Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Bestuursovereenkomst 2016 regionale samenwerking Leerplichtwet en Voortijdig Schoolverlaten.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBestuursovereenkomst 2016 regionale samenwerking Leerplichtwet en Voortijdig Schoolverlaten.
CiteertitelBestuursovereenkomst 2016 regionale samenwerking Leerplichtwet en Voortijdig Schoolverlaten.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Leerplichtwet 1969
  2. Wet- en regelgeving in het kader van Voortijdig Schoolverlaten

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-08-2020Nieuwe regeling

08-12-2015

Staatscourant 2015, nr. 47791

OBM-15000349 

Tekst van de regeling

Intitulé

Bestuursovereenkomst 2016 regionale samenwerking Leerplichtwet en Voortijdig Schoolverlaten.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen heeft op 8 december 2015 besloten:

  • -

    De bestuursovereenkomst 2016 inzake regionale samenwerking betreffende de uitvoering en handhaving van de Leerplichtwet 1969 en wet- en regelgeving in het kader van Voortijdig Schoolverlaten per 1 januari 2016 aan te gaan met de andere Parkstadgemeenten (Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal).

  • -

    De bestuursovereenkomst van 3 december 2003 inzake regionale samenwerking betreffende de uitvoering en handhaving van de Leerplichtwet 1969 en de Wet houdende regels inzake Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten in te trekken per 1 januari 2016.

  • -

    De portefeuillehouder onderwijs, integraal jeugdbeleid, cultureel erfgoed en duurzaamheid te machtigen om de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen.

De bestuurovereenkomst luidt als volgt:

De gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal, en te dezer zake krachtens het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun portefeuillehouders onderwijs, gemachtigd door hun burgemeester, handelende ter uitvoering van de besluiten van de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de respectieve gemeenten;

verder te noemen: "de deelnemende gemeenten".

In aanmerking nemende dat:

  • ·

    de deelnemende gemeenten de ambitie hebben en de noodzaak inzien van een sluitende regionale aanpak ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten en een regionale samenwerking ter zake de uitvoering en handhaving van de Leerplichtwet 1969;

  • ·

    de deelnemende gemeenten daarvoor bureau VSV hebben opgericht en deze samenwerking willen continueren;

  • ·

    de deelnemende gemeenten akkoord zijn gegaan met het jaarplan en de begroting 2016;

  • ·

    de bestuurlijke aansturing van het bureau VSV, binnen de gegeven kaders van deze bestuursovereenkomst, dient te geschieden via de Stuurgroep Onderwijs-VSV;

  • ·

    de deelnemende gemeenten deze samenwerking wederom willen vastleggen in een bestuursovereenkomst;

komen de deelnemende gemeenten binnen dit kader als volgt overeen:

 

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  • ·

    de bestuursovereenkomst 2016: de onderhavige overeenkomst die de regionale samenwerking inzake uitvoering en handhaving van de Leerplichtwet 1969 en de Wet houdende regels inzake Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten (RMC) regelt.

  • ·

    het bureau VSV: het bureau voortijdig schoolverlaten Parkstad Limburg.

  • ·

    de afdeling Welzijn, de afdeling Welzijn van de gemeente Heerlen waarvan het bureau VSV onderdeel uitmaakt.

  • ·

    bureauhoofd VSV: ambtenaar in dienst van de gemeente Heerlen die belast is met de leiding over het bureau VSV.

  • ·

    de leerplichtambtenaar: de ambtenaar in dienst van de gemeente Heerlen, die, na door de Burgemeester van de gemeente Heerlen te zijn beëdigd, namens alle deelnemende gemeenten belast is met de uitvoering en handhaving van de Leerplichtwet 1969.

  • ·

    voortijdig schoolverlaters: jongeren tot 23 die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten conform de definitie in de WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) art 8.1.8. eerste lid, onder a en b, WVO (Wet Voortgezet Onderwijs) art 28 eerste lid, onder a en b en WEC (Wet op de Expertisecentra) art 47a. eerste lid, onder a en b.

  • ·

    de deelnemende gemeenten, te weten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal.

  • ·

    de ambtsinstructie leerplicht/RMC: instructie zoals bedoeld in artikel 16 lid 4 van de Leerplichtwet 1969. In 2014 door de colleges van de deelnemende gemeenten vastgesteld als Regionale ambtsinstructie leerplicht/RMC voor Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg 2014.

  • ·

    het dienstjaar: begrotingsjaar.

Artikel 2 Doelstelling en werkwijze.

