Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regionale uitvoeringsdienst Zeeland

Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegionale uitvoeringsdienst Zeeland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014
CiteertitelBesluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 5, lid 1 Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2014

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2014nieuwe regeling

10-12-2014

Provinciaal blad, 15-12-2014, nr. 3740

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014

RUD Zeeland – Vaststelling van het Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014

Besluit ondermandaat directietaken van de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland, houdende de verlening van ondermandaat van bepaalde directietaken aan de afdelingshoofden van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland (Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014).

 

De directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland,

Gelet op

-artikel 5 lid 1 Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2014;

-het advies van de OR d.d. 17 november 2014;

-het toestemmingsbesluit van het dagelijks bestuur d.d. 8 december 2014;

 

Besluit

vast te stellen:

 

het Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014.

 

Besluit ondermandaat directietaken van de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland, houdende de verlening van ondermandaat van bepaalde directietaken aan de afdelingshoofden van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland (Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014).

Artikel 1: Reikwijdte

Lid 1

De afdelingshoofden van RUD Zeeland zoals genoemd in artikel 1 lid d van de Organisatieverordening RUD Zeeland 2013 oefenen, voor zover dit hun eigen takenpakket betreft conform de Organisatieverordening, de bevoegdheden uit zoals omschreven in artikel 2 lid 1 sub b, sub c en sub d en in artikel 3 sub e Besluit mandaat directietaken.

 

Lid 2

Het personeelsbudget is uitgezonderd van de bevoegdheid zoals genoemd in lid 1.

 

Lid 3

De in lid 1 toegekende bevoegdheid met betrekking tot artikel 2 lid 1 sub b Besluit mandaat directietaken geldt uitsluitend onder toepassing van de bij het onderhavige besluit behorende bijlage personele aangelegenheden.

 

Lid 4

De in lid 1 toegekende bevoegdheid met betrekking tot artikel 2 lid 1 sub c Besluit mandaat directietaken geldt uitsluitend voor beslissen over opdrachten inzake werken, diensten en leveringen tot het maximumbedrag van € 100.000,- per opdracht.

Artikel 2: Registratie

Elk afdelingshoofd registreert ieder ondertekend besluit zoals genoemd in artikel 1 en doet daarvan opgave aan de directeur.

Artikel 3: Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het is bekendgemaakt.

Artikel 4: Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat directietaken RUD Zeeland 2014.

Aldus vastgesteld op 10 december 2014.

De directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland

Dhr. ing. A. van Leeuwen MPA

Uitgegeven, 15 december 2014.

De secretaris, A.W. Smit

BIJLAGE BIJ BESLUIT ONDERMANDAAT DIRECTIETAKEN RUD ZEELAND 2014

Ondermandaatlijst personele aangelegenheden

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP)

Korte omschrijving artikel

Beslissingsorgaan

Opmerkingen

De hiernavolgende aangewezen ondermandaten gelden uitsluitend binnen de eigen afdeling

Ondermandaat

 

 

 

 

J/N

Wie

art. B.1 t/m B.5

Het aanstellen van personeel.

Directeur (met uitzondering van de Controller)

Geregeld in art. 2 lid 1 sub a en lid 3 van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. B.6 en B.7

Het opdragen van een andere functie of andere werkzaamheden.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. B.9 t/m B.13

art. E.9 en E.16

Verlenen van ontslag

Directeur

Geregeld in art. 2 lid 1 sub a van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013.

Het valt op dat de controller niet is uitgezonderd.

 

 

art. B.15

Het nemen van een besluit tot uitbetalen overlijdensuitkering.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. C.5 en C.6

Bepaling salarisschaal en salaris

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. C.7

Het nemen van besluiten over salarisontwikkeling bij duurzame groei in het functioneren.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. C.9 en C.10

Variabele beloning toekennen

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

Art.C.11

Opdracht geven tot waarneming andere functie (voor zover dit niet geregeld is in het plaatsvervangingsprotocol)

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

Art.C.12

Toekennen afwijkende toelage onregelmatige dienst

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. C.14

Het toekennen van een arbeidsmarkttoelage; het toekennen van een bindingspremie.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

