Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Werktijdenregeling gemeente Lochem |
Citeertitel | Werktijdenregeling gemeente Lochem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2016 | 01-07-2014 | 01-01-2020 | art. Publicatie ivm Wet Elektronische Bekendmaking | 03-06-2014 Onbekend | Onbekend |
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
De werktijdenregeling geldt voor alle medewerkers in dienst van de gemeente Lochem, conform de omschrijving van artikel 1 lid a.
De regeling bestaat uit een standaard en een bijzondere regeling.
De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden.
De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende of vaste tijden volgens een verplicht rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden bepaald. De leidinggevende bepaalt welke functiegroepen onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroepen zijn opgenomen in de bijlage van deze regeling.
Jaarlijks worden, in overleg met de OR, maximaal 4 brugdagen vastgesteld waarop het gemeentehuis gesloten is. Op een brugdag is het voor medewerkers niet mogelijk om op het gemeentehuis te werken. Thuiswerken behoort dan nog wel tot de mogelijkheden.
Artikel 4 Ziekte en buitengewoon verlof
Bij ziekte en bijzonder verlof vindt de eerste 14 kalenderdagen van de ziekte of verlof registratie plaats van het aantal uren dat de medewerker conform de planning zou werken op die dag. Voor de medewerker die volgens een verplicht rooster (door de organisatie opgelegd) werkt, geldt eveneens dat urenregistratie plaatsvindt volgens de ingeroosterde uren. Na 14 kalenderdagen vindt de registratie van ziekte en verlof plaats op basis van de formele arbeidsduur per week.
De netto te werken uren worden ingevoerd in het tijdregistratiesysteem.
Het werkrooster moet zodanig zijn ingevuld dat bij de planning het saldo aan het eind van het jaar op 0 (nul) uitkomt.
De medewerker is verplicht de dagelijks gewerkte uren te registreren in het tijdregistratiesysteem, tenzij de medewerker daarvan is uitgesloten.
De leidinggevende inventariseert gedurende het kalenderjaar minstens twee keer het aantal gewerkte uren om te voorkomen dat aan het eind van het kalenderjaar medewerkers hun formele arbeidsduur overschrijden of niet halen.
Aan het eind van het jaar mag er maximaal een positief saldo van 72 uur zijn bij een volledige aanstelling. Dit saldo mag meegenomen worden naar een volgend kalenderjaar. Voor parttimers wordt het maximum aantal uren naar rato berekend.
Een eventueel negatief saldo wordt verrekend met het verlofrecht van het volgend jaar. Als het verlofrecht ontoereikend is voor de verrekening, wordt het overblijvende deel van het saldo verrekend met het salaris. Verrekening vindt plaats naar evenredigheid van het salaris verhoogd met individuele toelagen, de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering.
Paragraaf 2 De standaardregeling
Artikel 6 Werktijden en openingstijd
De werktijden liggen voor werknemers vallend onder de standaardregeling binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 22.00 uur.
De telefonische bereikbaarheid dient tussen 8.00 en 17.00 gewaarborgd te worden.
Eenmaal per jaar worden in het IWP gesprek tussen de leidinggevende en de medewerker basisafspraken gemaakt over de werktijden, verlof en werkplanning binnen het dagvenster.
Bijstelling van de afspraken kan in overleg plaatsvinden. In ieder geval worden tweemaal per jaar de basisafspraken geëvalueerd.
Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de uren op korte termijn te compenseren. Deze uren kunnen niet opgespaard worden.
Medewerkers kunnen hun werkzaamheden op het gemeentehuis uitvoeren binnen de geldende openingstijden. Daarbuiten kunnen medewerkers gebruik maken van de mogelijkheden die het nieuwe werken biedt.
Artikel 7 Buitendagvenstervergoeding
Indien een medewerker buiten het dagvenster in opdracht van de leidinggevende werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO (dit artikel wordt nader uitgelegd in de toelichting). Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
Het gezamenlijk overeengekomen deel van een werkrooster kan geen aanleiding zijn voor het toekennen van een buitendagvenstervergoeding.
