Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling investeringsimpuls duurzame zeehavens Noord-Holland 2016 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling investeringsimpuls duurzame zeehavens Noord-Holland 2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | zeehavens, luchtkwaliteit, ruimtegebrui, economie |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.
De kaarten van Bijlage 2 zijn in te zien via de link [Zeehavens] (http://www.noord-holland.nl/psstukken/openbaar/AVV/AVV-PB2016-3.pdf).
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-04-2016 | 01-01-2017 | artikel 11, bijlage 2 | 12-04-2016 Provinciaal blad, 2016, 47 | 518448-783763 | |
09-01-2016 | 13-04-2016 | nieuwe regeling | 05-01-2016 Provinciaal blad, 2016, 3 | 518448-726451 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
stimuleren circulaire economie: de optimalisatie van ketens van economische activiteiten met als doel herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren; d. intensiveren ruimtegebruik: een betere benutting van de bestaande ruimte op bestaande bedrijventerreinen;
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
fysieke maatregelen in de Noord-Hollandse zeehavens die bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit;
Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
1e. realisatie van een vulpunt voor alternatieve brandstoffen ten behoeve van havengerelateerd transport;
2e. realisatie van een walstroomvoorziening;
3e. elektrificeren/overschakelen op alternatieve brandstoffen van mobiele werktuigen; 4e. overschakelen op alternatieve brandstoffen van scheepvaart en/of vrachtverkeer;
5e. de besparing van de hoeveelheid wegverkeer door verplaatsing naar vervoer over water.
fysieke maatregelen in de Noord-Hollandse zeehavens waarmee het ruimtegebruik wordt geïntensiveerd;
1e. de intensivering van bestaande functies op bestaande kavels, waardoor er opnieuw uitgeefbare ruimte voor het bedrijventerrein beschikbaar komt; en/of
2e. de intensivering van bestaande functies op bestaande kavels, waardoor aantoonbaar meer productie/economische activiteit zal plaatsvinden binnen de bestaande kavel; en/of 3e. de vermindering van het beslag van bestaande functies op de milieuruimte, waardoor het gebruik van de geluidsruimte of de externe veiligheidscontour van het bedrijf aantoonbaar kleiner wordt en milieuruimte beschikbaar komt voor nieuwe economische activiteiten.
.fysieke maatregelen in de Noord-Hollandse zeehavens waarmee de circulaire economie wordt gestimuleerd;
Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
1e. maatregelen die leiden tot het zo hoogwaardig mogelijk hergebruiken van restmaterialen en -stromen binnen de Noord-Hollandse zeehavens en tussen partijen in de Noord-Hollandse zeehavens met partijen buiten de Noord-Hollandse havens;
2e. maatregelen die leiden tot het vormen van nieuwe duurzame kringlopen binnen de Noord-Hollandse zeehavens en tussen partijen in de Noord-Hollandse zeehavens met partijen buiten de Noord-Hollandse havens.
Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
voor fysieke maatregelen gericht op de doelstelling verbeteren luchtkwaliteit:
1e 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal €500.000, indien de aanvrager een publiekrechtelijke rechtspersoon is;
2e 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal €500.000,- indien de aanvrager een privaatrechtelijke rechtspersoon is die kan worden aangemerkt als kleine of middelgrote onderneming in de zin van artikel 2, lid 2 Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 10 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
3e 40% van de subsidiabele kosten tot maximaal €500.00,- in andere gevallen.
Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het tweede lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van het bepaalde in de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 10 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard of op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 (de-minimissteun) verstrekt mag worden.
Indien de ontvanger voor dezelfde activiteit één of meer bijdragen of subsidies van derden ontvangt, wordt de subsidie zodanig berekend dat het totale subsidiebedrag niet meer bedraagt dan 100% van de kosten van de activiteit.
De rangschikking van aanvragen voor fysieke maatregelen respectievelijk haalbaarheidsonderzoeken, als bedoeld in artikel 2 lid 1d, wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria, waarbij bij fysieke maatregelen de aannemelijk gemaakte bijdrage aan de doelstellingen wordt beoordeeld en bij haalbaarheidsonderzoeken de aannemelijk gemaakte potentiële bijdrage aan de doelstellingen:
voor zover het betreft het verbeteren van de luchtkwaliteit:
1e. de omvang van de vermindering van de uitstoot van emissies van luchtverontreinigende stoffen die wordt gerealiseerd;
2e. de mate waarin sprake is van verhoogde concentraties luchtverontreinigende stoffen op de locatie van de activiteit waar de vermindering van de uitstoot wordt gerealiseerd;
3e. de soort luchtverontreinigende stof waarvan de uitstoot wordt verminderd, gerelateerd aan de locatie zoals bedoeld onder 2°;
voor zover het betreft het intensiveren van ruimtegebruik:
1e. de ruimte die door de intensivering van bestaande functies op bestaande kavels beschikbaar komt;
2e. de productie of economische activiteit die door de intensivering wordt toegevoegd binnen de bestaande kavel;
3e. de ruimte die beschikbaar komt voor nieuwe economische activiteiten door de vermindering van het beslag op de milieuruimte, doordat het gebruik van de geluidsruimte of de externe veiligheidscontour van het bedrijf aantoonbaar kleiner wordt;
Haarlem, 5 januari 2016.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Subsidieaanvragen moeten worden getoetst aan de Europese regelgeving met betrekking tot staatssteun (artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Toepassing van deze regelgeving kan er toe leiden dat in afwijking van het bepaalde in artikel 11 lid 1 subsidie slechts kan worden verleend tot een lager percentage van de subsidiabele kosten, of zelfs moet worden geweigerd.
