Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen (Gr)

De verordening op de Raadscommissies 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen (Gr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe verordening op de Raadscommissies 2002
CiteertitelDe verordening op de Raadscommissies 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpRaadscommissies 2002

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Voor het eerst vastgesteld bij raadsbesluit van 24 april 2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-10-200905-07-2013art. 3, 12

30-09-2009

Gemeenteblad, 2009, 71

R475

Tekst van de regeling

Intitulé

DE VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES 2002

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr. 32);

 

gezien het voorstel van het fractievoorzitters overleg 2002;

 

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

 

HEEFT BESLOTEN:

 

de Verordening op de raadscommissie 2002 vast te stellen;

 

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie         : een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter            : de voorzitter van de raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier : de ambtenaar die door de griffier ingevolge artikel 6 met het commissiesecretariaat is belast;

  • d.

    lid                        : het lid van een raadscommissie;

  • e.

    griffier                  : de griffier van de raad of diens vervanger;

  • f.

    fractie                   : groep raadsleden die dezelfde kandidatenlijst in de raad vertegenwoordigen;

  • g.

    fractievoorzittersoverleg  : vergadering van alle fractievoorzitters van de gemeenteraad;

  • h.

    fractie-assistent               : benoemd en beëdigd als medewerker van de gemeenteraadsfractie;

  • i.

    college                            : het college van burgemeester en wethouders van Groningen.

 

Artikel 2 Taken

De commissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het voorbereiden van de besluitvorming van de raad;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in deze verordening vermelde onderwerpen;

  • c.

    het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van advies aan de raad;

  • d.

    het voeren van overleg met het college of met de burgemeester over in ieder geval de door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in de bijlage genoemd in artikel 29, tweede lid van deze verordening vermelde onderwerpen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De raad bepaalt op voordracht van het fractievoorzittersoverleg per commissie het aantal leden.

  • 2.

    Een fractie met mimimaal één en maximaal drie leden draagt één commissielid voor. Een fractie met minimaal vier en maximaal zeven leden draagt twee commissieleden voor en fracties met minimaal acht en maximaal elf  leden dragen drie commissieleden voor. Fracties met meer dan elf leden dragen vier commissieleden voor.

  • 3.

    De raad kan daarnaast buitengewone leden benoemen.

  • 4.

    Als lid van een commissie kunnen alleen raadsleden worden benoemd.

Artikel 4 Voorzitter

De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

De voorzitter is geen lid van de commissie.

Artikel 5 Zittingsperiode en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 3, vijfde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen.

    Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Bij een tussentijdse vacature, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 3 en 4.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van de fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 6 Griffier

  • 1.

    Als griffier van de commissies fungeert de griffier, die zich door een ambtenaar van de Griffie kan doen vervangen of bijstaan.

  • 2.

    De door de griffier als commissiegriffier aangewezen ambtenaar is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de griffier aangewezen medewerker van de Griffie.

  • 4.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Artikel 7 Vergadering

  • 1.

    De commissies vergaderen in de regel in het openbaar.

  • 2.

    De voorzitter, dan wel tenminste twee leden kunnen voorstellen de vergadering een besloten karakter te geven.

  • 3.

    Vervolgens beslist de commissie of de behandeling van het betreffende onderwerp achter gesloten deuren zal plaatsvinden.

  • 4.

    Van een vergadering achter gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad anders beslist.

  • 5.

    Indien een onderwerp achter gesloten deuren wordt behandeld dienen alle aanwezigen behalve de leden van de raad, de leden van de raadscommissie, de leden van het college, de burgemeester, de griffier c.q. de commissiegriffier, alsmede de ambtenaren die rechtstreeks betrokken zijn bij het betreffende onderwerp de vergaderruimte te verlaten.

Artikel 8 Vergaderfrequentie

Een commissie vergadert in de regel één keer per maand en verder zo dikwijls als door de voorzitter of door tenminste twee der leden nodig geoordeeld wordt.

 

Ingeval de vergadering plaatsvindt op verzoek van tenminste twee leden, heeft de vergadering plaats binnen 10 dagen, op een tijdstip door de voorzitter in overleg met die leden te bepalen, tenzij er gewichtige redenen zijn de vergadering op een later tijdstip te doen plaatsvinden.

Artikel 9 Oproep

  • 1.

    De griffier zendt tenminste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

    In spoedeisende gevallen kan hier door de voorzitter van worden afgeweken.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken én in spoedeisende gevallen, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

Artikel 10 Agenda

  • 1.

    De leden van de commissie hebben het recht agendapunten voor te dragen.

  • 2.

    De commissie beslist of de voorgestelde onderwerpen op de agenda zullen worden geplaatst alsmede het tijdstip waarop.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de voorlopige agenda van de vergadering op.

