Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent duurzaamheidslening (Verordening Duurzaamheidslening 2015-2018) |
Citeertitel | Verordening Duurzaamheidslening gemeente Leiden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-02-2020 | artikel 1, 3, 6, 13 en 20 | 13-02-2020 | |||
09-02-2017 | 29-02-2020 | artikel 3, 20 | 26-01-2017 | RV 16.0127 | |
28-07-2016 | 09-02-2017 | Wijziging artikel 6.1 | 05-04-2016 Gepubliceerd in gemeenteblad op overheid.nl d.d. 20 juli 2016 | B en W-nummer 16.0301 | |
07-05-2016 | 28-07-2016 | Wijziging artikel 3 | 21-04-2016 Gepubliceerd in gemeenteblad op overheid.nl d.d. 6 mei 2016 | RV 16.0032 | |
05-02-2016 | 29-02-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 Gepubliceerd in gemeenteblad op overheid.nl d.d. 28 januari 2016 | RV 15.0114 |
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op bestaande woonruimte in de gemeente die geschikt en bestemd is voor permanente bewoning.
In het kader van de in deze verordening gestelde beleidsdoelen, stelt de Raad van de gemeente Leiden een budget vast van € 1.700.000,- voor het verstrekken van Duurzaamheidsleningen.
Artikel 4. Deelnemingsovereenkomst
Op deze verordening is van toepassing de Deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Leiden en SVn.
Artikel 5. Bevoegdheid college
Het college is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening, een Duurzaamheidslening toe te kennen. Het college kan aan een toewijzingsbesluit nadere voorwaarden verbinden.
Een aanvraag voor een Duurzaamheidslening wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier of digitaal via een door de gemeente aangewezen website/portal onder opgave van:
Het college besluit aanvrager een Duurzaamheidlening toe te kennen, indien uit de aanvraag blijkt dat met het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de hiernavolgende beleidsdoelen:
Op een Duurzaamheidlening zijn van toepassing: ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’, ‘Productspecificaties Duurzaamheidslening’, ‘Procedures Duurzaamheidslening’, ‘Uitvoeringsregels Duurzaamheidslening’, ‘Productspecificaties Bouwkrediet’ en ‘Toelichting op een SVn Financieringsplan’, zoals die op het moment van toewijzing zijn opgenomen in de dan geldende SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Leiden en SVn.
Duurzaamheidleningen komen via een bouwkrediet van SVn tot uitbetaling op basis van facturen van door derden uitgevoerde werkzaamheden, dan wel facturen van de aanschaf van zelf uitgevoerde maatregelen.
Artikel 16. Samenloop met Subsidieverordening Duurzaamheidfonds 2015-2018
Indien een aanvraag op grond van de Subsidieverordening Duurzaamheidfonds 2015-2018 voor een daarin genoemde maatregel is toegewezen, kan even goed een lening voor een zelfde maatregel op grond van deze verordening worden verleend.
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Toelichting op de Verordening Duurzaamheidlening 2015-2018
Het product Duurzaamheidlening is een gezamenlijk initiatief van gemeenten en SVn. Met dit instrument zijn overheden in staat een financiële impuls te geven aan de energiebesparing in met name de bestaande (grondgebonden) woningvoorraad. De gemeente legt de regeling vast in een Verordening. De productspecificaties Duurzaamheidlening zijn opgenomen in de SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de tussen gemeente en SVn gesloten Deelnemingsovereenkomst. De Productspecificaties, Procedures en Uitvoeringsregels Duurzaamheidlening (rente, looptijd, maximale hoofdsom etc.) kunnen niet worden aangepast. De gemeente bepaalt het beleid en stelt in de Verordening Duurzaamheidslening de doelgroep, het toepassingsbereik, de energiemaatregelen en beleidsdoelen vast.
De Duurzaamheidlening van SVn biedt gemeenten een eenvoudig en verantwoord financieringsinstrument dat particuliere eigenaren stimuleert tot het treffen van energiebesparende maatregelen aan de eigen woning. SVn heeft de Duurzaamheidslening ontwikkeld in samenspraak met gemeenten en provincies. De lening past uitstekend in lokaal beleid voor energiebesparing en verduurzaming.
Particuliere huiseigenaren hebben niet altijd voldoende financiële reserves om in energiebesparende maatregelen te kunnen investeren. Een financieel steuntje in de rug in de vorm van een laagrentende lening kan hen over de streep trekken. De lening maakt dan net het verschil tussen wel, niet of langdurig uitgesteld verduurzamen van de eigen woning.
Met de Duurzaamheidlening van SVn kunnen gemeenten de noodzakelijke energiebesparing in bestaande koopwoningen stimuleren. Daarmee wordt het mogelijk om tegen aantrekkelijke voorwaarden en een lage rente geld te lenen voor het treffen van energiebesparende maatregelen in en aan de eigen woning. Het gaat om een direct rendabele investering.