De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is, heeft conform artikel 3:8 CAR-UWO, geen recht op een buitendagvenstervergoeding.
Artikel 8 Beschikbaarheidsdiensten
Op grond van artikel 2:1:B, tweede lid, onder c, CAR-UWO kan de werkgever aan medewerkers de verplichting opleggen zich buiten de normale werktijden beschikbaar te stellen voor arbeid.
Beschikbaarheid is het verplicht bereikbaar zijn van de medewerker om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten in een periode tussen twee opeenvolgende diensten of tijdens een pauze.
Bij het opleggen van beschikbaarheidsdiensten wordt rekening gehouden met de Arbeidstijdenwet.
De vergoeding van beschikbaarheidsdiensten is geregeld in de Regeling beschikbaarheids- en bereikbaarheidsdiensten Lochem en de Piketregeling rampenbestrijding Lochem.
De medewerker die opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht binnen het dagvenster, heeft recht op compensatie in tijd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
De medewerker die opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, kan in aanmerking komen voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
Paragraaf 3 De bijzondere regeling
De bijzondere regeling is conform artikel 4:3 CAR-UWO van toepassing op de in de bijlage opgenomen functiegroep.
De leidinggevende stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR-UWO.
Het dagvenster is niet van toepassing bij de bijzondere regeling.
Met instemming van de OR kunnen de functiegroepen in bijlage 1 wijzigen.
Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:2:1 CAR-UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3 CAR-UWO)* en verschuivingstoelage (artikel 3:4 CAR-UWO). Dit wordt in de toelichting nader omschreven.
Artikel 10 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, treft de werkgever een bijzondere voorziening.
Deze regeling kan worden aangehaald als de Werktijdenregeling Gemeente Lochem. De regeling treedt in werking op 1 juli 2014 en vervangt eerdere regelingen over werktijden, roosters, pauzes en urenregistratie.
Bijlage behorend bij de werktijdenregeling per 1/7/2014
Overzicht functies die in de gemeente Lochem onder de bijzondere regeling vallen:
Toelichting werktijdenregeling (T)
Om je jaarrooster te kunnen maken, moet je eerst weten hoeveel je in een bepaald jaar moet werken. Het netto aantal uren dat je moet werken, staat vermeld in Tim, in het jaarrooster. Uiteraard wil je graag weten hoe deze berekening tot stand komt. Hieronder leggen we dat uit.Het aantal uren dat je moet werken, noemen we ‘bruto te werken uren’. Deze uren worden op een gestandaardiseerde manier volgens voorschriften berekend, door van het aantal dagen in een jaar van de werkbare dagen de officiële feestdagen die niet in een weekend vallen, af te trekken. De berekening lijkt een beetje ingewikkeld omdat er rekening gehouden wordt met de kans dat feestdagen periodiek op een zaterdag of een zondag kunnen vallen. De feestdagen* die van de werkbare dagen afgetrokken worden, zijn Nieuwjaarsdag (gemiddeld 5/7 dag), 2e paasdag (7/7), Koningsdag (5/7), Hemelvaartsdag (7/7), 2e Pinksterdag (7/7), 1e Kerstdag (5/7) en 2e Kerstdag (5/7). De gemeente heeft daarnaast Bevrijdingsdag (5/7) en Goede Vrijdag (7/7) als lokale feestdagen aangewezen. Als je fulltime (36 uur per week) werkt, dan moet je per jaar bruto 1824 uren werken. Dit zijn dus nog niet de netto uren die je feitelijk per jaar moet werken. Om de netto berekening te maken (dit is ook het aantal uren dat je straks terugziet in Tim op je jaarrooster), worden op het bruto te werken uren nog je verlofuren en je eventuele plus-uren van een vorig jaar in mindering gebracht.De berekening van de 1824 uren ziet er als volgt uit:
Totaal aantal dagen in een jaar: 365,25. Het aantal werkdagen per week is 5, daarom is het aantal werkbare dagen per jaar : 5/7 x 365,25 = 260,9 dagen
De berekening is als volgt: 260,9 dagen -5,9 dagen -1,7 dagen= 253,3 dagen. 253,3 x 7,2 uur (=36 uur : 5) = 1823,76 uren. We ronden dit af op 1824. De berekeningsbasis vormt de formele arbeidsduur per week.Voor parttimers geldt dit naar rato. Voor medewerkers die gedurende het jaar in dienst komen, worden de uren ook naar rato berekend.
Van het bruto aantal te werken uren per jaar wordt het verlof afgetrokken om te komen tot het netto aantal te werken uren.Verlof kan bestaan uit de volgende componenten:
Rekenvoorbeeld 1Een medewerker heeft een aanstelling voor 36 uur. Hij is 50 jaar oud. Van vorig jaar neemt hij 48 uur aan plus-uren mee. Van zijn verlofuren heeft hij al 72 uur verkocht t.b.v. het cafetariamodel. Er is verder geen sprake van andere (bijzondere) verlofvormen. Zijn netto te werken uren worden dan berekend als volgt:1824 bruto-uren – 187,2 verlof ( 158,4 basis+28,8 leeftijd) + 72 uur verkoop verlof = 1708,8 – 48 plus-uren vorig jaar = 1660,8 te werken uren
Rekenvoorbeeld 2Een medewerkster heeft een aanstelling voor 18 uur. Zij is 36 jaar oud. Van het voorgaande jaar neemt ze 36 plus-uren mee. Ze heeft geen uren gekocht of verkocht. Met ingang van 1 januari neemt ze een half jaar (26 weken) ouderschapsverlof op voor 9 uur per week. Haar netto te werken uren worden als volgt berekend:1824 bruto uren x 50% = 912 uur – 86,4 verlof (158,4 basisverlof + 14,4 leeftijdsverlof = 172,8 x 50%) + 21,6 uur (verlofrecht ouderschapsverlof 25% x 172,8 x 26/52 wk) = 847,2 – 234 uur (26 weken x 9 uur per week ouderschapsverlof) = 613,2 uur – 36 plus-uren vorig jaar = 577,2 te werken uren
Deze regeling geldt voor alle medewerkers vallende onder artikel 1, lid a. Binnen de regeling maken we onderscheid tussen de standaardregeling en de bijzondere regeling.
In overleg met de OR is binnen de Gemeente Lochem bepaald dat er per jaar maximaal 4 dagen als brugdagen aangewezen kunnen worden. Deze dagen vallen doorgaans tussen een feestdag en een weekend in. Op deze dagen is het gemeentekantoor gesloten. Op een brugdag is het voor medewerkers niet mogelijk is om op het gemeentekantoor te werken. Thuiswerken (mits de werkzaamheden en de functie van de medewerker zich hiervoor lenen) behoort dan nog wel tot de mogelijkheden.
Het streven is om per jaar zo weinig mogelijk brugdagen aan te wijzen.
Artikel 4 Ziekte en buitengewoon verlof
Je werktijden, of het nu gaat om een verplicht rooster of een overeengekomen rooster, heb je ingevoerd in de jaarplanning. Deze planning vormt de basis voor het registreren van ziekte gedurende de eerste 14 kalenderdagen. Vanaf de 15e kalenderdag van je ziekte registreer je het aantal aanstellingsuren.
Rekenvoorbeeld 1 (ziekteregistratie bij werken conform formele aanstelling)Een medewerker heeft een aanstelling voor 18 uur. Feitelijk werkt hij ook 18 uur, verdeeld over 3 dagen: 7 uur op de maandag, 7 uur op de dinsdag en 4 uur op de donderdag. De medewerker wordt dinsdag ziek. Dan registreert hij voor die dinsdag 7 uur ziekte. Voor de woensdag hoeft hij niets te registreren, dat is immers geen werkdag voor hem. Als hij donderdag ook nog ziek is, schrijft hij wederom ziekte-uren in Tim, deze keer 4 uur. Voor deze medewerker zijn de wijze van registreren ook na 14 kalenderdagen hetzelfde, omdat zijn feitelijke en formele werkuren overeenkomen. Als hij op een dag verlof neemt dan registreert hij die dag geen uren in Tim.
