Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijkerk

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijkerk
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening reinigingsheffingen 2014.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2016nieuwe regeling

12-11-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 2015, 115662

2015-047-B
01-01-201601-01-2017art. 9, bijlage

17-12-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 2015, 124854

2015-052-A

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2015;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

 

b e s l u i t vast te stellen de:

 

 

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3. De afvalstoffenheffing bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag per jaar, vermeerderd met

    • b.

      gedifferentieerde bedragen per keer dat afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 3. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per tijdvak wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2, onderdelen 2.1 tot en met 2.2 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag, waarbij per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 2, onderdelen 2.3 tot en met 2.8 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge en dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2, onderdelen 2.1 tot en met 2.2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2, onderdelen 2.3 tot en met 2.8 van de tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 3. Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het vaste bedrag per jaar verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste deel van dat bedrag als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.

  • 4. Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het vaste bedrag per jaar voor zoveel driehonderdvijfenzestigste deel van dat bedrag belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder is dan € 5,00.

  • 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing als de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 6. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt niet geheven, als het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 7. Als de belastingplicht is beëindigd na de dagtekening van de aanslag, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, wordt de in artikel 6, eerste lid, bedoelde belasting betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2. Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven voor automatische incasso, worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren in het desbetreffende kalenderjaar, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt.

  • 3. Bij de toepassing van het tweede lid geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 1,00 bedraagt.

  • 4. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de belasting worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen in dit artikel.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt alleen kwijtschelding verleend voor vaste bedrag van de belasting als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel a.

Artikel 10. Nadere regels

  • 1. Het dagelijks bestuur van GBLT (het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle) kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderdelen van de afvalstoffenheffing, bedoeld in Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2, onderdelen 2.1 tot en met 2.3 van de tarieventabel.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de overige onderdelen van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11. Intrekking regeling en overgangsrecht

De ‘Verordening reinigingsheffingen 2014’ wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk op

12 november 2015,

de griffier,

O.van KOLCK

de voorzitter,

mr. drs. G.D. RENKEMA

Tarieventabel bij de Verordening afvalstoffenheffing, tarieven per 1-1-2016

Hoofdstuk 1Afvalstoffenheffing, vast bedrag  
1.1Het vaste bedrag van de belasting bedraagt per perceel per belastingjaar€ 122,16
     
Hoofdstuk 2Afvalstoffenheffing, gedifferentieerde tarieven  
2.1De belasting bedraagt per lediging van:  
2.1.1een container van 240 liter voor restafval€ 6,10
2.1.2een container van 140 liter voor restafval€ 2,97
     
2.2De belasting bedraagt voor het gebruik van een ondergrondse afvalcontainer, per keer€ 1,27
     
2.3De belasting bedraagt voor het ter beschikking stellen van afvalzakken met een inhoud van:  
2.3.160 liter voor restafval, per stuk€ 1,27
     
2.4De belasting bedraagt per lediging van een container voor restafval met een inhoud van:  
2.4.1800 liter€ 16,95
2.4.21.100 liter€ 23,32
2.4.31.300 liter€ 27,55
     
2.5De belasting bedraagt voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:  
2.5.1per aanvraag, tot een maximum van 2 kubieke meter€ 29,37
 vermeerderd met vermeerderd met per kubieke meter of gedeelte daarvan€ 17,35
2.5.2bij aanbieding in een big bag, tot een maximum van 2 stuks, per stuk€ 29,37
     
2.6De belasting bedraagt voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor:  
2.6.1grond en zoden, per 10 kilo€ 0,20
2.6.2gasflessen, per stuk€ 15,41
2.6.3hout, per 10 kilo€ 1,05
2.6.4asbest, per 10 kilo€ 1,96
2.6.5puin, per 10 kilo€ 0,20
2.6.6autobanden met velg, per stuk€ 1,96
2.6.7brandbaar restafval, per 10 kilo€ 1,96
2.6.8stortbaar restafval, per 10 kilo€ 1,96
2.6.9ongesorteerd afval, per 10 kilo€ 1,96
     
2.7Het tarief bedraagt voor het op aanvraag omwisselen van een container, per keer:€ 30,97
2.7aVoor het omwisselen van een 240 liter- naar een 140 liter- restafvalcontainer worden geen kosten in rekening gebracht.  
     
2.8Het tarief bedraagt voor het op aanvraag plaatsen van een slot op een container:€ 30,97

Behoort bij het raadsbesluit van 12 november 2015, nr. 2015-047-B

De griffier,

O.VAN KOLCK