Art.C.20

Opdracht geven tot verrichten van overwerk

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

Art.C.20

Afwijkende overwerkregels opstellen

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

art. D.1, lid 5

Het maken van afspraken over tijdelijke uitbreiding van de arbeidsduur tot 40 uur per week.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. D.2, lid 3

Het vaststellen van een individuele werktijdregeling

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

art. D.2, lid 5

Opdracht geven voor werk buiten vastgestelde werktijd of voor piket

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

art. D.4 lid 2

Vrijstelling van continudienst in nachturen

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. D.7

Opname van verlof en intrekken van verleend verlof

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

art. D.11

Het nemen van alle besluiten ten aanzien van zwangerschaps- en bevallingsverlof

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

Art. D. 12 en Wet arbeid en zorg

Het verlenen van buitengewoon verlof

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

Art. D. 13

Het verlenen van buitengewoon verlof voor vakbondsactiviteiten

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

Art. D. 15

Verlenen van betaald of onbetaald buitengewoon verlof in bijzondere situaties

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

Art. D. 16

Het verlenen van langdurig onbetaald verlof

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

Art E. 4

Een medewerker verplichten een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te laten ondergaan

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

art. E.6

Het besluiten tot buitendienststelling van een ambtenaar in verband met lichamelijke of geestelijke toestand.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. E.7

Het verrichten van alle activiteiten in het kader van reïntegratie van zieke ambtenaren.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

In verzuimbeleid en verzuimprotocol zijn taken en rollen vastgelegd. Daarin is deze taak belegd bij leidinggevende.

Ja

Afdelingshoofd

Art. E. 14

Het vergoedingen van extra ziektekosten als gevolg van een dienstongeval.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. F.1, lid 1

Melding nevenwerkzaamheden en registratie daarvan.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013.

 

 

Art.F.1, lid 8

Melding financiële belangen en registratie daarvan.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013.

 

 

Art. F. 3, lid 2 en 3

Het nemen van besluiten over het vergoeding van schade in verband met de functievervulling

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013.

 

 

art. F.5

Het opleggen van een verhuisplicht ten behoeve van een goede functievervulling.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. F.9 en

F.10

Opstellen Persoonlijk ontwikkelingsplan

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Ja

Afdelingshoofd

art. G.1

Het ontzeggen van de toegang tot dienstgebouwen of het werk in het belang van de dienst.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. G.2

Het schorsen van de ambtenaar in het belang van de dienst en alle besluiten die hieruit voortvloeien.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. G.3, 4 en 5

Het opleggen van disciplinaire maatregelen inclusief ontslag.

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

art. H.1 t/m H.10

Het sluiten en eindigen van arbeidsovereenkomsten

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

 

 

Overige regelingen

Korte omschrijving

Beslissingsorgaan

Opmerkingen

Ondermandaat

 

 

 

 

J/N

wie

Regeling aanwijzingen en vergoeding bedrijfshulpverlening

Aanwijzing BHV-er en toekenning vergoeding

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Declaraties van de directeur worden door de controller gecontroleerd en akkoord verklaard.

 

 

Regeling verplaatsingskosten

Toekennen van alle vergoedingen in deze regeling

Directeur

Is geregeld in de regeling zelf.

 

 

Regeling reis- en verblijfkosten

Toekennen van vergoedingen van deze regeling

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013

Declaraties van de directeur worden door de controller gecontroleerd en akkoord verklaard

Ja

Afdelingshoofd

Regeling bedrijfsfitness

Toekennen van vergoedingen

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013.

Declaraties van de directeur worden door de controller gecontroleerd en akkoord verklaard

Ja

Afdelingshoofd

Regeling vergoeding consignatiediensten

Aanwijzen van medewerkers voor consignatiedienst inclusief toekenning van vergoedingen

Afdelingshoofd

Is vastgelegd in de betreffende regeling.

Declaraties van de directeur worden door de controller gecontroleerd en akkoord verklaard

 

 

Regeling woon-werkverkeer

Toekenning vergoedingen o.b.v. deze regeling

Directeur

Valt onder artikel 2 lid 1 sub b van het Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013.

Declaraties van de directeur worden door de controller gecontroleerd en akkoord verklaard

Ja

Afdelingshoofd

Regeling veilig rijden

Toekenning vergoedingen

Afdelingshoofd

Is vastgelegd in de betreffende regeling.

