Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2010 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit voor het opnieuw vaststellen en bekendmaken van de verordeningen ten behoeve van centrale ontsluiting van lokale regelgeving.
De Verordening hondenbelasting 2009 wordt ingetrokken per 1 januari 2010.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | intrekking | 04-11-2010 Oegstgeester Courant, 24-11-2010 | Onbekend. | |
23-12-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 28-10-2010 Oegstgeester Courant, 15-12-2012 | Raadsstuk 2009, nr. 101c/09 |
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat op schriftelijk verzoek aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als dat er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan, meer bedraagt dan € 50,00 maar minder dan € 2.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven van de betaalrekening van de belastingplichtige, moeten de aanslagen in afwijking van het eerste lid worden betaald in zoveel termijnen als er na de maand die is vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet, nog volle maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke volgende termijn telkens een maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast met betrekking tot de automatische incasso als bedoeld in artikel 9, tweede lid. Voorts kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.