Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de opruiming van drugsafval Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Groningen 2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Groningen 2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidies |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-05-2017 | 22-05-2017 | 04-06-2020 | artikel 8 | 16-05-2017 | |
01-02-2016 | 25-05-2017 | nieuwe regeling | 26-01-2016 | 614480 |
Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 26 januari 2016, nr. 614480, afd. OM, tot bekendmaking van het besluit van Gedeputeerde Staten van 26 januari 2016, nr. A.13, tot vaststelling van de Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Groningen 2016.
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;
maken bekend dat door Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 26 januari 2016, nr. A.13, is vastgesteld hetgeen volgt:
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;
Gelet op artikel 8 van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 en artikel 4.81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat de Tweede Kamer op 30 oktober 2014 bij het vaststellen van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het jaar 2015 een amendement heeft aangenomen waarmee ten laste van de begroting van het ministerie in de jaren 2015, 2016 en 2017 telkens een bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van cofinanciering tot maximaal 50% van de kosten van opruiming van drugsafvaldumpingen (Kamerstuk 34000 XII nr. 49);
Overwegende dat op 3 december 2015 tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de vereniging van het Interprovinciaal Overleg het convenant “Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen” is afgesloten waarin nader is bepaald hoe de verdeelsleutel van het beschikbare bedrag tussen de provincies tot stand komt en waarin afspraken zijn vastgelegd over de wijze en voorwaarden waarop provincies overgaan tot subsidieverstrekking op basis van het amendement;
Overwegende dat in de provincie Groningen jaarlijks tenminste vier drugsdumpingen plaatsvinden en derhalve voor 2015 uit het gereserveerde bedrag € 21.722,12 via het provinciefonds beschikbaar wordt gesteld aan provincie Groningen voor subsidieverstrekking;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daar waar sprake is van staatssteun, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing acht:
a. Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013;
b. Verordening (EG) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;
Vast te stellen hetgeen volgt:
Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Groningen 2016 als volgt vast te stellen:
Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager naar het oordeel van Gedeputeerde Staten medeverantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of dumping van het drugsafval waarop de aanvraag is gericht.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk voor onafhankelijke derden gemaakte kosten voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen voor:
Artikel 7 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Indien de binnen de periode, bedoeld in artikel 8, onder c, voor subsidie in aanmerking komende subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, wordt in afwijking van artikel 9, eerste lid, het percentage van de subsidiehoogte gewijzigd, zodat de totaal te verstrekken subsidie het subsidieplafond niet te boven gaat. Het totaal aan beschikbare subsidie wordt onder alle voor subsidie in aanmerking komende aanvragen verdeeld.
Gedeputeerde Staten beslissen op een aanvraag om subsidie binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiode.
Groningen, 26 januari 2016.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Groningen 2016
De subsidieregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de cofinanciering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren voor het opruimen van drugsafvaldumpingen hebben gemaakt.
Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen. Onder andere omvat dit afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan de gedupeerden.
Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidie tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootst zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en aldus ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in het buitengebied niet alleen sprake is vol eigendom van grond, maar ook van zakelijk rechten zoals erfpacht en opstal waarbij bepaalde eigen-domsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.
Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio’s protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidsschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet Milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hier bij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.
De inhoud van de regeling is tot stand gekomen met de 12 provincies. Iedere provincie hanteert dezelfde bepalingen voor wat betreft de volgende essentialia:
- vereisten subsidiabele activiteit
- beslistermijnen en vaststelling ineens.
Deze essentialia worden door iedere provincie binnen hun eigen structuur van regelgeving, waaronder de eigen Algemene subsidieverordening, vastgesteld in een regeling of als onderdeel van een algemeen subsidiebesluit of een algemene subsidieverordening.
Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende:
- de ontvanger is een onderneming in de zin van Europees recht;
- het voordeel dat met de subsidie wordt verkregen, zou niet op de markt verkregen zijn;
- de subsidie geldt voor specifieke sectoren;
- de maatregel vervalst in potentie de mededinging of concurrentiepositie omdat de ontvanger in staat wordt gesteld investeringen te doen. Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruik gemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.
Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant.
Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.
Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogt de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.
Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkte rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.
Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigden op de grond.
Van belang bij de afbakening van de doelgroep is dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker, zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.
Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Dit is geregeld in artikel 6.
In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van de opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd maar verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, vermits deze als vanzelfsprekend binnen de openstellingsperiode is ingediend.
De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten is beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is niet meer aan de orde.
De subsidiabele kosten omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op factuur aantoonbaar.
Artikel 7 Niet subsidiabele kosten
In de geest van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement is dat de tegemoetkoming die gemeenten krijgen in de kosten van de opruiming van drugsafval, inclusief de BTW-compensatie, procentueel gelijk is aan de tegemoetkoming die grondeigenaren niet zijnde gemeenten ontvangen voor de door hen gemaakte kosten. Daarom is bij het bepalen van de te verstrekken cofinanciering vanuit het provinciefonds rekening gehouden met de BTW-compensatie.
Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag
Voor het vaststellen van het aanvraagformulier hebben GS mandaat verleend aan GS van de provincie Noord-Brabant omdat de provincie Noord-Brabant de volledigheidstoets en de inhoudelijke toets op zich neemt. Noord-Brabant fungeert als subsidieloket.
Gedeputeerde Staten voornoemd: