Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loppersum

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Loppersum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoppersum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOverlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Loppersum
CiteertitelOverlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Loppersum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Uitwerkingtreding 31 december 2019 ivm invoering WNRA

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-01-201631-12-2019Onbekend

26-10-2015

Gemeenteblad, 2016, 8816

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Loppersum

De raad van de gemeente Loppersum;

 

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 12 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

“OVERLEGVERORDENING COMMISSIE VOOR GEORGANISEERD OVERLEGGEMEENTE LOPPERSUM.

 

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    de commissie: het in artikel 12:2 van de CAR/UWO bedoelde overlegorgaan;

  • b)

    de ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO en die in dienst is bij de gemeente Loppersum;

  • c)

    het LOGA: Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden;

  • d)

    het gemeentebestuur: het college van burgemeester en wethouders van Loppersum.

  • e)

    de organisaties: de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales die zijn toegelaten tot het centraal overleg met het College van Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, voor zover deze verenigingen leden hebben bij de gemeente Loppersum, te weten:

    • ·

      ABVAKABO FNV;

    • ·

      CNV Publieke zaak.

HOOFDSTUK II SAMENSTELLING

Artikel 2
  • 1.

    De commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en een vertegenwoordiging van de organisaties.

  • 2.

    Het gemeentebestuur wordt vertegenwoordigd door de portefeuillehouder P&O van het college, welke tevens de voorzitter is van de commissie.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie kan zich laten bijstaan door één of meerdere adviseurs. Deze adviseurs kunnen aan de besprekingen deelnemen.

  • 4.

    Voor de vertegenwoordiging van de organisaties worden per centrale, als bedoeld in artikel 1 onder e, bij een ledental tot tien leden één vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aangewezen, en bij een ledental van tien of meer twee vertegenwoordigers en plaatsvervangers aangewezen. Deze aanwijzing geschiedt door en uit de organisaties. De vertegenwoordiger van elke organisatie kan zich doen bijstaan door een regiobestuurder c.q. regioadviseur.

  • 5.

    Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door een medewerker van het team P&O.

  • 6.

    De secretaris/adviseur kan aan de besprekingen deelnemen.

Artikel 3
  • 1.

    De aanwijzing door het bestuur geschiedt bij elke nieuwe zittingsperiode van het bestuur en voorts ter vervanging van hen die ophouden lid van het bestuur te zijn.

  • 2.

    Uiterlijk 1 februari van elk jaar doet elke organisatie, bedoeld in artikel 1 onder e aan het bestuur opgaaf van:

    • a)

      Het aantal van de op 1 januari van dat jaar bij haar aangesloten ambtenaren.

    • b)

      De namen en adressen van de ambtenaren die, ingevolge artikel 2 lid 4, als leden en plaatsvervangers zijn aangewezen.

  • 3.

    Degene, die ophoudt deel uit te maken van het college houdt daarmee tevens op vertegenwoordiger of plaatsvervanger in de commissie te zijn. Er vindt zo spoedig mogelijk een nieuwe aanwijzing plaats.

  • 4.

    Degene, die als lid of als plaatsvervanger door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid van de organisatie of geen ambtenaar meer is, alsmede indien de organisatie schriftelijk te kennen geeft dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.

Artikel 4
  • 1.

    De commissie voert overleg over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover in het overleg niet wordt voorzien in het LOGA tussen College van Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de centrales van overheidspersoneel.

  • 2.

    Wordt over een onderwerp een regeling getroffen overeenkomstig de uitkomsten in het LOGA, dan doet het bestuur daarvan mededeling aan de commissie. Wordt een regeling getroffen, dan vindt ter zake alsnog overleg in de commissie plaats.

  • 3.

    Bij een te sluiten convenant tussen de organisaties, bestuur en de Ondernemingsraad kan van het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel worden afgeweken.

HOOFDSTUK III TAAK EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 5

Besluiten over de in artikel 4 bedoelde onderwerpen worden door het gemeentebestuur niet genomen, dan nadat daarover in de commissie overeenstemming is bereikt. Indien het overleg niet leidt tot een uitkomst die de instemming heeft, is hoofdstuk V (advies/arbitrage) aan de orde.

Artikel 6
  • 1.

    De commissie, alsmede de vertegenwoordiging van de organisatie, is bevoegd over de in artikel 4 bedoelde onderwerpen voorstellen te doen aan het gemeentebestuur.

  • 2.

    De besluiten, die naar aanleiding van voorstellen van de commissie worden genomen, worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties en aan de hoofdbesturen van de vertegenwoordigde organisaties ter kennis gebracht.

Artikel 7
  • 1.

    De commissie kan, indien dit voor de behandeling van een bepaald onderwerp nodig wordt geacht, een subcommissie instellen, bestaande uit door haar aan te wijzen voorzitter en leden.

  • 2.

    De secretaris/adviseur van de commissie is tevens secretaris van de subcommissie. Hij kan zich doen bijstaan of vervangen door degenen, die ingevolge artikel 2 lid 5 ter beschikking staan.

  • 3.

    Het bepaalde in artikel 11 is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK IV VERGADERINGEN

Artikel 8
  • 1.

    De commissie vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt op door hem te bepalen tijdstippen. Er zal zoveel mogelijk een vergaderschema worden aangehouden.

  • 2.

    Voorts belegt de voorzitter een vergadering indien tenminste twee leden van de commissie hem dit schriftelijk met opgaaf van redenen verzoeken en wel uiterlijk binnen een maand na ontvangst van het verzoek, tenzij anders wordt afgesproken.

