Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning; Verordening maatschappelijke ondersteuning
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 15-02-2017 | nieuwe regeling | 22-12-2015 Gemeenteblad 2015 nr. 127842 | Onbekend |
Gelet op artikel 156 van de Gemeentewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ten aanzien van de vorm van maatwerkvoorzieningen en de hoogte van de persoonsgebonden budgetten voor de verschillende maatwerkvoorzieningen;
Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016
het bruto minimumloon per uur, berekend door het minimumloon als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder b Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag plus het percentage van de vakantiebijslag als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder b Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, te verhogen met 8,33%, en dat bedrag te delen door zesendertig.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal € 35,84 per uur indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door:
een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven;
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal € 49,63 per dagdeel indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt per uur maximaal het wettelijk minimumloon vermeerderd met 20%, met dien verstande dat het persoonsgebonden budget per dagdeel nooit hoger is dan 80% van het in lid 1 genoemde tarief, indien de begeleiding wordt verleend door:
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat;
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt € 44,30 per dagdeel indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt per uur maximaal het wettelijk minimumloon vermeerderd met 20%, met dien verstande dat het persoonsgebonden budget per dagdeel nooit hoger is dan 80% van het in lid 1 genoemde tarief, indien de begeleiding wordt verleend door:
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat;
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal € 101,00 per etmaal indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt per uur maximaal het wettelijk minimumloon vermeerderd met 20%, met dien verstande dat het persoonsgebonden budget per etmaal nooit hoger is dan 80% van het in lid 1 genoemde tarief, indien het kortdurend verblijf wordt verleend door:
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat.
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Het persoonsgebonden budget voor bijvoorbeeld zeil, linoleum, egalisatiekosten en (rol)gordijnen wordt vastgesteld op basis van het overleggen van minimaal 2 offertes door of namens de cliënt.
Keuring van liften Beginkeuring Periodieke keuring
Hefplateaulift € 351,34 € 200,02
Woonhuislift € 346,43 € 197,16
Rolstoel-plateaulift € 346,43 € 197,16
Keuring van liften Frequentie KOSTEN INCL BTW
Stoellift 1 x per jaar € 212,02
Hefplateaulift 1 x per jaar € 212,02
Woonhuislift 2 x per jaar € 307,35
Rolstoel-plateaulift 2 x per jaar € 212,02
Maximale toeslagen op bovengenoemde onderhoudstarieven:
• 50% voor installaties geplaatst buiten de woning;
• 50% voor installaties die meer dan één verdieping overbruggen;
• 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging, respectievelijk elektrisch wegklapbare raildelen.
Het persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid 1 sub a van de Wet op de Huurtoeslag. De periode waarvoor een vergoeding wordt verstrekt bedraagt maximaal zes maanden. Onder voorwaarden is verlenging van deze termijn met drie maanden mogelijk.
Het persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing, die niet valt onder een van de in de vorige leden genoemde woonvoorzieningen, wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de geaccepteerde offerte (conform het programma van eisen) of de tegenwaarde van het bedrag zoals opgenomen in normlijsten met gecontracteerde leveranciers. Indien wordt uitgegaan van een offerte, dan is het persoonsgebonden budget maximaal het bedrag dat zou gelden op grond van de normlijsten woningaanpassingen, voor zover de betreffende woonvoorziening voorkomt op deze lijst.
Het persoonsgebonden budget voor een roerende woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, reparatie en indien noodzakelijk verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden op basis van het opgestelde programma van eisen. Indien niet beschikbaar kan het persoonsgebonden budget ook worden vastgesteld op basis van een geaccepteerde offerte.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel(voorziening) wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, reparatie en indien noodzakelijk verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden op basis van het opgestelde programma van eisen. Indien niet beschikbaar kan het persoonsgebonden budget ook worden vastgesteld op basis van een geaccepteerde offerte.
Voor het gebruik van de (rolstoel)taxi wordt geen forfaitair persoonsgebonden budget verstrekt. Kilometers tot een straal van 20 kilometer vanaf het woonadres worden op declaratiebasis vergoed tot maximaal 2000 kilometer op jaarbasis (met inachtneming van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer).
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening, die niet valt onder een van de in de vorige leden genoemde vervoersvoorzieningen, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud,reparatie en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald op basis van het opgestelde programma van eisen. Indien niet beschikbaar kan het persoonsgebonden budget ook worden vastgesteld op basis van een geaccepteerde offerte.