Om, indien mogelijk, afstemming van de te subsidiëren projecten op de complexe staatssteunregels mogelijk te maken en om onnodige teleurstelling bij de subsidieaanvragers te voorkomen, wordt de mogelijkheid geboden om voorafgaand aan de indiening van de subsidieaanvraag op basis van een concept-aanvraag een voorlopig ambtelijk advies aan te vragen. Het advies zal betrekking hebben op de mogelijkheden voor verlening van de subsidie met het oog op de toepassing van staatsteunregels en eventuele aanpassingen van de aanvraag of van de te subsidiëren activiteiten. Het advies behelst niet meer dan een voorlopig ambtelijk oordeel, waaraan geen rechten kunnen worden ontleend.
Lid 3 onder i. Verbeteren luchtkwaliteit De beleidsdoelstelling van de provincie is het verder verbeteren van de luchtkwaliteit in Noord-Holland, gericht op het creëren van een gezonde(re) leefomgeving voor haar inwoners. Prioriteit wordt gegeven aan activiteiten die de grootste impact hebben op de beleidsdoelstelling en aan activiteiten in die gebieden waar sprake is van de belangrijkste knelpunten.
Prioriteit wordt gegeven aan activiteiten in die gebieden waar sprake is van verhoogde concentraties luchtverontreinigende stoffen. In Noord-Holland bestaan er nog hardnekkige knelpunten met overschrijdingen in Amsterdam (belangrijkste bron is verkeer). Daarnaast blijven de verhoogde fijnstofconcentraties in de IJmond (belangrijkste bron is industrie) een aandachtspunt. In de regio Den Helder is in mindere mate sprake van aandachtspunten op het gebied van luchtkwaliteit. Deze regeling richt zich op de Noord-Hollandse zeehavens en daarmee primair op het beperken van de uitstoot als gevolg van industrie. Daarom wordt in de rangordening prioriteit gegeven aan de IJmond. De beoordelingscommissie kent als volgt haar punten toe: - Activiteit in zowel de IJmond als elders in het Noordzeekanaalgebied als in Den Helder: 10 punten
Per gebied zijn de knelpunten van een andere aard, dat leidt tot onderstaande rangordening in de beoordeling. Als een reductie voor meerdere stoffen wordt gerealiseerd worden de punten bij elkaar opgeteld. - Activiteit in zowel de IJmond als elders in het Noordzeekanaalgebied als in Den Helder: PM10, roet en NO2 scoren alle 2 punten
Lid 3, onder ii. Intensiveren ruimtegebruikZowel in het Noordzeekanaalgebied als in de haven van Den Helder is de druk op de ruimte groot. Activiteiten moeten aantoonbaar leiden tot een betere benutting van de bestaande ruimte op bestaande bedrijventerreinen in de Noord-Hollandse zeehavens.
Een betere benutting kan inhouden: a de intensivering van bestaande functies op bestaande kavels, waardoor er opnieuw uitgeefbare ruimte voor het bedrijventerrein beschikbaar komt (aanvrager dient aan te geven hoeveel ruimte, in meters, en aan te geven wat er met de vrijgekomen ruimte gaat gebeuren) b de intensivering van bestaande functies op bestaande kavels, waardoor aantoonbaar meer productie/economische activiteit zal plaatsvinden binnen de bestaande kavel (aanvrager dient aan te geven hoeveel meer productie/economische activiteit in euro’s per jaar) c de vermindering van het beslag op de milieuruimte, waardoor het gebruik van de geluidsruimte of de externe veiligheidscontour van het bedrijf aantoonbaar kleiner wordt en milieuruimte beschikbaar komt voor nieuwe economische activiteiten (aanvrager dient aan te geven hoeveel het gebruik van de geluidsruimte vermindert, in decibellen, en/of de externe veiligheidscontour wordt verkleind, in meters).
Elke activiteit wordt vergeleken met de andere aanvragers, op basis van die vergelijking worden voor de drie criteria zoals genoemd in artikel 13 lid 2b punten toegekend op een schaal van 1 tot en met 10.
Lid 3, onder iii. Stimuleren circulaire economie De beleidsdoelstelling is via een transitie naar een circulaire economie zowel milieuvraagstukken op te lossen als kansen te creëren en te benutten voor een toekomstbestendige en concurrerende economie. De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren.
De beoordelingscriteria zijn: a de hoeveelheid restmaterialen en -stromen die door het project/de maatregel hoogwaardig worden hergebruikt
b de hoeveelheid bedrijven die een nieuwe duurzame kringloop hebben gevormd
Elke activiteit wordt vergeleken met de andere aanvragers, op basis van die vergelijking worden voor beide criteria punten toegekend op een schaal van 1 tot en met 10.
Bijlage 2. Geografische afbakening
Het havenindustrieel complex van het Noordzeekanaalgebied en de Haven van Helder betreft het volgende gebied:
Noordzeekanaalgebied: de gebieden 1 tot en met 13 en 15 tot en met 24 op de kaart.
Den Helder: alleen de gebieden 1 tot en met 5, 7 en 10 op de kaart