  • 3.

    De agenda, vergezeld van de bijbehorende stukken, wordt met inachtneming van dezelfde termijn eveneens gezonden naar de burgemeester, het lid c.q. de leden van het college tot wiens (wier) portefeuille de op de agenda geplaatste onderwerpen meer in het bijzonder behoren. Per fractie worden er maximaal drie sets vergaderstukken toegezonden.

  • 4.

    Met uitzondering van spoedeisende zaken en zaken van eenvoudige aard worden in de vergadering geen zaken behandeld, waarvan de leden niet bij uitnodiging kennis hebben kunnen nemen.

  • 5.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda doen afvoeren.

  • 6.

    Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 7.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Openbare kennisgeving en ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor de tijdige openbare kennisgeving van de agenda door publicatie in de plaatselijke pers en plaatsing op de internetsite van de gemeente.

  • 2.

    De agenda en de bijbehorende stukken, die als openbaar zijn aangemerkt, liggen voor een ieder ter inzage. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving als bedoeld onder lid 1.

Artikel 12 Bijwonen vergaderingen

  • 1.

    Een lid als bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 3, dat verhinderd is een commissievergadering bij te wonen kan zich laten vervangen door:

    • a.

      een ander lid van de raad, dat tot dezelfde fractie behoort als dat lid;

    • b.

      een fractie-assistent van dezelfde fractie;

    • c.

      de drie eerstvolgende personen die op de kandidatenlijst van diezelfde fractie staan, maar die nog niet werden gekozen. 

      Voor de personen genoemd onder c. is artikel 4, eerste lid van het 'Reglement op de fractie-assistentie' van overeenkomstige toepassing. Verder geldt dat zij een (vergelijkbare) verklaring afleggen als bedoeld in artikel 4, tweede lid van het 'Reglement op de fractie-assistentie'.

  • 2.

    Ieder lid van de raad, niet zijnde lid van de commissie, kan vergaderingen van commissies bijwonen en aan de beraadslagingen deelnemen.

Artikel 13 Aanwezigheid college, burgemeester en gemeentesecretaris

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig willen zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4.

    De commissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

  • 5.

    De commissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Artikel 14 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 15 Spreekregels en volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder spreken vanaf hun plaats en richten zich tot de voorzitter (gemeentesecretaris verwijderd).

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

    Een lid, de burgemeester of een wethouder voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben (gemeentesecretaris verwijderd).

Artikel 16 Spreektijdverdeling

Iedere fractie heeft evenveel spreektijd met betrekking tot de behandeling van de totale agenda.

Artikel 17 Spreektermijnen

  • 1.

    Iedere fractie heeft evenveel spreektijd met betrekking tot de behandeling van de totale agenda.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 18 Handhaving orde: schorsing

  • 1.

    Een spreker mag niet in zijn betoog worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt spreker aan het volgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid spreker interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw verstoord wordt - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid onmiddellijk de vergadering. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.

    Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 19 Advisering

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de commissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

  • 5.

    Een commissie kan slechts tot het uitbrengen van een advies komen indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 6.

    De voorzitter formuleert als de beraadslaging over een onderwerp is afgesloten een conceptadvies van de commissie en legt dit ter vaststelling aan de commissie voor.

Artikel 20 Nieuwe vergaderi

Wanneer het in het vorige artikel vereiste aantal leden niet aanwezig is kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen, evenwel niet eerder dan na 2 dagen na de vergadering waarvoor het quorum niet aanwezig was.

Het gestelde in artikel 19, leden 5 en 6 is daarbij niet van toepassing op de behandeling van onderwerpen, die waren geagendeerd voor de vergadering waarvoor geen quorum aanwezig was.

Artikel 21 Schriftelijke advisering

  • 1.

    In voorkomende gevallen - ter beoordeling aan de voorzitter - kunnen de leden van de commissie worden uitgenodigd schriftelijk hun mening te geven.

  • 2.

    Is één van de leden van de commissie van mening dat een onderwerp waarvoor schriftelijke advisering is gevraagd toch mondelinge bespreking behoeft, dan dient het lid dit tijdig voor de aanvang van de vergadering te melden aan de voorzitter.

    De commissie beslist bij de vaststelling van de agenda wanneer het betreffende onderwerp mondeling besproken zal worden.

Artikel 22 Verslag

  • 1.

    Van elke vergadering wordt een beknopt verslag gemaakt dat in elk geval vermeldt:

           - de namen van de aanwezige leden;

           - de namen van de aanwezige leden van het college;

           - de naam van de commissiegriffier;

           - de namen van de op uitnodiging van de commissie aanwezigen

    en van hen die gebruik maken van het spreekrecht als bedoeld in artikel 27;

           - de genomen besluiten en uitgebrachte adviezen.