Rekenvoorbeeld 2 (ziekteregistratie bij tijdelijk meer uren werken dan de formele aanstelling)Een medewerker heeft een aanstelling voor 28 uur per week. In overleg met zijn leidinggevende werkt deze medewerker gedurende het 1e kwartaal 32 uur per week, 4 keer 8 uur. Als de medewerker in deze periode ziek wordt, registreert hij de eerste twee weken van zijn ziekte 32 uren per week. Vanaf de 15 kalenderdag registreert hij zijn ziekte-uren conform zijn formele aanstelling, namelijk 28 uur per week. Neemt hij in samenspraak met de bedrijfsarts een dag verlof, dan registreert hij die dag geen ziekte- uren in TIM (die dag is hij “uitgeroosterd”).
Rekenvoorbeeld 3 (ziekteregistratie bij gedeeltelijke ziekte)Een medewerker heeft een aanstelling voor 36 uur per week. Feitelijk werkt hij 40 uur per week. Hij wordt voor 50% ziek. Gedurende de eerste twee weken van zijn ziekte schrijft hij 20 uur als werk en 20 uur als ziekte. Vanaf de 15e kalenderdag geldt de aanstelling van 36 uur als basis voor de berekening: dan registreert hij 18 uur ziekte per week en werkt hij nog 18 uur, die hij eveneens in Tim registreert. Als hij in dit geval 20 uur blijft werken, registreert hij 16 uur ziek. Er kan nooit meer dan 36 uur per week geregistreerd worden.Neemt hij in samenspraak met de bedrijfsarts een dag verlof, dan registreert hij deze dag geen uren in Tim (dus ook geen ziekte-uren, die dag is hij “uitgeroosterd”). Neemt hij bijvoorbeeld een week verlof dan registreert hij die week geen uren in Tim.
Rekenvoorbeeld 4 (ziekteregistratie bij ziekte tijdens vakantie)Een medewerker heeft een aanstelling voor 36 uur per week. Feitelijk werkt hij 40 uur per week. In de maand augustus heeft hij zich 4 weken uitgeroosterd om vakantie te houden. Dan wordt hij ziek. Tijdens de vakantie gelden de formele aanstellingsuren als basis voor de registratie van ziekte. De medewerker registreert dus gedurende de 4 weken ziekte 36 uur ziek per week.
Als je niet zeker weet hoe je je ziekte-uren moet registeren (bijvoorbeeld bij gedeeltelijke of langdurige ziekte of als je ziek wordt tijdens je vakantie), raden wij je aan de P&O-adviseur van je afdeling in te schakelen, Hij of zij bekijkt samen met jou hoe de registratie plaats moet vinden en vraagt desgewenst advies bij Financiën voor het juist invullen in TIM.
In een tijdsregistratiesysteem wordt het netto aantal te werken uren per jaar ingevoerd. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met pieken en dalen in werkaanbod, het minimale niveau van dienstverlening en de periodes dat de medewerker vakantie wil nemen. Vervolgens worden de gewerkte uren geregistreerd in het tijdsregistratiesysteem. Op deze wijze worden planning en realisatie inzichtelijk waarbij met behulp van het systeem onder- of overschrijding van uren gevolgd kan worden.Medewerkers mogen maximaal 72 uur (parttimers naar rato) plus uren meenemen naar een volgend kalenderjaar. Indien er geen afspraken worden gemaakt over de plus-uren, worden deze aan het eind van het jaar uitbetaald. Als medewerker heb je de verantwoordelijkheid om teveel of te weinig gewerkte uren tijdig aan te kaarten bij je leidinggevende zodat de afspraken daarop afgestemd kunnen worden. Je leidinggevende is op zijn beurt er verantwoordelijk voor om twee keer per jaar je gewerkte uren met je te evalueren.
