Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2016 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015.
Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2016
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2016 | nieuwe regeling | 22-12-2015 Gemeenteblad 2016, 005 | Onbekend. |
BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2016 --------------------gelet op de (concept) Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2016;
Hoofdstuk 1. Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en Algemene- en Collectieve voorzieningen
Artikel 1. Kostprijs maatwerkvoorzieningen
3.De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
4.Het College kan per opgelegde Eigen Bijdrage de looptijd nader bepalen.
Artikel 2. Eigen bijdragen voor Maatwerkvoorzieningen
Maatwerkvoorziening hulpmiddelen en individueel vervoer (o.a. scootmobielen, driewielfietsen): de Eigen bijdrage is gebaseerd op de kostprijs van hetgeen als gebruikelijk uit het kernassortiment van de gecontracteerde leverancier in rekening wordt gebracht aan de gemeente. De Eigen bijdrage wordt opgelegd voor een periode van maximaal dertien perioden van vier weken. Indien het een voorziening betreft die niet in het kernassortiment is opgenomen, is artikel 1 tweede lid van dit Besluit van toepassing.
Maatwerkvoorziening Woonvoorziening (niet-bouwkundige of niet-woontechnische Woonvoorziening in de vorm van een losse of roerende woonvoorziening: de Eigen bijdrage bedraagt maximaal de kostprijs van de toegekende maatwerkvoorziening zoals deze in rekening wordt gebracht bij de gemeente. De Eigen bijdrage wordt opgelegd voor een periode van maximaal dertien perioden van vier weken.
Maatwerkvoorziening Woonvoorziening in de vorm van een Woningaanpassing: de Eigen bijdrage bedraagt maximaal de kostprijs van de maatwerkvoorziening zoals deze bij de gemeente in rekening wordt gebracht. De Eigen bijdrage wordt opgelegd voor een periode van maximaal dertien perioden van vier weken indien de kostprijs van de Woningaanpassing minder dan € 5.000 bedraagt. Daarboven gelden de volgende periodes waarin een Eigen bijdrage betaald moet worden: a. Bij toekenning van een Woningaanpassing meer dan € 5.000 en minder dan € 10.000: de Eigen bijdrage wordt opgelegd voor een periode van maximaal zesentwintig perioden van vier weken (twee jaar); b. Bij toekenning van een Woningaanpassing meer dan € 10.000 en minder dan € 50.000: de Eigen bijdrage wordt opgelegd voor een periode van maximaal negenendertig perioden van vier weken (drie jaar);
Artikel 3. Eigen bijdragen voor Algemene en/of Collectieve voorzieningen
Voor de volgende Algemene voorzieningen en/of Collectieve voorzieningen (niet limitatieve opsomming) kan de Inwoner of de Cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn die hetzij door de gemeente, hetzij door de aanbieder van de voorziening wordt opgelegd:
Hoofdstuk 2. Maatwerkvoorzieningen in de vorm van een Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 5. Hoogte pgb en indexering
Indexering van het pgb ten behoeve van Begeleiding, dagbesteding of kortdurend verblijf vindt plaats op basis van de wijziging van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks ‘alle huishoudens’ (januari 2006 = 100) gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Indexering voor het pgb ten behoeve van Hulp bij het Huishouden vindt plaats op basis van een jaarlijkse prijsindexering van het uurtarief, conform het indexcijfer ‘CAO-lonen contractuele loonkosten en arbeidsduur, gezondheids- en welzijnszorg (2000 = 100) en conform de navolgende formule: tarief/indexcijfer september voorgaande jaar*indexcijfer september van het jaar van toepassing. De indexering is uitsluitend van toepassing op de looncomponenten van het tarief.
Artikel 6. Hoogte pgb voor een Maatwerkvoorziening
De maximale hoogte van een pgb voor een materiële Maatwerkvoorziening wordt bepaald aan de hand van- en tot het maximum van de kostprijs van de in de situatie van de Cliënt goedkoopst, adequaat, kwalitatief passende voorziening in natura, welke toereikend is voor de aanschaf en eventuele verzekering en onderhoud ervan.
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
Artikel 7. Hoogte pgb voor Hulp bij het huishouden (HH)
De hoogte van een persoonsgebonden budget voor Hulp bij het huishouden bedraagt:
1.Voor Hulp bij het huishouden door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam
is voor een instelling (bijvoorbeeld familie/kennissen van de aanvrager): 70% van het tarief dat geldt voor HH1 of HH2 in natura.
Artikel 8. Hoogte pgb voor individuele Begeleiding
De hoogte van een pgb voor individuele Begeleiding wordt als volgt vastgesteld:
Voor individuele Begeleiding door een daartoe opgeleid persoon, en waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist: maximaal € 54,38 per uur. Dit is uitgaande van 75% van het tarief zoals opgenomen in de Maatwerkovereenkomst Begeleiding met aanbieders die zorg in natura leveren (‘Begeleiding speciaal’).