Lid 1. Doelstelling.

Het in regionaal verband bundelen van verantwoordelijkheden, middelen en expertise met als doel, in de regio van deelnemende gemeenten:

  • ·

    het realiseren van een preventieve aanpak en een uniforme uitvoering van de leerplichtwet en het handhavingsbeleid;

  • ·

    het realiseren van een zowel preventieve als curatieve sluitende aanpak voor voortijdig schoolverlaten.

Lid 2. Werkwijze.

  • ·

    Het opzetten en beheren van een sluitende leerplicht- en leerlingenadministratie voor 4 tot 23 jarigen, woonachtig binnen de gemeentegrenzen van de deelnemende gemeenten, mede met als doel het volgen van de schoolloopbaan van de doelgroep.

  • ·

    Het realiseren van een preventieve aanpak en een uniforme uitvoering van de leerplichtwet en het handhavingsbeleid zoals vastgelegd in de ambtsinstructie;

  • ·

    Het ontwikkelen van een integraal regionaal beleid gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. De RMC-taken van de gemeenten zijn als volgt omschreven:

  • ·

    Opsporen en registreren van vsv’ers

  • ·

    Regievoering

Het initiëren van een gezamenlijke aanpak door het afstemmen van de activiteiten van de ketenpartners, gericht op een sluitende aanpak van vsv’ers.

·Casemanagement

Het coördineren en realiseren van trajectbegeleiding aan vsv-ers, gericht op (her-) plaatsing in onderwijs, werk en/of zorg, gekoppeld aan 1Gezin1Plan1Regisseur.

·Monitoring

Het uitvoeren van onderzoek inzake de effectiviteit van de plaatsing van de gemelde leerlingen, ter voorkoming van herhaalde uitval.

·Voor het realiseren van deze doelen wordt nauw samengewerkt met zowel onderwijsinstellingen als ketenpartners in de jeugdketen.

Artikel 3 Uitvoering en Organisatie

Lid 1. Gemeente Heerlen

  • a.

    De uitvoering van deze overeenkomst wordt door de Colleges van Burgemeester en Wethouders van Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal opgedragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen.

  • b.

    De gemeente Heerlen houdt daartoe binnen de eigen ambtelijke organisatie een werkeenheid in stand aangeduid als Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg (VSV).

  • c.

    Bureau VSV maakt onderdeel uit van de afdeling Welzijn van de gemeente Heerlen.

Lid 2. Stuurgroep Onderwijs VSV

  • a.

    Inrichting van de Stuurgroep

    • ·

      In deze Stuurgroep hebben zitting de portefeuillehouders onderwijs van de deelnemende gemeenten.

    • ·

      Het bureauhoofd VSV neemt deel aan deze vergadering voor wat betreft de punten die bureau VSV aangaan.

    • ·

      Het hoofd van de afdeling Welzijn dan wel zijn/haar vervanger kan ten allen tijde als adviseur deelnemen aan de vergaderingen van de Stuurgroep.

    • ·

      De Stuurgroep kiest uit haar midden de voorzitter, zijnde één van de portefeuillehouders onderwijs.

    • ·

      De rol van ambtelijk secretaris wordt vervuld door een beleidsmedewerker van de afdeling Welzijn.

    • ·

      De Stuurgroep komt twee maal per jaar bijeen en vaker als de voorzitter dit nodig acht of één of twee of meer leden dit nodig achten.

  • b.

    Taken en bevoegdheden van de Stuurgroep.

    • ·

      De Stuurgroep moet garant staan voor een gelijkmatige bestuurlijke betrokkenheid van de acht deelnemende gemeenten.

    • ·

      De Stuurgroep bewaakt dat de doelstellingen gerealiseerd worden en adviseert de deelnemende gemeenten ter zake.

    • ·

      De Stuurgroep adviseert de deelnemende gemeenten inzake beleidsontwikkelingen op het terrein van het voortijdig schoolverlaten.

    • ·

      De Stuurgroep ontwikkelt zo nodig aanvullend beleid.

    • ·

      De Stuurgroep is bevoegd om besluiten te nemen aangaande bestedingen uit de voorziening VSV indien er sprake is van overschrijding van het budget ten gevolge van niet door de afdeling Welzijn te beïnvloeden factoren.

    • ·

      De Stuurgroep is bevoegd om ter zake de besteding van de ter beschikking staande middelen besluiten te nemen, één en ander binnen de kaders van deze overeenkomst en de door de gemeente Heerlen te stellen voorwaarden.

