Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels krediethypotheek en -pand (Wwb) |
Citeertitel | Beleidsregels krediethypotheek en -pand |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-08-2010 | 01-07-2010 | Nieuwe regeling | 03-08-2010 Gemeenteblad, 2010, 014 | Geen |
Artikel 1 – Vorm van de lening
Indien bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening als bedoeld in artikel 50 tweede lid van de WWB, is de vorm hiervan de vestiging van een hypotheekrecht op een eigen woning of een woonschip zijnde een registergoed, en van de vestiging van een pandrecht op een woonwagen of een woonschip zijnde een niet-registergoed;
Indien de bijstand over een periode van een jaar, te rekenen vanaf de eerste dag waarover bijstand wordt verleend, naar verwachting minder bedraagt dan het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37 eerste lid van de WWB, wordt niet tot de vestiging van een hypotheek- of pandrecht overgegaan. De eventueel te verlenen bijstand kan als geldlening of om niet verstrekt worden, afhankelijk van het bepaalde in artikel 50 van de WWB, samen met artikel 48 eerste en tweede lid van de WWB;
Het college verbindt aan de verlening van bijstand onder verband van krediethypotheek of -pand als bedoeld in het eerste lid de verplichting dat de belanghebbende zich schriftelijk bereid verklaart hieraan mee te werken. Bij weigering de verklaring te ondertekenen, kan geen bijstand of voorschot worden verstrekt.
Artikel 2 – Vaststelling waarde woning
De waarde van de woning of de woonwagen wordt vastgesteld overeenkomstig de waarde zoals vermeld op de laatste aanslag in het kader van Wet waardering onroerende zaken, tenzij de laatste aanslag ouder is dan twaalf maanden. In dat geval, of indien de aanvrager de bedoelde aanslag niet kan overleggen, wordt de woning, c.q. de woonwagen getaxeerd door een in overleg met belanghebbende aan te wijzen erkende makelaar in Delft, tenzij al een taxatierapport van niet ouder dan twaalf maanden aanwezig is. Dit taxatierapport moet uitgaan van de waarde van de woning indien onbewoond en vrij van huur;
In geval van een woonschip wordt de waarde vastgesteld op basis van een taxatie door een in overleg met belanghebbende aan te wijzen erkende makelaar in Delft, tenzij belanghebbende een taxatierapport toont, dat niet ouder is dan twaalf maanden, van het betreffende woonschip. Dit taxatierapport moet uitgaan van de waarde van het woonschip indien onbewoond en vrij van huur;
De kosten van taxatie, de hypotheekakte, de inschrijving van de hypotheek en de bijkomende kosten komen ten laste van de eigenaar. De bijstand voor deze kosten wordt aangemerkt als bijzondere bijstand. Indien niet wordt overgegaan tot het vestigen van een krediethypotheek buiten de schuld van belanghebbende, kunnen de kosten van taxatie als bijzondere bijstand aan belanghebbende worden verleend;
Artikel 4 – Vaststelling hoogte aflossing
Bij een inkomen als bedoeld in artikel 32 van de WWB dat niet uitgaat boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm, bedoeld in hoofdstuk 3 paragraaf 3.2 en 3.3 van de WWB, wordt geen aflossing gevergd. Tevens wordt geen aflossing gevergd indien belanghebbende een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen kunstenaars ontvangt;
Indien belanghebbende naar het oordeel van het college de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening;
Artikel 6 – Verkoop van de woning
Bij verkoop van de woning kan het college wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende dan wel wegens werkaanvaarding elders door belanghebbende, na toepassing van het eerste lid, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van een krediethypotheek voor de aankoop van een andere woning, tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge het eerste lid afgeloste geldlening, onder voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het in het derde lid bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning;
Bij verkoop van de woning tegen een prijs overeenkomstig de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering komt, voor zover de opbrengst daartoe toereikend is, aan belanghebbende in ieder geval het bedrag toe dat op grond van artikel 34 derde lid van de WWB, bij de vaststelling van de geldlening op de waarde van de woning in mindering is gebracht;
Artikel 7 – Herleving recht op bijstand
Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstandsverlening onder verband van krediethypotheek of -pand wederom het recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van het laatst gevestigde hypotheek- of pandrecht.
Aan belanghebbende wordt telkens na afloop van een kalenderjaar een opgave verstrekt van de stand van de geldlening en van de rentevorderingen.