Artikel 9
  • 1.

    De commissie wordt tijdig, in de regel tien werkdagen van tevoren, ter vergadering opgeroepen. De oproepingsbrief vermeldt zoveel mogelijk de te behandelen onderwerpen.

  • 2.

    Een vergadering kan slechts plaatshebben indien de voorzitter en tenminste de helft van de vertegenwoordigers van de organisaties (niet zijnde adviseurs) aanwezig is.

  • 3.

    Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaatshebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen tien werkdagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen worden behandeld.

Artikel 10

Elk lid van de commissie heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken door deze schriftelijk op te geven aan de voorzitter. Deze stelt die onderwerpen in de eerstvolgende vergadering aan de orde.

Artikel 11
  • 1.

    De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 2.

    De voorzitter kan de gemeentesecretaris, andere ambtenaren, alsmede externe adviseurs, uitnodigen de vergadering bij te wonen. Deze kunnen aan de besprekingen deelnemen. In elk geval worden de vaste adviseurs, als bedoeld in artikel 2 lid 3, uitgenodigd.

  • 3.

    De vertegenwoordiging van de organisaties is bevoegd de onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken aan een voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.

  • 4.

    De voorzitter kan over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van de aan de commissie overgelegde stukken geheimhouding opleggen.

  • 5.

    De agenda en de notulen van de vergaderingen zijn openbaar met uitzondering van privacygevoelige gegevens en tenzij geheimhouding is opgelegd.

Artikel 12

De voorzitter kan op verzoek van tenminste twee leden, of zo dikwijls als hij dit nodig acht de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd.

Artikel 13
  • 1.

    Indien in de vergadering moet worden gestemd brengt de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur enerzijds en die van de organisaties anderzijds elk één stem uit.

  • 2.

    De stem van de vertegenwoordiging van de organisaties wordt bepaald door stemming per vertegenwoordigde organisatie, waarbij voor iedere organisatie zoveel stemmen worden uitgebracht als er ambtenaren bij haar zijn aangesloten op de eerste dag van het lopende jaar. Bij staking van de stemmen wordt de vertegenwoordiging geacht te hebben tegengestemd.

  • 3.

    Alle opvattingen -ook een minderheidsopvatting- worden aan het gemeentebestuur overgebracht en in de besluitvorming van het gemeentebestuur betrokken.

Artikel 14

Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in notulen, welke zo spoedig mogelijk in afschrift aan de leden worden gezonden.

HOOFDSTUK V ADVIES/ARBITRAGE

Artikel 15

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a)

    de deelnemers aan het overleg: de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de vertegenwoordiging van de organisaties als bedoeld in artikel 2;

  • b)

    Advies- en Arbitragecommissie: de Advies- en Arbitragecommissie, ingesteld door het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Artikel 16

De artikelen 17 tot en met 21 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 4, voor zover die aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid wordt gevoerd, betreffen.

Artikel 17

Indien een of meer van de deelnemers aan het overleg tijdens het overleg tot het oordeel komen dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van alle deelnemers aan het overleg zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen een week, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.

Artikel 18
  • 1.

    Binnen tien werkdagen na ontvangst van de kennisgeving, als bedoeld in artikel 17, schrijft de voorzitter een vergadering van de commissie uit. Deze vergadering moet worden gehouden binnen zeven dagen nadat deze is uitgeschreven.

  • 2.

    Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de in lid 1 bedoelde vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat advies is ingewonnen van de Advies- en Arbitragecommissie, dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.

  • 3.

    De deelnemers aan het overleg zijn, ieder voor zich, bevoegd tot het inwinnen van advies. Het bepaalde in artikel 13 is hierbij onverkort van toepassing.

  • 4.

    Voor het onderwerpen van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen alle deelnemers aan het overleg.

Artikel 19
  • 1.

    Binnen zeven werkdagen na de vergadering als bedoeld in artikel 18 wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor de inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 18 geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen een week na de datum van de eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie.

  • 2.

    Binnen zeven dagen na de datum van de vergadering als bedoeld in artikel 18 wordt het verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie. Het verzoek daartoe is ondertekend door alle deelnemers aan het overleg en dient tenminste te bevatten het onderwerp en de inhoud van het geschil alsmede de standpunten van alle deelnemers aan het overleg omtrent het onderwerp en de inhoud van het geschil.

Artikel 20

Binnen twee weken na de datum van ontvangst van het advies van de Advies- en Arbitragecommissie wordt het overleg over het geschil voortgezet.

Artikel 21

De arbitrale uitspraak van de Advies- en Arbitragecommissie heeft bindende kracht.

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 22

In de gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het gemeentebestuur in overeenstemming met de commissie.

Artikel 23
  • 1.

    Deze regeling kan niet worden gewijzigd dan nadat het voorstel tot wijziging in de commissie is behandeld en nadat daar overeenstemming over is bereikt.

  • 2.

    De commissie heeft het recht voorstellen omtrent wijzigingen van deze regeling voor te leggen aan het gemeentebestuur.

Artikel 24
  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Loppersum”.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 3.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de 'Overlegordening', zoals vastgesteld d.d. 30 mei 1994.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Loppersum,

gehouden op 26 oktober 2015, nr. 10.

De raad voornoemd,

A.Rodenboog, voorzitter.

R.S. Bosma, griffier.