van de verordening wordt niet genomen binnen zes weken na de datum van verzending van het ontwerp.
Voor zover een verordening van het recreatieschap voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van de provincie Zuid-Holland of één van de aan de regeling deelnemende gemeenten, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen dat de verordening van de provincie of van een gemeente voor het hele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Voor zover een verordening van de provincie Zuid-Holland of van één van de deelnemende en gedeeltelijk binnen het gebied gelegen gemeenten in hetzelfde onderwerp voorziet als een eerder in werking getreden verordening van de raad, geldt eerstbedoelde verordening niet voor het binnen het gebied gelegen deel van provincie of gemeente.
De deelnemers aan deze regeling geven het dagelijks bestuur terstond kennis van alle hunnerzijds genomen besluiten waarvan de kennisgeving voor de uitoefening van de bevoegdheden van de raad en het dagelijks bestuur van belang is.
De raad stelt met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van provinciale staten en gedeputeerde staten, de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Delfland.
Hoofdstuk III. Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit vijf leden, door en uit de raad aan te wijzen, te weten:
a. één van de leden van de raad benoemd door provinciale staten;
c. één van de leden van de raad benoemd door de gemeente Delft;
d. twee leden van de raad, aan te wijzen uit de leden benoemd door de gemeenten Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen;
e. één lid van de raad, aan te wijzen uit de leden benoemd door de gemeente Midden-Delfland.
Het dagelijks bestuur heeft tot taak:
a. het voorbereiden van al hetgeen in de raad ter overweging en beslissing worden gebracht;
b. het uitvoeren van de besluiten van de raad;
c. het afkondigen van de besluiten waarvan de afkondiging bij de wet, bij deze gemeenschappelijke regeling of bij besluit van de raad is voorgeschreven;
d.het desgevraagd dienen van bericht en raad over alle zaken het recreatieschap betreffende aan de departementen van algemeen bestuur, aan het provinciaal bestuur van Zuid-Holland en de deelnemende gemeenten, tenzij zulks bepaaldelijk van de raad wordt verlangd;
e. het beheren van de inkomsten en uitgaven, voor zover dit niet bij of krachtens deze gemeenschappelijke regeling aan anderen is opgedragen;
f. de dagelijkse zorg voor de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding;
g. de zorg voor de bewaring van de archiefbescheiden;
h. het toezicht op het beheer en het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen;
i. het vaststellen van de voorwaarden van aanbesteding of uitvoering van de werken en leverantiën welker vaststelling de raad niet aan zichzelf heeft voorbehouden;
j. het houden van toezicht op de handelingen van de directeur, genoemd in artikel 26;
k. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;
l. het stellen van nadere regelen, bedoeld in artikel 9, tweede lid;
m. het houden van een gedurig toezicht op alles wat het recreatieschap aangaat.
Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk de door de raad vastgestelde verordeningen en reglementen ter kennisneming aan provinciale staten en gedeputeerde staten, de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Delfland.
Zij verstrekken – tezamen dan wel afzonderlijk – aan de raad alle inlichtingen die door de raad dan wel één of meer leden daarvan hetzij mondeling in een vergadering van de raad, hetzij schriftelijk worden verlangd en wel door:
a. mondelinge beantwoording van de gestelde vragen in dezelfde vergadering van de raad;
b. toezending van bepaalde aangewezen stukken binnen drie weken na ontvangst van het verzoek daartoe;
c. schriftelijke beantwoording van de gestelde vragen binnen zes weken na ontvangst daarvan.
Het dagelijks bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling een reglement van orde voor zijn vergadering vast. Dit reglement wordt aan de raad ter kennis gebracht.
Het dagelijks bestuur mag niet beraadslagen en besluiten indien niet tegenwoordig is ten minste de helft van het aantal leden, waaronder de voorzitter of zijn plaatsvervanger. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.
Tot de uitvoering, bedoeld in artikel 16, lid 1, onder b, behoort de bevoegdheid tot het op kosten van de overtreders doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met een verordening van de raad is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen, nagelaten, beschadigd of weggenomen. Spoedeisende gevallen uitgezonderd wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd.
De ingevolge het bepaalde in artikel 21 verschuldigde kosten kan het dagelijks bestuur bij dwangbevel invorderen. Dit wordt op kosten van de schuldenaar bij deurwaarders exploit betekend en tenuitvoergelegd op de wijze, bij het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering ten aanzien van vonnissen en authentieke akten voorgeschreven.
Hoofdstuk V. De secretaris en de penningmeester
De raad, het dagelijks bestuur en de voorzitter worden bijgestaan door een secretaris en een penningmeester, aan welke functionarissen in de vergaderingen van de raad en in die van het dagelijks bestuur een adviserende stem toekomt. De raad benoemt, schorst en ontslaat hen en kan een instructie voor hen opstellen; bij afwezigheid of ontstentenis worden zij vervangen op de wijze, door de raad te bepalen.
Hoofdstuk VII. Financiële bepalingen
De huishouding van het recreatieschap wordt ingericht als die van een tak van dienst in de zin van de Provinciewet, voor zover betreft: 1. het doen van betalingen; 2. de financiële administratie, de begroting en de rekening daaronder begrepen; 3. het doen van overschrijvingen tussen uitgaafposten van de begroting, en 4. de deugdelijkverklaring van de rekeningcijfers.
