Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Delegatiebesluit 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit 2005
CiteertitelDelegatiebesluit 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, lid 1
  2. Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2005nieuwe regeling

20-06-2005

Het Nieuwe Stadsblad, 06-07-2005

VR 2005/80

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit 2005

De raad van de gemeente Schiedam;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 156 lid 1 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.2. van de Algemene wet bestuurs-

recht;

 

b e s l u i t:

Artikel 1  

Onder intrekking van alle in het verleden genomen besluiten waarin bevoegdheden door de raad aan het college zijn gedelegeerd en de volgende bevoegdheden te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders:

 

I. RECHTSPOSITIE MEDEWERKERS GRIFFIE

De uitvoering van de CAR/UWO, de daaraan verbonden nadere regelingen en de lokale rechtspositieregelingen ten behoeve van de griffier en de medewerkers van de griffie, met uitzondering van:

  • a.

    het nemen van besluiten met betrekking tot de aanstelling, overplaatsing, schorsing of het ontslag van de griffier en de medewerkers van de griffie;

  • b.

    het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie;

  • c.

    het verlenen van vakantie en verlof aan de griffier en de medewerkers van de griffier;

  • d.

    besluiten met betrekking tot de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de griffier en de medewerkers van de griffie;

  • e.

    het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie.

 

II. VERKEER

Het nemen van verkeersbesluiten, voor zover zij betreffen het verkeer op andere wegen dan wegen die onder het beheer van het rijk, de provincie of een waterschap vallen (artikel 18, eerste lid, aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994);

 

Het verlenen van ontheffingen van het bepaalde krachtens de Wegenverkeerswet 1994 voor andere wegen dan wegen die onder het beheer van het rijk, de provincie of een waterschap vallen (artikel 149, eerste lid, aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994);

 

Het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart aan een gehandicapte die in de gemeente Schiedam als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens (artikel 49, eerste lid van het Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer).

 

III. ONDERWIJS

Het sluiten van overeenkomsten met besturen van onderwijsinstellingen in verband met de uitbetaling van de door de gemeente ontvangen rijksbijdrage (artikel 2.3.4, eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs);

 

Het jaarlijks vaststellen van de middelen voor onderwijsbegeleiding, voor zover het betreft eventuele wijzigingen op het bedrag per leerling voortvloeiende uit de regeling schoolbegeleiding (artikel 179, zesde lid van de Wet op het primair onderwijs).

 

IV. CULTUUR

De bevoegdheid tot het benoemen en ontslaan van leden van de Programmaraad (artikel 82L, eerste lid van de Mediawet). De in artikel 14 ontwerpstatuten aan de gemeenteraad toegekende bevoegdheden in verband met het wijzigen van de statuten van de Programmaraad.

 

V. STRAATNAAMGEVING

Het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van objecten die onderdeel uitmaken van de huishouding van de gemeente (artikel 124, eerste lid van de Grondwet en de artikelen 108, eerste lid en 147 van de Gemeentewet).

Artikel 2  

Burgemeester en wethouders kunnen de uitoefening van de in dit besluit aan hen gedelegeerde bevoegdheden mandateren aan door hen aan te wijzen medewerkers van de gemeente Schiedam.

Artikel 3  

Dit besluit kan worden aangehaald als “Delegatiebesluit 2005”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van

de griffier, de voorzitter,

Toelichting Delegatiebesluit 2005

Artikel 1

 

I. RECHTSPOSITIE MEDEWERKERS GRIFFIE

Het college is op grond van artikel 160, eerste lid aanhef en onder d van de Gemeentewet bevoegd ambtenaren, niet zijnde de griffier en de bij de griffie werkzame ambtenaren, te benoemen, te schorsen en te ontslaan. De raad van de gemeente Schiedam heeft het wenselijk geacht de uitvoering van de CAR/UWO met betrekking tot het griffiepersoneel en de griffier aan het college te delegeren. Dit mede naar aanleiding van het advies van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) om ook lokale rechtspositieregelingen op het griffiepersoneel van toepassing te verklaren en de uitvoering van het geheel te delegeren aan het college, met uitzondering van zaken die zich daarvoor niet lenen.

 

II. VERKEER

Met de inwerkintreding van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden (hierna: de Wet) gaan de bevoegdheden uit artikel 18, eerste lid aanhef en onder d alsmede artikel 149, eerste lid aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994 over naar het college. Delegatie is alleen wenselijk voor de periode tot de wet in werking treedt.

 

De bevoegdheid tot het verlenen van gehandicaptenparkeerkaarten uit artikel 49, eerste lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is niet opgenomen in het wetsvoorstel. Volgens het ministerie van Verkeer en Waterstaat ligt het in de lijn der verwachting dat bevoegdheden die voortvloeien uit algemene maatregelen van bestuur gelijk met de wettelijke bevoegdheden naar het college over zullen gaan.