    • ·

      De Stuurgroep treedt op als geschillencommissie in eerste aanleg zoals aangegeven in artikel 7 lid 1.

    • ·

      De Stuurgroep neemt, voor zover niet anders bepaald, besluiten bij gewone meerderheid.

Lid 3. Werkgroep Onderwijs-VSV

  • a.

    Inrichting De werkgroep Onderwijs-VSV bestaat uit beleidsmedewerkers onderwijs van de deelnemende gemeenten en, voor zover het punten betreft die bureau VSV aangaan, het bureauhoofd VSV. De werkgroep is verder bevoegd om andere personen te laten deelnemen aan de bijeenkomsten van de werkgroep.

  • b.

    Werkzaamheden: De werkgroep adviseert de Stuurgroep.

Lid 4. Ambtsinstructie

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de 8 deelnemende gemeenten verplichten zich tot het vaststellen van een gelijkluidende instructie voor de ambtenaren leerplicht/RMC conform artikel 16 lid 4 van de Leerplichtwet 1969. In deze instructie worden de taken vastgelegd die het bureau VSV voor elke gemeente uitvoert voor de middelen als bedoeld in artikel 5 lid 1.

Lid 5. Samenwerkingsafspraken

  • a.

    De gemeenten kunnen aanvullende samenwerkingsafspraken maken met bureau VSV over aanvullende diensten en/of producten die Bureau VSV zal leveren en op welke wijze hierover verantwoording zal worden afgelegd. Voor deze aanvullende diensten zal een bijkomende bekostiging gevraagd worden. Het betreft diensten en producten die niet onder de reguliere dienstverlening van bureau VSV vallen, zoals die zijn opgenomen in de ambtsinstructie en in wet- en regelgeving.

  • b.

    Deze samenwerkingsafspraken kunnen jaarlijks worden bijgesteld.

Artikel 4 Mandaat

Lid 1 Uitvoering Leerplichtwet

  • a.

    Colleges van Burgemeester en Wethouders van Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal verplichten zich om de bevoegdheden welke aan hen op grond van de Leerplichtwet 1969 zijn opgedragen, te mandateren aan het College van Burgemeester en Wethouders van Heerlen. Bedoelde de deelnemende gemeenten zullen daartoe binnen hun eigen organisatie de desbetreffende gelijkluidende, mutatis mutandis, mandaatbesluiten moeten opstellen en doen laten besluiten.

  • b.

    Het college van Burgemeester en Wethouders van Heerlen zal via een ondermandaat, met instemming van de mandans en de subgemandateerde i.c. de leerplichtambtenaren werkzaam binnen het Bureau Voortijdig Schoolverlaten, laatstgenoemden mandateren om de hen aldus opgedragen bevoegdheden, ook namens de 7 andere de deelnemende gemeenten uit te voeren.

  • c.

    Intrekking van het mandaat door partij(en) moet worden gelijkgesteld met een opzegging van deze overeenkomst zoals geregeld in artikel 9.

Lid 2 Uitvoering Wet houdende regels inzake Regionale Meld- en Coördinatie functie Voortijdig Schoolverlaten

  • a.

    De Colleges van Burgemeester en Wethouders van Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal verplichten zich om de bevoegdheden welke aan hen op grond van de Wet houdende regels inzake Regionale Meld - en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten zijn opgedragen, te mandateren aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heerlen. Bedoelde de deelnemende gemeenten zullen daartoe binnen hun eigen organisatie de desbetreffende gelijkluidende, mutatis mutandis, mandaatbesluiten moeten opstellen en doen laten besluiten.

  • b.

    Intrekking van het mandaat door partij(en) moet worden gelijkgesteld met een opzegging van deze overeenkomst zoals geregeld in artikel 9.

Artikel 5 Financiën

Lid 1. Middelen

Voor de uitvoering van de in artikel 2 omschreven doelstellingen staan de volgende middelen ter beschikking:

  • a.

    Bijdragen van de deelnemende gemeenten ten behoeve van de uitvoering van de leerplichtwet.

    • ·

      De hoogte van deze bijdrage is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden om het afgesproken kwaliteitsniveau in stand te houden. Dit kwaliteitsniveau kan eens in de 5 jaar opnieuw vastgesteld worden.

    • ·

      De begroting 2016 vormt de basis voor de daaropvolgende jaren.