Artikel 6 Werktijden en openingstijden
Binnen het zogenaamde dagvenster tussen 7.00 en 22.00 uur ben je vrij om je werktijden zo in te delen, zoals dat het beste bij je functie, je werkzaamheden en je persoonlijke voorkeuren past. Vanzelfsprekend bepaal je je werktijden in overleg met je leidinggevende en je team. Bereikbaarheid, bezetting en een goede dienstverlening staan immers voorop. Daar maak je eerst afspraken over met je leidinggevende in het IWP-gesprek en eventueel en je team. Binnen dat kader kun je je werktijden bepalen.
De werktijdenregeling biedt je de flexibiliteit om in een bepaalde periode meer of juist minder uren te werken dan je formele aanstelling. Stel dat je een aanstelling hebt voor 36 uur per week. Je kunt ervoor kiezen om de eerste 6 maanden van het jaar 40 uur per week te werken. Daardoor bouw je een plus-saldo op waardoor je langer uit kunt roosteren of in de tweede helft van het jaar minder uren hoeft te werken dan je aanstellingsuren (bijvoorbeeld 32 uur per week).
Ook een constructie van 4x9 uur of een andere verdeling van je uren is mogelijk, mits in overleg gedaan met je leidinggevende. De bedoeling is dat aan het eind van het jaar je geplande uren en je feitelijk gewerkte uren (nagenoeg) gelijk zijn en je plus/min saldo 0 is . Je leidinggevende evalueert twee keer per jaar met jou of het aantal feitelijk gewerkte uren in lijn is met de planning, zodat op tijd bijgestuurd kan worden. Jij hebt als medewerker de verantwoordelijkheid om teveel of te weinig gewerkte uren tijdig aan te kaarten zodat de afspraken daarop afgestemd kunnen worden.
Mocht je aan het eind van het jaar toch een positieve saldo hebben van uren, dan bespreek je met je leidinggevende hoe hiermee om te gaan. Daarbij zijn er twee mogelijkheden:
De nieuwe werktijdenregeling en thuiswerken gaan goed samen. Er zijn geen vastgestelde regels over de verhouding tussen je aanwezigheid op kantoor en thuiswerken. Ook hierbij geldt dat onderling overleg en goede afspraken met je leidinggevende en je collega’s nodig zijn om een goede en efficiënte dienstverlening te waarborgen. Als je thuis werkt, zorg ervoor dat je:
Als je binnen het dagvenster meer uren maakt dat je ingeplande uren, dan is het de bedoeling dat je deze uren zo snel mogelijk in tijd compenseert. Deze uren mag je niet opsparen voor vakantie.
Artikel 7 Buitendagvenstervergoeding
Wanneer je leidinggevende je een opdracht geeft om buiten je ingeplande werktijden te werken, ontstaan er twee mogelijkheden:
Als je een functie bekleedt en een salaris ontvangt in schaal 11 of hoger dan heb je geen recht op een buitendagvenstervergoeding. Mocht je buiten het dagvenster moeten werken, dan mag je deze uren wel in tijd compenseren, maar er staat geen vergoeding tegenover.
Het formulier voor het (via Youforce) declareren van de buitendagvenstervergoeding vind je via deze link: http://gemeente.lochem.intern/start/personeelsplein/werk-en-beloning/werktijden/
Artikel 8 Beschikbaarheidsdiensten
Als je beschikbaarheidsdiensten draait, ontvang je hiervoor een vergoeding. Als je daadwerkelijk wordt opgeroepen kunnen er twee mogelijkheden ontstaan:
Conform artikel 3:8 CAR-UWO heeft de medewerker die een salaris ontvangt tot en met schaal 10a en die buiten het dagvenster moet werken recht op een buitendagvenstervergoeding.
