Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Subsidiëring Buurtactie Heerlen 2016 |
Citeertitel | Buurtactieregeling Heerlen 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | 31-12-2016 | Nieuwe regeling | 19-01-2016 | OBM-16000363 |
Artikel 1 Doelstelling van de subsidie
Het college kan een subsidie verlenen met het oog op het versterken van bewonersparticipatie.
Artikel 2 Kring van subsidiegerechtigden
Een aanvraag kan door iedere inwoner of organisatie van bewoners van Heerlen worden ingediend.
Onverminderd het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Heerlen, kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:
Artikel 6 Advisering regiegroep
Alvorens het college beslist op een subsidieaanvraag wordt deze ter advisering voorgelegd aan een regiegroep. Deze bestaat uit zes leden, te weten vijf vertegenwoordigers van de buurtorganisaties (uit elk kernteam één) en het hoofd Buurtgericht Werken of diens vertegenwoordiger.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en
wethouders der gemeente Heerlen van 19 januari 2016.
gemeentesecretaris,
C.L.A.F.M. Bruls
burgemeester,
R.K.H. Krewinkel
Toelichting op de beleidsregel subsidiëring buurtactie Heerlen 2016
De Algemene Subsidieverordening Heerlen fungeert als kapstokverordening, waar alle subsidieregels in de gemeente Heerlen op worden gebaseerd. Bij de vaststelling van de ASV is afgesproken dat voor concrete subsidieverstrekking beleidsregels worden vastgesteld. Daarin staan de inhoudelijke en financiële criteria per doelgroep of beleidsterrein.
De beleidsregel subsidiëring buurtactie Heerlen 2016 is zo’n inhoudelijke en financiële invulling op het gebied van burgerparticipatie. De regeling vervangt de beleidsregel subsidiëring buurtactie Heerlen 2015.
Het doel van de regeling is het versterken van bewonersparticipatie. Daarbij kan het gaan om heel verschillende activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan straatbarbecues, het opknappen van een pleintje of het vervangen van bomen in een straat. De buurtactieregeling maakt het makkelijker voor bewoners in dezelfde straat of buurt om iets samen te doen en elkaar zo beter te leren kennen. Op die manier wordt de sociale samenhang, de band tussen mensen in een straat of buurt, versterkt.
Dit artikel spreekt voor zich. Alleen bewoners of bewonersorganisaties uit Heerlen komen in aanmerking voor subsidie.
De criteria in dit artikel dienen als overwegingskader voor het nemen van een besluit. Het eerste lid verwijst naar de doelstelling van de subsidie (zie de toelichting op artikel 1). Het tweede lid stelt dat de aanvraag relatief kleinschalig moet zijn. De achterliggende gedachte hierbij is dat alleen bij relatief kleinschalige activiteiten bewoners uit dezelfde straat of buurt elkaar beter kunnen leren kennen. Om die reden zijn ook de grote evenementen die onder de beleidsregel subsidiëring evenementen vallen in lid 3 uitgezonderd van subsidiëring. Bij die evenementen staat het evenement en de bijdrage daarvan voor de stad centraal, en niet (of veel minder) de bijdrage aan de sociale samenhang tussen bewoners. In lid 4 is ten slotte opgenomen dat er voor het aanbrengen van voorzieningen in de openbare ruimte voldoende draagvlak dient te bestaan in de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan een speelvoorziening of hondenuitlaatplaats. De ervaring leert dat er binnen een buurt soms heel verschillend gedacht wordt over zo’n voorziening. De gemeente wil dat bewoners nader tot elkaar komen door samen aan zo’n voorziening te werken. Het is niet de bedoeling dat een nieuwe voorziening verdeeldheid zaait in een buurt. Of er voldoende draagvlak is voor een voorziening is uiteindelijk aan het college, dat zich daarbij laat adviseren door de regiegroep. De gebiedsregisseur kan onderzoek doen naar het draagvlak voor een voorziening en hierover met de aanvrager in gesprek gaan.
Lid 1 tot en met 3 spreken voor zich. De afdeling Beheer en Onderhoud heeft een adviserende rol bij de kosten van onderhoud (lid 4).
Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen toelichting.