    • ·

      De bijdrage per gemeente wordt gebaseerd op een objectieve toerekeningmethode d.w.z. het aantal leerlingen van 4 tot 23 jaar per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het dienstjaar. De berekening van deze bijdrage wordt steeds toegevoegd aan de begroting. Deze bijdragen worden jaarlijks aangepast. De bijstelling is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen en salarissen binnen de overheidsconsumptie die definitief zijn vastgesteld zoals gepubliceerd door het CPB (centraal plan bureau).

  • b.

    De (geoormerkte) RMC middelen die de Rijksoverheid via de gemeente Heerlen beschikbaar stelt.

  • c.

    Overige middelen die voor dit doel door de deelnemende gemeenten of derden, beschikbaar gesteld worden.

Lid 2. Begroting

  • a.

    De afdeling Welzijn is verantwoordelijk voor het indienen van de jaarlijkse ontwerpbegroting bij de vergadering van de Stuurgroep Onderwijs-VSV, die in het eerste kwartaal van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar plaatsvindt. Dit laat onverlet het feit dat de deelnemende gemeenten zich inspannen om jaarlijks binnen hun begroting geoormerkte middelen te reserveren welke overeenkomen met de hoogte van de noodzakelijk geachte gemeentelijke bijdragen voor het Bureau VSV.

  • b.

    De afdeling Welzijn is tevens verantwoordelijk voor het indienen van de definitieve begroting, bij de Stuurgroep die in het derde of vierde kwartaal van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar plaatsvindt. De betrokken portefeuillehouder is zelf verantwoordelijk voor het indienen hiervan bij zijn College van Burgemeester en Wethouders.

  • c.

    Het jaarplan en begroting 2016 zijn als bijlage 1 toegevoegd aan deze bestuursovereenkomst en maakt hier integraal deel van uit.

  • d.

    De deelnemende gemeenten erkennen dat, bij gelijkblijvende omstandigheden, het begrotingsniveau, zoals vastgelegd in bijlage 1 het minimale niveau is om op verantwoorde wijze uitvoering te kunnen geven aan doelstelling van het bureau VSV in het algemeen en aan de uitvoering van de leerplichtwet in het bijzonder.

  • e.

    De deelnemende gemeenten zullen zich dan ook inspannen hun bijdragen ten behoeve van de uitvoering van de leerplichtwet op het niveau te brengen zoals aangeven in bijlage 1.

Lid 3. Financiële verantwoording/jaarrekening

  • a.

    De financiële verantwoording volgt de planning en control-cyclus van de gemeente Heerlen en dient te voldoen aan de financiële verordeningen zoals die door de raad van Heerlen zijn vastgesteld.

  • b.

    Uit de financiële verantwoording blijkt wat de werkelijke exploitatiekosten van het dienstjaar zijn geweest.

  • c.

    De afdeling Welzijn is verantwoordelijk voor het tijdig overleggen van de jaarrekening aan de Stuurgroep Onderwijs VSV.

Lid 4. Reserveringen.

In het geval van een onderuitputting/exploitatieoverschot op de gemeentelijke middelen zoals genoemd onder artikel 5 lid 1 onder a worden deze middelen toegevoegd aan de voorziening voortijdig schoolverlaten van de gemeente Heerlen, met als doel o.a. eventuele toekomstige exploitatietekorten aan te vullen. De Stuurgroep Onderwijs VSV is bevoegd om de gemeente Heerlen om vrijval van deze middelen te verzoeken.

Lid 5. Overschrijding beschikbare middelen

De afdeling Welzijn stuurt er op dat de begroting niet wordt overschreden. In geval van een dreigende overschrijding van het beschikbare budget, ten gevolge van niet door de afdeling Welzijn beïnvloedbare factoren, stelt het hoofd van de afdeling Welzijn de voorzitter van de Stuurgroep Onderwijs-VSV onverwijld in kennis, waarna de Stuurgroep Onderwijs-VSV ter zake het hoofd van de afdeling Welzijn adviseert. De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor overschrijding van de beschikbare middelen, en verplichten zich het tekort, conform de verdeelsleutel voor het betreffende jaar, op te lossen.

Lid 6. Wegvallen middelen

Indien de middelen genoemd in lid 1 geheel of gedeeltelijk wegvallen, beslissen de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten, op advies van de Stuurgroep Onderwijs-VSV, over de noodzaak tot en de wijze van aanpassing van het niveau van dienstverlening door het bureau VSV, e.e.a. in relatie tot de doelstelling genoemd in artikel 2. De gevolgen van het geheel of gedeeltelijk wegvallen van deze middelen zijn genoemd in artikel 6 lid 1 sub c, lid 3 en artikel 9.

