Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting
- 1.
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe
belasting geheven ter zake van binnen de
bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond
van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning
dienen.
- 2.
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die
zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op
internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid
of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de
ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de
bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3 Belastingobject
Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet
waardering onroerende zaken.
Artikel 4 Belastingplicht
1.De BIZ-bijdrage wordt, jaarlijks geheven ter zake van binnen de
BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen
en welke in gebruik zijn voor een commerciële bedrijfsvoering die vooral
gericht is op ‘business to consumers’.
Het gaat hierbij om categorieën :
- a.
Ruimten, zoals ook opgenomen in artikel 7:290 BW, bestemd voor
de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, zoals restaurant- of
cafebedrijf, afhaal- of besteldienst en ambachtsbedrijf,
- b.
Ruimten gebruikt voor de uitoefening van een (vrij) beroep of
bank, een en ander indien in de ruimte een voor het publiek
toegankelijk lokaal voor rechtstreekse levering van roerende
zaken of voor dienstverlening aanwezig is.
Het gebied omvat :
- -
Traaij 1 tot en met Traaij 303 (van Hoofdstraat tot aan het
viaduct A12)
- -
Zijstraten Traaij: te weten: Dr. Hermansstraat, Laan van
Blommerweert
- -
Hoofdstraat (van rotonde de Horst tot aan de snelweg A12)
- -
- -
Winkelcentrum De Sluis: De Sluis nr. 1 tot en met nr. 50
- -
Damhertlaan (tussen De Sluis en Engelenburg)
- -
- -
Drieklinken van nr. 8 tot en met Drieklinken nr. 32
- -
Korte Dreef 3 t/m Korte Dreef 13
- -
Engweg 2 tot en met Engweg 10
- 2.
De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die per 15 januari van
het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt
recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone
gelegen belastingobject gebruikt;
- 3.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
- a.
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in
gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat
deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik
heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te
verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
- b.
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor
volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat
belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het
belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de
BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat
belastingobject ter beschikking is gesteld;
- 4.
De BIZ-bijdrage wordt per belastingobject geheven. Als één
onderneming in meerdere doorgebroken (aaneengeschakelde) panden
is gevestigd, is de ondernemer 1 x heffingsplichtig. Als een
gebruiker meerdere – van elkaar gescheiden – panden bezit zal er
voor alle panden een bijdrage betaald moeten worden.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per
belastingobject.
Artikel 6 Vrijstellingen
- 1.
De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:
- a.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in
gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor
de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond,
alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig
aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder
daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
- b.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in
gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden
aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de
ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde
grond;
- c.
belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning bestaan
uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare
eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten
van levensbeschouwelijke aard;
- d.
ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de
voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet
aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het
Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;
- e.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in
gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan
duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen,
die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige
rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend
het behoud van natuurschoon ten doel stelt;
- f.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in
gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor
openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van
kunstwerken;
- g.
belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning
uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als
waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd
door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke
rechtspersonen;
- h.
belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning
uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor
de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden
beheerd door organen, instellingen of diensten van
publiekrechtelijke rechtspersonen [;/.]
- i.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn
voor de publieke dienst van de gemeente;
- j.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in
gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle
zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke
zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van
het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals
lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten,
fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
- k.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in
gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij
de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot
heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;
- l.
belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning
uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als
begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;
- m.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn
voor het geven van onderwijs;
- n.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn
voor club- en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of
cultuur, en andere activiteiten van sociale of culturele aard en
die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen
onderneming drijft;
- o.
belastingobjecten die uitsluitend bestemd in gebruik zijn voor
de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing,
crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de
handhaving van de openbare orde en veiligheid.
Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage
Het tarief van BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject:
voor de gebruiker € 400,-
Artikel 8 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet
1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen
waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend
op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is
vermeld en de tweede twee maanden later.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het
eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10 Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Artikel 11. Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en
de invordering van de BIZ-bijdrage.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 12 Aanwijzing vereniging
BIZ 3B wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van
de wet.
Artikel 13 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de algemene subsidieverordening
gemeente Utrechtse Heuvelrug niet van toepassing.
Artikel 14 Subsidievaststelling
- 1.
De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn
opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de
in artikel 12 aangewezen vereniging.
- 2.
De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te
ontvangen BIZ-bijdragen , nadat daarop de perceptiekosten in
mindering zijn gebracht.
- 3.
Voor zover dit niet reeds is geschied in de
uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen
met betrekking tot de verplichtingen van de
subsidieontvanger.
Artikel 15 Wijze van betalen
De subsidie wordt jaarlijks betaald in drie termijnen. Per 1 april wordt
25 % van de geraamde opbrengst verstrekt, per 1 juli 50 % en het restant
wordt verstrekt per 1 oktober, na ontvangst van de BIZ-bijdragen.
Artikel 16 Melding van relevante wijzigingen
- 1.
De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk
op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar
financiële situatie.
- 2.
De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk
op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van
verandering of beëindiging van activiteiten.
Artikel 17 Bij de aanvraag te overleggen gegevens
Artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige
toepassing.