Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Cronjé 2016. |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Cronjé 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 | 2015/463997 |
De raad van de gemeente Haarlem;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Cronjé 2016.
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied dat is gelegen in de Cronjéstraat/Julianapark, zoals in rood aangegeven op de kaart als bijlage 1 gevoegd bij de Verordening Reclamebelasting Cronjé 2016.
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven voor openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.
De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 600,00 voor één of meerdere openbare aankondigingen, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht, getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, getoond of vertoond, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds één maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening Reclamebelasting Haarlem 2015’ van 27 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.