Artikel 9. Hoogte van een pgb voor Dagbesteding of Begeleiding groep
De hoogte van een pgb voor dagbesteding of begeleiding groep wordt als volgt vastgesteld:
Voor Dagbesteding of Begeleiding groep met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door vrijwilligers met ondersteuning van een beroepskracht: maximaal € 21,82 per dagdeel. Dit uitgaande van 75% van het tarief zoals opgenomen in de Maatwerkovereenkomst Begeleiding met aanbieders die zorg in natura leveren (‘dagactiviteit basis’).
Voor Dagbesteding of Begeleiding groep door een daartoe opgeleid persoon en waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist: maximaal € 40,30. Dit is uitgaande van 75% van het tarief zoals opgenomen in de Maatwerkovereenkomst Begeleiding met aanbieders die zorg in natura leveren (‘dagbesteding PG’).
Artikel 10. Hoogte van een pgb voor Vervoer van en naar geïndiceerde dagbesteding:
De hoogte van een pgb voor vervoer ten behoeve van dagbesteding/dagbehandeling bedraagt maximaal 100% van het tarief dat geldt voor vervoer via zorg in natura, afhankelijk van het aantal dagen per week dat vervoer geïndiceerd is: maximaal € 7,02 per dag (prijspeil 2015).
Artikel 11. Hoogte pgb voor Kortdurend verblijf- en Respijtzorg
De hoogte van een pgb voor Kortdurend verblijf en Respijtzorg wordt als volgt vastgesteld:
maximaal € 101,- per etmaal voor maximaal 3 etmalen per week.
4.Indien sprake is van zorg zoals onder het 1e tot en met het 3e lid bedoeld, wordt een etmaal bepaald op 24 uur. Indien de omvang van de zorg niet in hele etmalen verstrekt wordt, bedraagt het tarief per uur 1/24e van het desbetreffende tarief per etmaal.
Hoofdstuk 3. Vervoersvoorzieningen
Artikel 14. Financiële tegemoetkoming voor auto-aanpassingen en –rijlessen
Indien sprake is van een financiële tegemoetkoming voor autoaanpassingen dan geldt:
De vergoeding voor het aantal rijlessen voor een gehandicapte of zijn huisgenoot, als een auto de enige vervoersmogelijkheid biedt en er ook sprake is van autoaanpassingen, is aan een maximum van 50 lessen gebonden. Indien blijkt, dat het aantal van 50 niet voldoende is om het rijbewijs te behalen kan van dit aantal in individuele situaties worden afgeweken tot maximaal 75 lessen.
Artikel 15. Individuele vervoersvoorzieningen
1. Individuele vervoersvoorzieningen zoals scootmobielen en (driewiel)fietsen worden bij voorkeur in bruikleen verstrekt. De bruiklener dient hiervoor een bruikleenovereenkomst te tekenen. 2. De gemeente blijft eigenaar van de vervoersvoorziening indien verstrekking plaatsvindt in natura. Zodra deze niet meer wordt gebruikt, wordt deze teruggenomen door de leverancier. Zodra dit mogelijk is wordt deze ingezet bij een andere cliënt. 3. De gemeente is verantwoordelijk voor het afsluiten van een onderhoudscontract voor de vervoersvoorziening indien deze in natura is verstrekt alsmede voor het afsluiten van een verzekering.
4 Ingeval van een pgb verstrekking is cliënt zelf verantwoordelijk voor onderhoud, reparatie
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen, verhuis- en inrichtingskosten en overige voorzieningen die betrekking hebben op woonvoorzieningen
Artikel 18. Andere voorzieningen in bruikleen
1.Woonvoorzieningen van niet-woontechnische of niet-bouwkundige aard tot een
aanschafwaarde van maximaal € 500 worden in eigendom verstrekt.
2.Woonvoorzieningen van niet-woontechnische of niet-bouwkundige aard boven een
aanschafwaarde van € 500 worden in bruikleen verstrekt als hergebruik tot de mogelijkheden behoort.
Artikel 19. Anti-speculatiebeding
Bij verkoop van een eigen woning die op grond van de voormalige wet Voorzieningen gehandicapten (Wvg) of (voormalige) Wmo is aangepast, dient de Cliënt de aangetoonde meerwaarde van de verbouwing terug te betalen na verrekening van eventueel betaalde eigen bijdragen. De meerwaarde wordt bepaald door een taxatie van de woning uit te voeren voor en na verbouwing. Deze taxatie wordt uitgevoerd door een door het team Wijk aangewezen makelaar. Bij terugbetaling wordt de volgende afschrijvingstermijn gehanteerd:
Artikel 20. Financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten
De vergoeding voor verhuiskosten bedraagt maximaal € 2.650, mits het bestede bedrag kan worden verantwoord en de cliënt conform de indicatiestelling van loket Wijk niet in staat is de verhuizing zelf of via eigen kring te regelen. Deze vergoeding is bedoeld voor het inhuren van een verhuisbedrijf of het huren van een verhuisauto.