Het formulier voor het (via Youforce) declareren voor de buitendagvenstervergoeding vind je via deze link: http://gemeente.lochem.intern/start/personeelsplein/werk-en-beloning/werktijden/
Artikel 9 De bijzondere regeling
Vanuit de benadering van klantgericht werken is het noodzakelijk een bepaalde dienstverlening te garanderen. Als de bedrijfsvoering dit vereist, stelt de leidinggevende eenzijdig de werktijden van de medewerker vast, zodat de dienstverlening (intern dan wel extern) is gewaarborgd. Als er sprake is van wisselende werktijden, dan worden de werktijden vastgelegd in een (verplicht) rooster. Bij het opstellen van een verplicht werkrooster gelden de bepalingen van de CAR-UWO en in het bijzonder de bepalingen met betrekking tot de bijzondere regeling als uitgangspunt. Voor zover specifieke richtlijnen in de CAR-UWO ontbreken, geldt de Arbeidstijdenwet als uitgangspunt.
Het werken in een rooster heeft niet per definitie tot gevolg dat medewerkers onder de bijzondere regeling van de werktijden vallen. Als medewerkers zeggenschap krijgen over hun werktijden of als zij zelf, in overleg met het team, hun roosters opstellen, dan geldt voor deze medewerkers de standaardregeling. Is er geen sprake van enige regelruimte c.q. zelfroostering dan is de bijzondere regeling van toepassing.
Medewerkers die onder de bijzondere regeling vallen, kunnen recht hebben op een overwerkvergoeding conform artikel 3:2 CAR-UWO, een onregelmatigheidstoeslagconform artikel 3:3, een beschikbaarheidsvergoeding conform artikel 3:3A en een verschuivingsvergoeding conform artikel 3:3 CAR-UWO.
Het bedrag van de overwerk vergoeding wordt berekend naar een percentage van je uurloon:
Het recht op vergoeding onregelmatige dienst is geregeld in artikel 3:3 en in artikel 3:1:1:18 van onze arbeidsvoorwaardenregeling. Hierin is de hoofdregel vastgelegd dat er aanspraak op een vergoeding onregelmatige dienst gemaakt kan worden over vastgestelde werktijden die als onregelmatig kunnen worden beschouwd. Onregelmatig zijn werktijden die vallen op tijdstippen buiten de periode van 8.00 uur tot en met 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag en op zaterdag en zondag. De hoogte van de vergoeding is een lokale aangelegenheid. Dit is in Lochem als volgt uitgewerkt.
De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:
In de CAR-UWO is nog vastgelegd dat:
In afwijking van de hoofdregel wordt, indien slechts eenmaal per week werktijd wordt aangewezen in één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur die tussen 18.00 uur en 08.00 uur op maandag tot en met vrij dag of op zaterdag valt, deze niet als onregelmatig beschouwd. Er bestaat in dat geval dan ook geen recht op een toelage. Indien meer werktijd wordt aangewezen (al dan niet aansluitend aan de genoemde periode van ten hoogste 3 uur) , die valt buiten de regelmatige uren is er recht op een vergoeding (dus ook over de periode van ten hoogste 3 uur).
De bodes die op het moment van inwerkingtreding van deze werktijdenregeling in dienst zijn van de gemeente Lochem hebben over ieder uur dat op maandag tot en met vrijdag na 18.00 uur, en op zaterdag wordt gewerkt recht op een compensatie in tijd van 150% in plaats van een financiële compensatie van 20% per uur op maandag tot en met vrijdag en 40% op zaterdag. Op zondag bedraagt deze compensatie 200 %. Hierbij geldt niet de voorwaarde dat er in één aaneengesloten periode van meer dan drie uur op onregelmatige tijden gewerkt moet zijn. Wordt bijvoorbeeld op maandag gewerkt van 18.00 tot 20.00 dan worden ze voor deze 2 uur, drie uur in tijd gecompenseerd. Die drie uur worden dan later op de te werken uren in mindering gebracht.
Indien de vastgestelde werktijden verschoven worden zonder dat de medewerker erom gevraagd heeft, kan er een verschuivingstoelage toegekend worden. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als de werktijden gedurende een periode gelegen tussen een maand en 72 uur voor aanvang verschoven worden. De hoogte van deze vergoeding bedraagt voor elk verschoven uur 25% van het uurloon.