Artikel 6 Afdekking financiële risico's

Lid 1.

De volgende gebeurtenissen kunnen er toe leiden dat de gemeente Heerlen niet meer in staat is om haar verplichtingen jegens werknemers en derden geheel of gedeeltelijk na te komen:

  • a.

    Opzegging van deze overeenkomst door één of meer deelnemende gemeenten. De wijze waarop en de gronden waaronder opzegging kan plaatsvinden is geregeld in artikel 9. Artikel 9 in combinatie artikel 6 lid 2 regelt de gevolgen van de opzegging.

  • b.

    Ontbinding van deze overeenkomst en daarmee opheffing van het bureau VSV. De wijze waarop en de gronden waaronder ontbinding kan plaatsvinden is geregeld in artikel 10. Artikel 10 in combinatie met artikel 6 lid 3 regelt de gevolgen van de ontbinding.

  • c.

    Het geheel of gedeeltelijk wegvallen van de middelen zoals bedoeld in artikel 5 lid 1. De gevolgen van het wegvallen van deze middelen zijn geregeld in artikel 5 lid 6 en artikel 6 lid 3.

Lid 2.

  • a.

    Indien het de gebeurtenis onder lid 1 sub a betreft zijn enkel die deelnemende gemeenten die deze overeenkomst hebben opgezegd verantwoordelijk voor, conform de vastgestelde ratio, een behoorlijke en adequate afhandeling van de verplichtingen, die de gemeente Heerlen ter uitvoering van deze overeenkomst is aangegaan, dit door middel van bij voorkeur overname van personeel en/of zonodig financiële bijdragen.

  • b.

    Opzeggende partij(en) is(zijn) verder verantwoordelijk voor de meerkosten, niet zijnde de kosten genoemd in artikel 6 lid 2 onder a, van het bureau VSV die het gevolg zijn de opzegging.

Lid 3.

Indien het gebeurtenissen onder lid 1 sub b. en c. betreft geldt dat alle deelnemende gemeenten zich conform de vastgestelde ratio (het aantal inwoners van 4 tot 23 jaar) garant stellen voor een behoorlijke en adequate afhandeling van de verplichtingen, die de gemeente Heerlen ter uitvoering van deze overeenkomst is aangegaan, dit door middel van bij voorkeur overname van personeel en/of zo nodig financiële bijdragen.

Artikel 7 Geschillenregeling

Lid 1. Behandeling van het geschil bij de Stuurgroep Onderwijs VSV.

  • ·

    De deelnemende gemeenten komen ten aanzien van alle geschillen, welke mochten ontstaan naar aanleiding van onderhavige overeenkomst, dan wel van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, overeen deze geschillen, ter verkrijging van een uitspraak, in eerste instantie voor te leggen aan de Stuurgroep Onderwijs-VSV. Daarbij vermelden zij in ieder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil en hun visie daarop.

  • ·

    De Stuurgroep Onderwijs-VSV zal binnen twee maanden na het aanhangig maken van het geschil schriftelijk en gemotiveerd uitspraak doen; bedoelde termijn kan met maximaal twee maanden verlengd worden; hiervan wordt aan de betreffende partij(en) schriftelijk mededeling gedaan.

  • ·

    Indien partij(en) zich niet kunnen vinden in de uitspraak van de Stuurgroep zal het geschil worden voorgelegd aan het Nederlands Arbitrage Instituut, zoals omschreven in artikel 7 lid 2.

Lid 2. Minitrage, eventueel gevolgd door arbitrage

De deelnemende gemeenten komen ten aanzien van alle geschillen, welke mochten ontstaan naar aanleiding van onderhavige overeenkomst, dan wel van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, overeen deze geschillen te behandelen overeenkomstig het Minitrage Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. Indien met betrekking tot deze geschillen door de deelnemende gemeenten geen vergelijk wordt bereikt wordt overeenkomstig dat Reglement, zullen deze geschillen op verzoek van de meest gerede partij worden beslecht overeenkomstig het Arbitrage Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.

Artikel 8 Aanpassing overeenkomst

  • a.

    Indien onvoorziene omstandigheden daartoe aanleiding geven, zal deze overeenkomst, o.a. wat betreft doelstelling en de deelnemende gemeenten, aangepast kunnen worden.

  • b.

    Onder aanpassing van de doelstelling wordt verstaan het uitbreiden c.q. beperken van de doelstelling van deze overeenkomst zoals genoemd in artikel 2.

  • c.