Artikel 21. Bezoekbaar maken van de woning
voorzieningen kan na verloop van tijd opnieuw een vergoeding toegekend worden.
Indien een Maatwerkvoorziening wordt toegekend in het kader van een sanering in verband met COPD, geldt dat een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt voor de aanschaf van:
Artikel 23. Sanering wegens andere medische of ergonomische beperkingen
Indien een Maatwerkvoorziening in de vorm van een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening wordt aangewend vanwege een sanering om andere medische en ergonomische redenen dan genoemd in artikel 22 van dit Besluit, bedraagt de vergoeding maximaal de vergoeding volgens de Nibud prijzengids inclusief egalisatiekosten, arbeid en BTW.
Artikel 24. Afschrijvingstermijn woonvoorzieningen en woningaanpassingen
Artikel 24. Afschrijvingstermijn woonvoorzieningen en woningaanpassingen 1. Een bedrag als bedoeld in artikel 22 en 23 van dit Besluit wordt alleen verstrekt in die gevallen dat de betreffende stoffering die vervangen moet worden niet ouder is dan 8 jaar. 2. Bij de berekening van de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een Woonvoorziening kan als volgt rekening worden gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode. De vergoeding bedraagt dan een percentage van de kosten, afhankelijk van de afschrijvingsperiode:
25% indien de te vervangen voorziening meer dan 15 jaar oud is maar niet ouder dan 25 jaar.
Indien het artikel vijfentwintig jaar of ouder is, wordt alleen een vergoeding verstrekt voor de meerkosten in verband met de beperking of aandoening. 4. In geval van verhuizing wordt geen tegemoetkoming toegekend, omdat bij verhuizing de woning opnieuw moet worden ingericht en dan rekening kan worden gehouden met de ondervonden klachten.
Bij de berekening van de financiële tegemoetkoming van Woningaanpassingen zoals een badkamer, (onderrijdbare) keuken, toiletten etc. kan overeenkomstig het tweede lid van dit artikel rekening gehouden worden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode van de bestaande voorziening die voor vervanging in aanmerking komt.
Artikel 25. Indexering van financiële tegemoetkomingen voor Woonvoorzieningen, verhuis- en inrichtingskosten en overige woonvoorzieningen
De financiële tegemoetkomingen voor Woonvoorzieningen, verhuis- en inrichtingskosten
en overige voorzieningen die betrekking hebben op woonvoorzieningen, worden geïndexeerd overeenkomstig de formule zoals opgenomen in artikel 5, 2e lid en 5e lid.
Artikel 26. Financiële tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie
De gemeente verstrekt een financiële tegemoetkoming van 100% van de gemaakte kosten van keuring, onderhoud en reparatie van de volgende (roerende) Woonvoorzieningen, mits zij door de gemeente verstrekt zijn en in de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie niet al op een andere manier voorzien is:
Artikel 27. Financiële tegemoetkoming voor de kosten van tijdelijke huisvesting en huurderving
De gemeente kan een financiële tegemoetkoming verstrekken in de kosten van tijdelijke huisvesting aan belanghebbende of in de kosten voor huurderving aan een verhuurder wanneer aanpassing van een woning op grond van de Wmo noodzakelijk is. Deze tegemoetkoming is als volgt bepaald.
Artikel 28. Rolstoel in bruikleen
Rolstoelen worden bij voorkeur in bruikleen verstrekt en blijven eigendom van de gemeente indien deze in natura wordt verstrekt. De bruiklener dient hiervoor een bruikleenovereenkomst te tekenen. 2. Zodra de rolstoel niet meer wordt gebruikt, wordt deze teruggenomen door de leverancier. Zodra dit mogelijk is wordt deze ingezet bij een andere cliënt. 3. De gemeente is verantwoordelijk voor het afsluiten van een onderhoudscontract voor de rolstoel indien deze in natura is verstrekt.
Artikel 29. Sportvoorzieningen
Het bedrag voor de aanschaf en het onderhoud van een sportvoorziening wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor een sportvoorziening in natura, opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een leverancier van hulpmiddelen en bedraagt maximaal € 2.850 per drie jaar. Voor een andere voorziening dan een sportrolstoel worden alleen de meerkosten in verband met de handicap verstrekt met een maximum van € 2.850 per drie jaar.
Hoofdstuk 8. Bijdragen vanuit de gemeente voor het opzetten of uitvoeren van Algemene en/of Collectieve voorzieningenArtikel 33. Bijdragen vanuit de gemeente
Hoofdstuk 9. Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 34. Uitzonderingen op de bepalingen in dit Besluit
In gevallen waarin dit Besluit niet voorziet, wordt een besluit genomen dat zoveel mogelijk aansluit op hetgeen in dit besluit is opgenomen.
Artikel 36. Intrekking oude Besluit
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015 wordt ingetrokken per 1 februari 2016.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede in de vergadering van 22 december 2015.
Burgemeester en wethouders voornoemd,