Overheidsorganisatie | Gemeente Woudrichem |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening watertoeristenbelasting 2017 |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Onbekend | 13-12-2016 | Onbekend | |
01-01-2016 | 01-01-2017 | Onbekend | 15-12-2015 | Onbekend |
De raad van de gemeente Woudrichem;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2016;
gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 22 november 2016;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening watertoeristenbelasting 2017
Deze verordening verstaat onder:
vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;
lengte: de lengte over alles;
vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van tenminste één maand;
etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;
maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
seizoen: het tijdvak van 16 april tot en met 16 oktober;
schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.
Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
1. Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degenen die verblijf houden aan boord van:
een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
kano's, roei- en volgboten;
een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt.
waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de Verordening toeristenbelasting 2016.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
Voor vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
het aantal personen dat verblijf heeft gehouden bepaald op 3:
het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden bepaald op 24.
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6 berekende aantal.
De belasting bedraagt per persoon, per etmaal € 1,18.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het seizoen.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal etmalen dat gelegenheid tot verblijf wordt of is gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan vijftien zal of heeft belopen.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljete aanslag moet worden betaald binnen dertig na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
De 'Verordening watertoeristenbelasting 2016' van 15 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening watertoeristenbelasting 2017.'
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 13 december 2015.
de voorzitter, A. Noordergraaf
de griffier, P.A. Paulides-Ruitenberg