 

III. ONDERWIJS

In beginsel is het college op grond van artikel 160 van de Gemeentewet bevoegd tot het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals het aangaan van een overeenkomst. De specifieke overeenkomst uit artikel 2.3.4, eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs ligt echter volgens dit artikel bij het gemeentebestuur (de gemeenteraad). Het is wenselijk om tot delegatie over te gaan alleen voor de periode tot de wet in werking treedt. Met de inwerkingtreding van de Wet gaat deze bevoegdheid rechtstreeks naar het college.

 

Voorheen was delegatie beperkt tot het sluiten van een overeenkomst met ROC Zadkine. Dit komt doordat de gemeente op vooralsnog verplicht is met deze instelling een overeenkomst aan te gaan. Wellicht verandert dit in de toekomst en kan de gemeente een keuze maken. In het delegatiebesluit is de bevoegdheid daarom niet meer toegespitst op het ROC Zadkine, maar is er een algemene bepaling opgenomen, te weten “de bevoegdheid tot het sluiten van een overeenkomst met het bestuur van een onderwijsinstelling in verband met de uitbetaling van de door de gemeenten ontvangen rijksbijdrage”.

 

In het wetsvoorstel is verder opgenomen dat de volgende bevoegdheden uit de Wet op het primair onderwijs (hierna: Wpo) overgaan van de raad naar het college:

  • >

    Het instandhouden van een schoolbegeleidingsdienst (artikel 179, eerste lid Wpo);

  • >

    De onderwijsraad verzoeken om advies uit te brengen (artikel 179, achtste lid Wpo);.

  • >

    Het jaarlijks vaststellen van middelen voor onderwijsbegeleiding, voor zover betreft eventuele wijzigingen op het bedrag per leerling voortvloeiende uit de regeling schoolbegeleiding (artikel 179, zesde lid Wpo).

Met de inwerkingtreding van de Wet gaan genoemde bevoegdheden rechtstreeks naar het college.

 

IV. CULTUUR

Al in 1998 is de bevoegdheid tot het benoemen en ontslaan van leden van de Programmaraad door de raad gedelegeerd aan het college. De bevoegdheid is neergelegd in artikel 82L, eerste lid van de Mediawet.

 

V. STRAATNAAMGEVING

Het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van objecten zijn onderdeel van de huishouding van de gemeente. De bevoegdheid van de gemeenteraad om de huishouding van de gemeente vorm te geven is in artikel 124 eerste lid van de Grondwet en in de artikelen 108, eerste lid en 147 van de Gemeentewet geregeld. De naamgeving en nummering kunnen worden aangemerkt als een autonome bestuursbevoegdheid en blijft nog enige tijd bij de gemeenteraad liggen. Voor de toekenning van de autonome bestuursbevoegdheden aan het college is een grondwetswijziging noodzakelijk, die zoals het er nu naar uitziet nog enige tijd op zich laat wachten. De gemeenteraad kan er wel voor kiezen om vooruitlopend op deze wijziging de bevoegdheid tot naamgeving en nummering aan het college te delegeren. Volgens het dualistische stelsel blijft de bevoegdheid tot vaststelling van een verordening op de naamgeving en nummering bij de gemeenteraad berusten. De gemeenteraad kan er echter ook nu al voor kiezen om de verordende bevoegdheid ter zake van naamgeving en nummering op grond van artikel 156 van de Gemeentewet ook aan het college te delegeren.

 

 

IN TE TREKKEN DELEGATIEBESLUITEN  

ONDERWIJS

Het benoemen van de onderwijzers bij het openbaar lager onderwijs, met uitzondering van de hoofden. Dit is een delegatiebesluit uit 1968 en is achterhaald wegens wetswijzigingen. Het college is doorgaans het bevoegd gezag bij het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel. Delegatie van deze bevoegdheid is dus niet meer nodig.

 

Het beslissen van verzoeken van bijzondere scholen (voor speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs) omtrent zogenaamde “andere voorzieningen”. Dit delegatiebesluit is uit 1993. De wetten waarop het delegatiebesluit is gebaseerd zijn vervallen. Overigens komt genoemde bevoegdheid met de inwerkingtreding van de Wet bij het college te liggen.

 

PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSHANDELINGEN

De bevoegdheid tot het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen ligt bij het college, zodat alle delegatiebesluiten die hierop betrekking hebben kunnen worden ingetrokken (zoals aankoop onroerend goed, herziening erfpachtcanons, kopen van woningen en dergelijke).

 

BELASTINGEN

In het verleden is de uitvoering van de Wet WOZ (waardebepaling en waardevaststellingen) gedelegeerd. Deze bevoegdheden zijn nu op grond van artikel 232 van de Gemeentewet rechtstreeks geattribueerd aan heffingsambtenaren, zodat het delegatiebesluit kan worden ingetrokken.