Jaarlijks stelt de raad een financieel vijfjarenplan op. De cijfers van het eerste jaar van het vijfjarenplan gelden als begrotingscijfers. De cijfers van de overige jaren geven de maximaal in de jaren te besteden gelden aan, gebaseerd op het prijspeil van het eerste jaar van het vijfjarenplan. Vaststelling dient te geschieden bij een raadsbesluit, dat met ten minste tweederde plus één van de stemmen van de aanwezige leden wordt vastgesteld.
De ontwerp begroting wordt door de zorg van de provincie en deelnemende gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de ter inzagelegging en de verkrijging, tussen welke en de behandeling van de begroting ten minste veertien dagen moet verlopen, geschiedt openbare kennisgeving.
Na vaststelling zendt de raad, zo nodig als in de onder lid 1 genoemde ontwerp begroting wijzigingen zijn aangebracht, de begroting aan de deelnemers, die terzake aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen acht weken na toezending van de begroting aan hen van hun gevoelen kunnen doen blijken.
Het bepaalde in het eerste, derde en vijfde lid van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, tenzij het dagelijks bestuur op grond van het zevende lid besloten heeft een begrotingswijziging niet voor zienswijze aan de deelnemers aan te bieden. Het bepaalde in het eerste en derde lid van dit artikel is echter niet van toepassing op wijzigingen van de begroting, die leiden tot: a. een verlaging van de bijdrage van de deelnemers; b. een gehele of gedeeltelijke besteding van het voor onvoorziene uitgaven begrote bedrag; c. het in de begroting opnemen van investeringen, die voor het begrotingsjaar of het daaraan voorafgaande jaar in het meerjareninvesteringsschema van het laatste door de raad vastgestelde financieel vijfjarenplan zijn opgenomen.
Het totaal van de begroting vormt het autorisatieniveau voor begrotingswijzigingen. Indien noodzakelijk vinden begrotingswijzigingen plaats bij voorjaarsnota en/of najaarsnota. Het dagelijks bestuur biedt voorgenomen begrotingswijzigingen voor een zienswijze aan aan de deelnemers. Het dagelijks bestuur kan hiervan afzien als:
1. Het totaal aan (budget)mutaties minder dan 5% van de totale begrotingsomvang (baten) bedraagt en;
2. De wijziging(en) het totaal van de begrote lasten niet te boven gaan of waar deze de begrote laste wel te boven gaan er in financiële dekking is voorzien door:
a. extra opdracht(en) van een individuele deelnemer en bijbehorende financiële dekking;
b. overige taken, zoals wettelijke taken waar extra bijdragen van derden/deelnemers tegenover staan.
Het in artikel 33, lid 1, bedoelde uitgavenplafond mag door een wijziging van de begroting niet worden overschreden. Indien zulks echter in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, dient de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging te geschieden bij een raadsbesluit, dat met ten minste tweederde plus één van de stemmen van de aanwezige leden wordt vastgesteld.
Met betrekking tot elk boekjaar legt het dagelijks bestuur voor 1 juli van het daaropvolgende jaar aan de raad een rekening van het recreatieschap over en een balans per 31 december van dat boeklaar. Hij voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een niet in dienst van het recreatieschap of van één van de deelnemers staande, door de raad aan te wijzen deskundige. Zodra de stukken aan de raad zijn aangeboden, worden zij algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de verkrijgbaarstelling vindt openbare kennisgeving plaats.
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen het geldelijk beheer en de boekhouding te allen tijde aan een onderzoek van hunnentwege doen onderwerpen. Aan de daartoe door hen aan te wijzen ambtenaren verstrekt het dagelijks bestuur desgevraagd alle voor dit onderzoek nodige inlichtingen.
Hoofdstuk VIII. De geldmiddelen
Ten laste van de gemeente Westland komt een jaarlijkse bijdrage, te beginnen met een bedrag van f 11.000,-- in 1991 elk volgend jaar te verhogen met een bedrag van f 1.750,-- en vanaf 1999 resulterend in de maximale jaarlijkse bijdrage van f 25.000,--. Voorzover er deelnemersbijdragen worden geïndexeerd, wordt de jaarlijkse bijdrage van de gemeente Westland eveneens geïndexeerd.
Het resterende nadelig saldo wordt over elk van de overige deelnemers als volgt verdeeld:
- ten laste van de provincie Zuid-Holland 32 % tot een maximumbedrag van € 609.488
- ten laste van de gemeente Delft 16 % tot een maximumbedrag van € 301.864
- ten laste van de gemeente Midden-Delfland 2% tot een maximumbedrag van € 37.733
* De resterende 50% wordt gebracht ten laste van de gemeenten Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen met toepassing van artikel 7, lid 3 van de Wet opheffing openbaar lichaam Rijnmond.
Wanneer de begroting een over de deelnemers conform de leden 1 en 2 om te slaan tekort aanwijst zal de in de begroting geraamde bijdrage door de deelnemers bij wijze van voorschot worden voldaan in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste op 1 februari en de tweede op 1 augustus van het desbetreffende begrotingsjaar vervalt. Bij niet tijdige vertaling van het voorschot in het nadelige saldo zal vanaf de vervaldatum de wettelijke rente worden berekend.
Bijlage 1 Kaart werkingsgebied Gemeenschappelijke regeling Midden-Delfland
http://www.zuid-holland.nl/publish/pages/12948/overzichtskaartmidden-delfland.pdf