Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden-Holland |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden-Holland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
De datum van ondertekening betreft de laatste besluitdatum benodigd voor de wijziging van deze gemeenschappelijke regeling.
De terugwerkende kracht ziet op de artikelen XII en XIII
Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 51
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2015 | wijziging van artikelen 1, 4, 6, 10, 11, 12, 16, 17, 19, 20, 26, 28, 29, 34, 35, 36, 37 en 38. | 22-12-2015 | Onbekend |
Hoofdstuk 2 Omgevingsdienst Midden-Holland
De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van Gedeputeerde Staten en bestuursorganen van de regiogemeenten bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 4, eerste lid, onder b genoemde wetten.
4. Het namens Gedeputeerde Staten en voor zover daartoe mandaat is verleend uitvoeren van de volgende taken en bevoegdheden, met inachtneming van met de provincie overeengekomen beleid:
a. de taken en bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid onder b, voor zover Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag zijn;
Indien ten gevolge van wijziging van wettelijke regelingen ter bescherming van het milieu, de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid gaan strekken ter uitvoering van een andere regeling dan ter uitvoering waarvan zij ten tijde van het van kracht worden van deze regeling strekten, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voor zover hun strekking en omvang door hun wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de taken die in de genoemde artikelleden aan de omgevingsdienst zijn opgedragen.
De omgevingsdienst kan tevens taken uitvoeren of diensten verrichten voor en op verzoek van andere instanties dan de deelnemers. Met betrekking tot de uitvoering en nadere invulling van deze taken worden door of namens het dagelijks bestuur met de betreffende instanties schriftelijk werkafspraken en afspraken over vergoedingen gemaakt.
Hoofdstuk 3 Inrichting en samenstelling van het bestuur
Wanneer een lid van het algemeen bestuur ophoudt lid te zijn van het college van burgemeester en wethouders respectievelijk Gedeputeerde Staten, dan houdt hij tevens op lid te zijn van het algemeen bestuur. Het college van burgemeester en wethouders voorziet respectievelijk Gedeputeerde Staten voorzien zo spoedig mogelijk in de opvulling van de vacature.
Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de wet is het lidmaatschap van het algemeen bestuur onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van een der deelnemers dan wel door of vanwege het bestuur van de omgevingsdienst aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met een ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van een der deelnemers dan wel de omgevingsdienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerste lid dan nadat de vertegenwoordigende organen van de deelnemers van dit voornemen op de hoogte zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Het algemeen bestuur kan aan een commissie als bedoeld in het eerste lid bevoegdheden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur overdragen, met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van de begroting of van de jaarrekening alsmede bevoegdheden aangaande het beheer van de organisatie en personele bevoegdheden.
Paragraaf 2 Bevoegdheden dagelijks bestuur
Artikel 19 Bevoegdheden dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is bevoegd namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur te besluiten rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
Hoofdstuk 5 Ambtelijke organisatie
Artikel 23 Inrichting organisatie
Het dagelijks bestuur regelt de inrichting van de organisatie van het openbaar lichaam.
Het dagelijks bestuur is, binnen het raam van de door het algemeen bestuur vastgestelde formatie, belast met het aanstellen als ambtenaar, het tewerkstellen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht en met het schorsen en ontslaan van het personeel van de omgevingsdienst, de directeur van de dienst uitgezonderd.
Op het personeel in dienst van de omgevingsdienst zijn de CAR-UWO en de lokale regelingen van de Omgevingsdienst Midden-Holland van toepassing. De lokale rechtspositionele regelingen van het ISMH, zoals die gelden op de datum dat de omgevingsdienst in bedrijf wordt gesteld, zijn met ingang van die datum van overeenkomstige toepassing op het personeel van de Omgevingsdienst Midden-Holland.
Hoofdstuk 6 Financiën en beheer van de omgevingsdienst
Artikel 28 Voorbereiding begroting
Voorgenomen begrotingswijzigingen worden vooraf voor een zienswijze aangeboden aan de vertegenwoordigende organen van de deelnemers. Hiervan kan worden afgezien als het totaal aan mutaties minder dan 5% van de totale begrotingsomvang (baten) bedraagt en de wijziging(en) het totaal van de begrote lasten niet te boven gaan of waar deze de begrote lasten wel te boven gaan er in financiële dekking is voorzien.
Hoofdstuk 7 Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing
Bij ontbinding van de regeling, in verband met opheffing van de regeling of anderszins, blijft de omgevingsdienst voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van het vermogen noodzakelijk is. Het liquidatieplan geeft regels voor de wijze waarop de deelnemende gemeenten, voor zover het saldo ontoereikend is, zorgdragen voor de nakoming van de verplichtingen van de omgevingsdienst.
Hoofdstuk 8 Overgangs- en Slotbepalingen
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van het bestuur van de omgevingsdienst, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het dagelijks bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995, belast een inspecteur van de Groene Hart Archiefinspectie.