    Onder aanpassing van het aantal deelnemende gemeenten wordt verstaan het uitbreiden van het aantal deelnemende gemeenten, of fusie van gemeenten.

  • d.

    Indien een aanpassing leidt tot het verhogen van het niveau van dienstverlening worden de gemeentelijke bijdragen conform de geldende ratio verhoogd.

  • e.

    Voorstellen tot aanpassing zullen door de voorzitter van de Stuurgroep Onderwijs-VSV worden geïnitieerd.

  • f.

    De Stuurgroep Onderwijs-VSV zal een advies inzake de noodzakelijk geachte aanpassing ter besluitvorming voorleggen aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten. Aanpassing van deze overeenkomst, zoals bedoeld onder a, b en c van dit artikel, kan slechts plaatsvinden na een unaniem besluit van de colleges van B en W van alle deelnemende gemeenten en onder door de afdeling Welzijn te bepalen condities.

Artikel 9 Opzegging van deze overeenkomst

  • a.

    Elk der deelnemende gemeenten kan deze overeenkomst tussentijds opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden optreedt of is opgetreden, dat van de partij die het betreft in redelijkheid niet kan worden gevergd te blijven samenwerken binnen deze overeenkomst. Zo mogelijk wordt daarna deze overeenkomst tussen de overblijvende deelnemende gemeenten voortgezet.

  • b.

    Indien één of meer deelnemende gemeenten deze overeenkomst opzeggen en daarmee de gemeentelijke bijdragen zoals bedoeld in art 5 lid 1 onder a terugtrekken, betekent dit automatisch dat het bureau VSV stopt met de werkzaamheden voor de desbetreffende gemeente(n).

  • c.

    Een gedeeltelijke opzegging van deze overeenkomst, in die zin dat één c.q. meer deelnemende gemeenten niet meer op alle aspecten van deze overeenkomst wenst c.q. wensen samen te werken, behoort niet tot de mogelijkheden.

  • d.

    In het geval dat via wet- en/of regelgeving en/of onderlinge afspraken aan één partij namens de overige deelnemende gemeenten verplichtingen zijn opgelegd, dragen de opzeggende deelnemende gemeenten er onder alle omstandigheden zorg voor dat deze met verplichtingen belaste partij de haar opgedragen verplichtingen op een adequate en geëiste wijze kan voortzetten en uitvoeren

  • e.

    De opzegging van deze overeenkomst laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de inmiddels gesloten contracten verband houdend met de doelstelling van het Bureau VSV onverlet.

  • f.

    De financiële en personele consequenties van een opzegging zijn geregeld in artikel 6 lid 1 sub a en artikel 6 lid 2.

Artikel 10 Ontbinding van deze overeenkomst

  • a.

    Ontbinding van deze overeenkomst kan enkel plaatsvinden via een unaniem besluit van alle deelnemende gemeenten.

  • b.

    Ontbinding van deze overeenkomst leidt tot een opheffing van het bureau VSV en daarmee ook tot een beëindiging van de dienstverlening aan de deelnemende gemeenten.

  • c.

    In het geval dat via wet- en/of regelgeving en/of onderlinge afspraken aan één deelnemende gemeente namens de overige deelnemende gemeenten verplichtingen zijn opgelegd, dragen alle deelnemende gemeenten er onder alle omstandigheden zorg voor dat deze met verplichtingen belaste deelnemende gemeente de haar opgedragen verplichtingen op een adequate en geëiste wijze kan voortzetten en uitvoeren.

  • d.

    De ontbinding van deze overeenkomst laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de inmiddels gesloten contracten die verband houden met de doelstelling van het Bureau VSV onverlet.

  • e.

    De financiële en personele consequenties van een ontbinding zijn geregeld in artikel 6 lid 1 sub b en artikel 6 lid 3.

Artikel 11 Inwerkingtreding en werkingsduur overeenkomst

Deze overeenkomst treedt in werking per 1 januari 2016 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

De voorgaande Bestuursovereenkomst inzake regionale samenwerking betreffende de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en de Wet houdend regels inzake Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten, getekend op 03-12-2003, wordt ingetrokken per datum van ondertekening van deze nieuwe overeenkomst. Verplichtingen aangegaan onder de in te trekken overeenkomst gelden als verplichtingen aangegaan onder deze overeenkomst.

Aldus overeengekomen te Heerlen d.d. 9 december 2015 en in achtvoud opgemaakt en getekend.

Burgemeester en wethouders van Heerlen,

De secretaris,

C.L.A.F.B. Bruls

De burgemeester,

R.K.H. Krewinkel