Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkendam

Verordening, regelende instelling, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening, regelende instelling, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies
CiteertitelCommissieverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Commissieverordening, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Werkendam d.d. 25-09-2007.

Gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 15-12-2015 (art. 9)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2011nieuwe regeling

25-10-2011

30-12-2015 Gemeenteblad, Jaargang 2015, Nr. 130059

WE/21238 92690

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening, regelende instelling, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies

De raad van de gemeente Werkendam;

 

gelezen het voorstel van het presidium;

 

gelet op de bepalingen in de Gemeentewet

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende verordening, regelende instelling, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies.

 

Artikel 1 – Instellen.

 

  • 1.

    Er zijn drie permanente raadscommissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet die de besluitvorming van de raad voorbereiden en met het college van burgemeester en wethouders overleggen;

  • 1.

    De commissies zijn:

  • 1.

    Commissie Grondgebied

  • 2.

    Commissie Inwoners

  • 3.

    Commissie Bestuur

  • 1.

    De raad kan besluiten tot de instelling van een tijdelijke commissie. De bepalingen van deze verordening zijn op een dergelijke commissie zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 2 – Samenstelling

 

  • 1.

    De raad benoemt zo spoedig mogelijk na de verkiezingen de leden en de plaatsvervangende leden van de commissies;

  • 1.

    Bij de benoeming van de leden van de commissies draagt de raad er zorg voor dat:

  • 1.

    ieder raadslid benoemd wordt in een permanente commissie

  • 2.

    iedere fractie in iedere commissie door een raadslid vertegenwoordigd is

  • 1.

    Het benoemen van één niet-raadslid per fractie in iedere commissie is mogelijk, mits deze persoon, die inwoner van de gemeente Werkendam moet zijn, wordt voorgedragen door de fractie;

  • 2.

    Een lid als bedoeld in lid 3 heeft geen stemrecht;

  • 3.

    Het lidmaatschap van alle leden eindigt op de dag van periodiek aftreden van de raad;

  • 4.

    De raad kan een lid tussentijds ontslaan;

  • 5.

    Het lidmaatschap van raadsleden eindigt bij het verlies van het raadslidmaatschap;

  • 6.

    Het lidmaatschap van een lid als bedoeld in lid 3 eindigt zodra de fractie die hem heeft voorgedragen deze voordracht intrekt, dan wel indien niet meer wordt voldaan aan de overige vereisten genoemd in lid 3.

  • 7.

    In een tussentijdse vacature voorziet de raad zo spoedig mogelijk;

 

Artikel 3 –Voorzitter

 

  • 1.

    De raad wijst uit zijn midden de voorzitters en de plaatsvervangend voorzitters van de commissies aan;

  • 2.

    Een benoeming tot voorzitter of plaatsvervangend voorzitter geldt voor een termijn van twee jaar met de mogelijkheid tot herverkiezing;

  • 3.

    De raad kan een voorzitter of zijn plaatsvervanger tussentijds ontslaan; de benoemingstermijn eindigt in elk geval zodra betrokkene geen raadslid meer is; de raad voorziet zo spoedig mogelijk in een vacature;

  • 4.

    De voorzitter geldt niet als vertegenwoordiger van zijn fractie als bedoeld in artikel 2 lid 2;

  • 5.

    De voorzitter heeft geen stemrecht;

 

 

Artikel 4 –Griffier

 

  • 1.

    De raad benoemt voor iedere commissie een griffier en een plaatsvervangendgriffier;

  • 2.

    De griffier draagt zorg voor het vervaardigen van de notulen van de vergadering;

 

Artikel 5 –Aanwezigheid portefeuillehouder

 

  • 1.

    De commissie kan een of meer leden van het college, al of niet op hun verzoek, uitnodigen aan de beraadslaging van de commissie deel te nemen;

  • 2.

    Bij ontstentenis van het in lid 1 genoemde collegelid treedt een ander collegelid in zijn plaats;

  • 3.

    Het in de vorige leden genoemde collegelid kan zich door anderen doen bijstaan;

 

Artikel 6 –Vergaderingen

 

  • 1.

    De commissie vergadert volgens een door de raad vast te stellen vergaderschema voor alle commissies;

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid vergadert de commissie zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of wanneer twee leden dat, met opgaaf van redenen, verlangen;

  • 3.

    Een commissie mag niet beraadslagen, noch een besluit nemen, indien niet tenminste de helft van het aantal stemgerechtigde leden, tegenwoordig is;

  • 4.

    Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, belegt de voorzitter, met een tussentijd van tenminste 24 uren, een nieuwe vergadering. In deze vergadering kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

 

Artikel 7 -Oproep

 

1 De voorzitter zendt - spoedeisende vergaderingen uitgezonderd - zoveel mogelijk ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, tijd en plaats van de vergadering.

