Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent het opruimen van drugsafval (Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Brabant) |
Citeertitel | Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | leefomgeving, milieubeheer, subsidies, financieel kader |
Geen
Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, art. 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2019 | 27-05-2020 | aanhef, artikel 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 | 19-03-2019 | C2241415/4491656 | |
31-03-2018 | 29-03-2019 | artikel 8 | 20-03-2018 | C2223696/0334891 | |
27-05-2017 | 31-03-2018 | artikel 4, 5, 6, 7, 8, 9 | 16-05-2017 | C2208338/4185599 | |
28-01-2016 | 27-05-2017 | nieuwe regeling | 25-01-2016 | S0308493 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord- Brabant;
Overwegende dat de Tweede Kamer op 30 oktober 2014 bij het vaststellen van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het jaar 2015 een amendement heeft aangenomen waarmee ten laste van de begroting van het ministerie in de jaren 2015, 2016 en 2017 telkens een bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van cofinanciering tot maximaal 50% van de kosten van opruiming van drugsafvaldumpingen (Kamerstuk 34000 XII nr 49);
Overwegende dat op 3 december 2015 tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de vereniging van het Interprovinciaal Overleg het convenant “Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen” is afgesloten waarin nader is bepaald hoe de verdeelsleutel van het beschikbare bedrag tussen de provincies tot stand komt en waarin afspraken zijn vastgelegd over de wijze en voorwaarden waarop provincies overgaan tot subsidieverstrekking op basis van het amendement;
Overwegende dat in de provincie Noord-Brabant jaarlijks tenminste 58 drugsdumpingen plaatsvinden en derhalve voor 2015 uit het gereserveerde bedrag 333.500 euro via het provinciefonds beschikbaar wordt gesteld aan de provincie Noord-Brabant voor subsidieverstrekking;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat het opruimen van drugsafval in het kader van de Europese regelgeving niet kan worden aangemerkt als een economische activiteit, dan wel dat slechts sprake is van een lokaal effect, zodat van staatssteun geen sprake is;
a. Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013;
b. Verordening (EG) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;
Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager medeverantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of het achterlaten van het drugsafval.
Onverminderd voorgaande leden toont de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 2, onder a, aan op welke wijze hij gebruik maakt van de bevoegdheid bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht om de omgevingsvergunning in te trekken, indien het drugsafval is achtergelaten in een gierkelder.
Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de periode van 2 april 2019 tot en met 12 december 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode, genoemd in artikel 8, vast op € 550.000.
Artikel 12 Subsidievaststelling
Op subsidies tot €25.000 is artikel 20, eerste lid, onder a van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant van toepassing.
Gedeputeerde Staten zenden in het voorjaar van 2020 en vervolgens telkens ieder jaar na het verstrekken van de subsidies voor dat jaar aan Provinciale Staten een verslag of de verstrekking van subsidies op efficiënte en doelmatige wijze plaatsvindt en of de wijze van subsidieverstrekking een doelmatige en efficiënte wijze is van bijdragen in de kosten van het opruimen van drugsafval.
’s-Hertogenbosch, 25 januari 2016,
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Brabant
Algemeen De subsidieregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van IenM en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de cofinanciering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren voor het opruimen van drugsafvaldumpingen hebben gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen. Onder andere omvat dit afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan de gedupeerden.
Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidie tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootst zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en aldus ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral buitengebied niet alleen sprake is vol eigendom van grond, maar ook van zakelijk rechten zoals erfpacht en opstal waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.
Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio’s protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidsschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet Milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hier bij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.
Juridisch kader De inhoud van de regeling is tot stand gekomen met de 12 provincies. Iedere provincie hanteert dezelfde bepalingen voor wat betreft de essentialia van de regeling. Deze essentialia worden door iedere provincie binnen hun eigen structuur van regelgeving, waaronder vastgesteld. Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in deze subsidieregeling zijn vastgelegd maar in de Asv. In de Asv staat onder meer dat verrekenbare of compensabele BTW niet subsidiabel zijn, waar de aanvraag moet worden ingediend en wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten.
Staatssteun Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval is aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende: 1. de ontvanger is een onderneming in de zin van Europees recht; 2. het voordeel dat met de subsidie wordt verkregen, zou niet op de markt verkregen zijn; 3. de subsidie geldt voor specifieke sectoren; 4. de maatregel vervalt in potentie de mededinging of concurrentiepositie omdat de ontvanger in staat wordt gesteld investeringen te doen. Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruik gemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.
Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant. Onder b drugsafval Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders. Onder c erkende verwijderaar Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogt de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen. Onder e zakelijk gerechtigden Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkt rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.
Artikel 2 Doelgroep Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigden op de grond. Van belang bij de afbakening van de doelgroep is dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker, zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten Op grond van de formulering wordt voor het opruimen van drugafval en voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.
Artikel 5 Weigeringsgrond Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Dit is geregeld in artikel 7. Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere subsidieregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling.
Artikel 6 SubsidievereistenOnder d In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt over opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd maar verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, vermits deze als vanzelfsprekend binnen de openstellingsperiode is ingediend.Onder e De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten is beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is niet meer aan de orde.
Artikel 7 Subsidiabele kosten De subsidiabele kosten omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op factuur aantoonbaar. Kosten van eigen inzet in uren zijn niet subsidiabel.