  • 2.

    Ontwerpverslagen worden in de regel vastgesteld in de eerstvolgende vergaderingen van de commissie en na vaststelling gezonden aan de raad en het college. De verslagen van openbare vergaderingen liggen voor een ieder ter inzage.

  • 3.

     

    Rust op vorengenoemde stukken een geheimhoudingsplicht dan worden deze stukken onder geheimhouding toegezonden aan het college en aan de leden van de raad.

Artikel 23 Geheimhouding

  • 1.

    De voorzitter of de commissie kan aan degenen, die uitgenodigd worden de vergadering bij te wonen de geheimhouding opleggen ten aanzien van de aan hen voorgelegde stukken.

  • 2.

    De voorzitter legt deze geheimhouding mede op als een lid van het college van burgemeester en wethouders zulks ten aanzien van de door dat lid verstrekte gegevens verlangt.

  • 3.

    Omtrent hetgeen is besproken in een besloten vergadering van de commissie beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

    De geheimhouding wordt in acht genomen totdat deze wordt opgeheven door de commissie, ten aanzien van de stukken als bedoeld in lid 2, niet dan na instemming van het betreffende lid van het college.

  • 4.

    Indien de voorzitter c.q. het betreffende lid van het college zich verzet tegen het besluit van de commissie tot opheffing van de geheimhouding, wordt in de eerstvolgende vergadering van de raad hierover een besluit genomen.

Artikel 24 Ingekomen stukken

  • 1.

    De aan de commissie gerichte stukken worden geopend door de griffier en geplaatst op een tot de agenda behorende lijst van ingekomen stukken.

  • 2.

    De griffier brengt een voorstel uit aan de commissie inzake de wijze van behandeling.

  • 3.

    De commissie kan besluiten een tot haar gericht stuk voor behandeling in handen te stellen van het college.

  • 4.

    De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en mede-ondertekend door de griffier.

Artikel 25 Deskundigen

Op verzoek van de commissie kan de voorzitter personen of groepen van personen uitnodigen een vergadering van de commissie bij te wonen voor het verstrekken van inlichtingen of het geven van hun zienswijze ten aanzien van een bepaald onderwerp.

Artikel 26 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorder en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op enige andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde verstoren te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

  • 4.

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

  • 5.

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatie-middelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Artikel 27 Spreekrecht toehoorders

  • 1.

    Toehoorders, die daartoe de wens te kennen hebben gegeven bij de aanvang van de vergadering, worden, voor zover het betreft geagendeerde conform- en discussieonderwerpen, door de voorzitter onmiddellijk voorafgaand aan de behandeling van dat onderwerp in de vergadering in de gelegenheid gesteld gedurende 3 minuten ter zake van het betreffende onderwerp opmerkingen te maken en vragen te stellen.

  • 2.

    Betreffende niet op de agenda voorkomende onderwerpen wordt deze gelegenheid gegeven op een tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de rondvraag van de vergadering.

  • 3.

    Nadat de leden van de commissie, de aanwezige leden van het college en de overeenkomstig artikel 25 uitgenodigde deskundigen in de gelegenheid zijn gesteld in eerste termijn het woord te voeren, krijgen de toehoorders die overeenkomstig het eerste lid het woord hebben gevoerd de gelegenheid in tweede termijn opmerkingen te maken en vragen te stellen.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de commissie de totale voor de toehoorders beschikbare spreektijd, de aan iedere spreker maximaal toegestane spreektijd en de volgorde van de sprekers.

Artikel 28 Hoorzitting

Vervallen.

Artikel 29 Raadcommissies

  • 1.

    Er zijn de volgende raadscommissies:

         a.   Raadscommissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn

         b.  Raadscommissie Bouwen en Wonen    

         c.  Raadscommissie Beheer en Verkeer

         d.  Raadscommissie Werk en Inkomen

         e.  Raadscommissie Financiën en Veiligheid

         f.   Rekenkamercommissie (RKC).

  • 2.

    De aangelegenheden waarmee de in het vorige lid genoemde raadscommissies in het bijzonder zijn belast staan vermeld in de bij deze verordening behorende bijlage.

Artikel 30 Vervallen (Rekenkamercommissie (RKC)

Zie nu de verordening op de Rekenkamercommissie 2002’, Gemeentebladnummer 2002-38, (3.464.BD), raadsbesluit van 25 september 2002, nr. 11.

Artikel 31 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "De verordening op de raadscommissies 2002".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3.

    Op het tijdstip genoemd in het vorige lid vervalt de Verordening op de raadscommissies vastgesteld bij raadsbesluit van 28 januari 2004, onder nr. 5j.

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 24 april 2002.

 

 

De griffier,                                                      

  

D.H. Vrieling.  

De voorzitter,

J. Wallage.