2 De oproeping bevat een voorlopige agenda van de onderwerpen die in de vergadering behandeld worden en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

 

Artikel 7a –Agenda

 

  • 1.

    Alvorens de oproep en de bijbehorende stukken te verzenden, stelt de voorzitter in overleg met de griffier de voorlopige agenda vast

  • 2.

    De voorzitter kan na het verzenden van de oproeping zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen of onderwerpen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee maal 24 uur voor aanvang van de vergadering, aan de leden gezonden.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda de volgorde van de behandeling van de agendapunten wijzigen en onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

 

Artikel 7b –Ter inzage leggen van stukken

 

  • 1.

    1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorstellen voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 7c. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan in elk geval mededeling gedaan aan de leden.

  • 2.

    2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid blijven stukken, waarvoor op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de griffier, die de leden inzage verleent.

 

Artikel 7c – Openbare kennisgeving

 

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep ter openbare kennis gebracht en zo spoedig mogelijk aangekondigd in ten minste één huis-aan-huisblad en op de website van de gemeente.

 

 

Artikel 9 –Inspraak

 

  • 1.

    Ingezetenen van de gemeente en rechtstreeks belanghebbenden zoals bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht hebben een spreekrecht in de vergaderingen van de commissie; zij melden zich tijdig aan bij de griffier;

  • 2.

    Inspraak is mogelijk over geagendeerde en niet-geageneerde onderwerpen, met uitzondering van:

    • 1.

      besluiten waartegen bezwaar of beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • 2.

      benoemingen, ontslagen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • 3.

      gedragingen waarover een klacht volgens artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan worden ingediend;

    • 4.

      Feitelijke vragen over gemeentelijk beleid of andere zaken waarvoor naar het oordeel van de voorzitter efficientere procedures bestaan;

  • 3.

    De voorzitter kan beperkingen stellen aan de spreektijd; als regel bedraagt de spreektijd maximaal vijf minuten per inspreker en in totaal maximaal 30 minuten per onderwerp;

  • 4.

    De voorzitter bepaalt of, en zo ja, op welke wijze de gedachtewisseling tussen de commissieleden en de sprekers verloopt.

 

Artikel 10 –Besluitvorming

 

  • 1.

    De besluiten worden met volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Het gevoelen van een eventuele minderheid worden, indien deze dit wenst, in een voorstel, advies of rapport vermeld;

  • 2.

    Bij het staken van de stemmen wordt geen voorstel, advies of rapport uitgebracht, maar worden de verschillende meningen meegedeeld;

  • 3.

    In gevallen van zeer dringende spoed kan de voorzitter de leden van een commissie (doen) horen zonder in vergadering bijeen te zijn door telefonisch, schriftelijk of op andere wijze te plegen overleg.

 

Artikel 11 – Besluit behandeling raadsvoorstellen

 

  • 1.

    Ter afsluiting van de commissiebehandeling van een raadsvoorstel besluit de commissie of zo’n voorstel voor de agenda van de raadsvergadering wordt geagendeerd als bespreekstuk of als hamerstuk.

  • 2.

    In afwijking van artikel 10 lid 1 kan het besluit een raadsvoorstel als hamerstuk te agenderen slechts met instemming van alle aanwezige stemgerechtigde commissieleden genomen worden.

 

 

Artikel 11a –Notulen

 

  • 1.

    De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 2.

    De notulen van de vorige vergadering worden zo mogelijk aan het begin van de vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht een voorstel tot wijziging te doen. Een zodanig voorstel dient uiterlijk op de ochtend vóór de vergadering bij de griffier van de commissie te worden ingediend.

  • 4.

    De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier van de commissie.

 

Artikel 12 –Besloten vergadering; geheimhouding

 

  • 1.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van deze vergadering.

  • 2.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

  • 3.

    Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering mer de commissie overleg gevoerd.

  • 4.

    De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier. Deze notulen worden zo spoedig moglijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden dor de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

  • 5.

    De stukken ten aanzien waarvan op grond van artikel 86 Gemeentewet geheimhouding is opgelegd liggen voor commissieleden ter inzage bij de griffier van de commissie.

 

Artikel 12a -Toehoorders en pers

 

1 De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

2 Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

 

Artikel 12b -Maatregelen van orde

 

Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

 

 

Artikel 12c -Geluid en beeldregistraties

 

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

 

Artikel 13 –Slotbepalingen

 

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als : Commissieverordening;

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2007; op deze datum vervalt de Commissieverordening zoals vastgesteld op 29 juni 2004.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Werkendam 25 september 2007

de griffier, de voorzitter,

 

 

 

mr. I. Bakker drs. H.A.G. Hellegers