Declaraties van de directeur worden door de controller gecontroleerd en akkoord verklaard

 

 

 

 

 

 

 

 

N.B. Waar het de functie van directeur betreft, is het dagelijks bestuur het beslissingsorgaan, tenzij in de Bijlage anders is bepaald.

Toelichting

Algemeen

Bij Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2013 (uitgebreid bij Besluit mandaat directietaken RUD Zeeland 2014 dat in werking is getreden op 20 november jl.) heeft het dagelijks bestuur de directietaken opgedragen aan de directeur RUD Zeeland. Het besluit bepaalt vervolgens dat de directeur deze taken in ondermandaat kan verlenen aan afdelingshoofden. Het dagelijks bestuur heeft hiervoor bij besluit van 8 december 2014 toestemming verleend.

Het doel van dit besluit is om door het regelen van de aangewezen bevoegdheden aan de afdelingshoofden de uitvoering hiervan efficiënter te laten verlopen.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Lid 1

Deze bepaling ziet met name toe op:

-het leiding geven aan en aansturen van de ambtenaren (artikel 2 lid 1 sub b Besluit mandaat directietaken 2014);

-het beslissen tot publiekrechtelijke rechtshandelingen (artikel 2 lid 1 sub c Besluit mandaat directietaken 2014);

-het vertegenwoordigen van RUD Zeeland in en buiten rechte, voor zover dit het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen betreft, waartoe door of namens het dagelijks bestuur is besloten (artikel 2 lid 1 sub a Besluit mandaat directietaken 2014);

-het behandelen en ondertekenen van procedurele /uitvoerende en/of informatieve correspondentie (artikel 3 sub e Besluit mandaat directietaken 2014).

Van ondermandaat is uitgesloten de bevoegdheid zoals neergelegd in artikel 2 lid 1 sub a: “het benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren”.

De ondertekening door de aangewezen afdelingshoofden van de lid 1 genoemde besluiten is geregeld in artikel 8 Besluit mandaat directietaken 2014.

 

Lid 2

Het personeelsbudget omvat met name salariskosten en invulling van vacatureruimte. Het budget externe inhuur valt hier niet onder en past dus uitdrukkelijk wel binnen de bevoegdheid zoals genoemd in lid 1.

 

Lid 3

Het ondermandaat met betrekking tot personele aangelegenheden is beperkt en gespecificeerd in de bij dit besluit behorende bijlage.

 

Lid 4

In de budgethoudersregeling zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de budgethouders opgenomen ten aanzien van aan hen toegekende budgetten.

De budgethouder is een afdelingshoofd. Een bevoegdheid is het aangaan van contractuele en financiële verplichtingen voor werken, diensten en leveringen. In de budgethoudersregeling is dit gelimiteerd tot het maximum van het vrij beschikbare budget. Dit lid maximeert de bevoegdheid tot een bedrag van € 100.000 per opdracht.

 

Aanvullend wordt het volgende opgemerkt.

Binnen de Aanbestedingswetgeving wordt bij het vaststellen van de aanbestedingsplicht gerekend met bedragen voor de gehele contractwaarde c.q. contractperiode (concreet, geraamd of verwacht). Is de contractduur vooraf niet vast te stellen, dan rekent men bij het ramen van de contractwaarde met een standaard contractperiode van vier jaar. Met het tekenen van een overeenkomst wordt in principe een verplichting (verbintenis) aangegaan voor een hele contractperiode. Het afnemen van bijvoorbeeld een dienst van € 50.000 per jaar gedurende 3 jaar heeft een opdrachtwaarde van € 150.000 en valt daarmee buiten dit ondermandaat.

 

Artikel 2

Uit oogpunt van verantwoording en transparantie is elk afdelingshoofd gehouden tot de registratie van ieder genomen besluit en de directeur hiervan inzage te geven.

 

N.B.

Uit oogpunt van integriteit is bepaald dat, waar het de functie van directeur betreft, het dagelijks bestuur het beslissingsorgaan is, tenzij in de Bijlage anders is bepaald.

Met het ‘beslissingsorgaan’ wordt bedoeld het in de desbetreffende regeling aangewezen orgaan om het desbetreffende besluit te nemen. In de Bijlage staat aangegeven wie in ondermandaat vervolgens bevoegd wordt om dit besluit te nemen.