De Duurzaamheidlening is de eerste drie jaar aflossingsvrij. De eigenaar betaalt dan alleen rente. Na de eerste drie jaar gaat de eigenaar rente en aflossing betalen. De lening heeft een looptijd van 10 jaar tot bedragen van € 7.500,- en een looptijd van 15 jaar voor grotere bedragen. De lening bedraagt minimaal € 2.500,- en maximaal € 15.000,- De rente is gebaseerd op het 10 of 15 jaar vaste rentetarief van SVn met daarop een korting van 3%. SVn verstrekt de lening nadat er een krediettoets is uitgevoerd. Bij positieve toetsing brengt SVn een offerte uit aan de leningaanvrager. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een bouwkrediet.
Op basis van gedeclareerde nota’s wordt de lening beschikbaar gesteld en uitbetaald. SVn verstrekt en beheert dus de toegekende leningen. Uitgeleend geld komt weer terug in het fonds bij SVn, dat geld kan opnieuw ingezet worden voor leningen. Het fonds bij SVn blijft eigendom van de gemeente. De gemeente bepaalt zelf de doelgroep(en) van de regeling. De gemeente selecteert ook zelf de maatregelen die de woningeigenaar met de lening kan financieren.
Met de uitvoering van deze verordening zal de directeur van Stichting MeerMetMinder worden belast, dit nadat overeenkomstig het bepaalde in artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht, de gemandateerde en het bevoegd gezag van de stichting MeerMetMinder daarmee hebben ingestemd.
De begrippen zijn hier nader verduidelijkt en behoeven verder geen toelichting.
Benadrukt wordt dat de verordening van toepassing is op duurzaamheidmaatregelen voor bestaande woningen en niet voor nieuwbouw.
De raad bepaalt dat een bedrag van € 800.000,- uit het SVn aangewend kan worden voor het verstrekken van Duurzaamheidleningen.
Om aanspraak te kunnen maken op de Duurzaamheidlening heeft de gemeente een deelnemersovereenkomst met SVn gesloten. De overeenkomst biedt gemeenten de mogelijkheid om gebruik te maken van de producten van SVn. Met het sluiten van de deelnemersovereenkomst zijn tevens de productspecificaties en Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening van toepassing. Deze maken deel uit van de SVn Informatiemap.
Aan het college is de bevoegdheid toegekend om een Duurzaamheidlening toe te kennen.
In dit artikel zijn de duurzaamheidmaatregelen opgesomd waarvoor een lening kan worden toegekend. Het college kan deze lijst uitbreiden of inkorten.
Hier is beschreven wat in de aanvraag moet worden opgenomen. Deze punten spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.
De termijnen voor het indienen van de aanvraag en het nemen van een beslissing op de aanvraag zijn in dit artikel geregeld. Een afwijzende of toewijzende beslissing op de aanvraag dan wel een beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring wegens het niet binnen de termijn completeren van de aanvraag, is een beschikking waartegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep openstaat.
Indien het in artikel 3 genoemde budget niet toereikend is, is dat een reden om een aanvraag voor een lening af te wijzen. Verder wordt een aanvraag afgewezen als de werkelijke kosten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat of de werkelijke kosten minder zijn dan € 2.500,--. Ook als de aanvraag pas wordt ingediend als de maatregelen al getroffen zijn, wordt de aanvraag afgewezen. Ten slotte wordt een aanvraag afgewezen als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan door de aanvrager.
Wanneer een leningaanvraag wordt gedaan ten behoeve van de duurzaamheidmaatregelen in Artikel 6, wordt aangenomen dat aan de gestelde beleidsdoelen wordt voldaan.
SVn draagt zorg voor de krediettoets. De toekenning van een Duurzaamheidlening vindt plaats onder voorbehoud van een positieve krediettoets. De SVn verstrekt en beheert een toegewezen Duurzaamheidslening.
De SVn-informatiemap is de feitelijke juridische onderlegger voor de samenwerking van de gemeente met SVn. Daarin staan o.a. de productspecificaties en de uitvoeringsregels omschreven’.
De lening is in beginsel gelijk aan de door het college aanvaarde werkelijke kosten. Er is echter in het tweede lid een minimum en een maximum aan de hoogte van de lening gesteld.
De Duurzaamheidlening wordt door de SVn verstrekt in de vorm van een bouwkrediet.
Deze bepaling behoeft geen nadere toelichting.
Voor een en dezelfde maatregel kan een aanvraag worden ingediend voor zowel een subsidie als een lening. Een lening kan alleen door de eigenaar van de woonruimte worden aangevraagd op grond van deze verordening. Een subsidie kan zowel door een eigenaar als door een huurder van zelfstandige woonruimte worden aangevraagd op grond van de Subsidieverordening Duurzaamheidsfonds 2015-2018.
Dit artikel bepaalt dat het college in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager kan afwijken van de bepalingen van deze verordening. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadele van de betrokken aanvrager. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.
In dit artikel wordt aangegeven wanneer de onderliggende verordening in werking treedt.