Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Regeling budgethouders gemeente Waalwijk 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling budgethouders gemeente Waalwijk 2016
CiteertitelRegeling budgethouders gemeente Waalwijk 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Financiële verordening gemeente Waalwijk, art. 14

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2016Nieuwe regeling.

15-12-2015

Weekblad Waalwijk, 13-01-2016

2016/003

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling budgethouders gemeente Waalwijk 2016

Het College van Waalwijk;

 

gelet op artikel 14, sub c , van de “Financiële verordening gemeente Waalwijk”

 

besluit in te trekken:

 

Regeling budgethouders gemeente Waalwijk 2012

 

vast te stellen de:

Regeling budgethouders gemeente Waalwijk 2016

 

Wie

Artikel 1

Het budgethouderschap voor de begrotingsbudgetten en de investeringsbudgetten, met uitzondering van de budgetten die betrekking hebben op de Raad van Waalwijk, wordt uitgeoefend door de directeuren, de teammanagers, de programmamanagers en de projectleiders.

De algemeen directeur wijst de budgethouders aan en geeft aan voor welke budgetten zij verantwoordelijk zijn. Indien projectleiders binnen een programma opereren dan wijst de algemeen directeur deze aan op aangeven van de programmamanager. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is aan het college verantwoording verschuldigd voor het beheer van de toegewezen budgetten.

Artikel 2

Voor investeringsbudgetten die betrekking hebben op grondexploitaties geldt als regel dat de budgetbevoegdheid die betrekking heeft op de aanleg van civieltechnische werken, niet komt te berusten bij de teammanager van het vakteam, de programmamanager of de projectleider, maar bij de teammanager die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de civieltechnische werken.

 

Verantwoordelijkheden

Artikel 3

De budgethouder is ambtelijk verantwoordelijkvoor de voorbereiding en uitvoering van beleid.

Artikel 4

Een budgethouder voldoet aan zijn verplichtingen en oefent zijn bevoegdheden uit onder de ambtelijke eindverantwoordelijkheidvan de algemeen directeur.

Artikel 5

De budgethouder adviseerthet college door middel van beleidsnotities en bereidt voor de onderdelen, waarvoor hij verantwoordelijk is, de begroting en meerjarenraming voor.

Artikel 6

De budgethouder is, voor de onderdelen waarvoor hij verantwoordelijk is, verplicht tussentijds te rapporterenaan het college omtrent de voortgang van de beleidsuitvoering en de inzet van de tot de budgetten behorende middelen, zulks in overeenstemming met de in de planning- en control-richtlijnen aangegeven frequentie en methodiek.

Artikel 7

De budgethouder legt voor de begrotingsbudgetten jaarlijks verantwoording af aan het college bij het opstellen van de jaarrekening. Voor de kredietonderdelen waarvoor hij financieel verantwoordelijk is, legt hij verantwoording afaan het college met inachtneming van het bepaalde in de “regeling afsluiten kredieten”.

Artikel 8

1.De budgethouder heeft de mogelijkheid om financiële verplichtingen voor alle investeringskredieten en budgetten betrekking hebbende op de grondexploitatie, alsmede voor alle exploitatiebudgetten die daartoe zijn aangewezen door de budgethouder, vast te laten leggenin de financiële administratie teneinde een optimaal inzicht in de (onder)uitputting van budgetten te leveren volgens de richtlijnen zoals die zijn neergelegd in de “handleiding verplichtingenadministratie”.

Artikel 9
  • 1.

    De budgethouder laat vorderingen vastleggenin de financiële administratie, teneinde een optimaal inzicht te leveren in het volume van de middelen en geeft blijk van deze verantwoordelijkheid door middel van zijn handtekening/paraaf op de vorderingsopdracht of het aanleveren van een elektronische opdracht met vermelding van afzender.

  • 2.

    In alle gevallen waarin de vordering reeds blijkt uit een bestuursbesluit, geldt het bepaalde in het eerste lid met betrekking tot het plaatsen van een handtekening/paraaf op de vorderingsopdracht niet.

  • 3.

    Om uitvoeringstechnische redenen kan de budgethouder aan een medewerker van het team de bevoegdheid tot het vast leggen van vorderingen opdragen.

Artikel 10

De budgethouder dient er voor zorg te dragen dat de geldende wet- en regelgeving, daaronder begrepen de gemeentelijke verordeningen en regelingen die betrekking hebben op de beheersing en bedrijfsvoering, zorgvuldig worden toegepast.

Artikel 11
  • 1.

    De financieel adviseur voorziet eenmaal per maand en op verzoek de budgethouders van financiële informatiemet betrekking tot de uitputting van budgetten en kredieten.

  • 2.

    De budgethouder is verantwoordelijk voor het signaleren van dreigende onder- en overschrijdingen van het budget per product of in geval van investeringskredieten van overschrijding per kredietonderdeel en rapporteert tijdig aan het college.

Artikel 12
  • 1.

    De budgethouder is verplicht alles te doen wat voor een goede uitoefening van de functie nodig is. De budgethouder kan zich hierbij niet op onvolledigheid van deze regeling of ander voorschrift beroepen bij het nalaten van datgene wat naar redelijkheid tot de taak wordt geacht te behoren.

  • 2.

    In die situaties dat de budgethouder verwacht of kan verwachten dat aan toepassing van de aan hem bij deze regeling toegekende bevoegdheden bestuurlijk gevoelige consequenties verbonden zijn, dient hij te rapporteren aan het college.

Artikel 13
  • 1.

    Randvoorwaarde voor de in de artikelen 14 en 18 opgenomen bevoegdheden is dat de begrotingsbudgetten, reserves en voorzieningen in de begroting dan wel onderliggende plannen naar activiteiten gespecificeerd en onderbouwd zijn, en dat de daaruit voortvloeiende taakstelling gerealiseerd wordt.

  • 2.

    Voor budgetten die in de begroting slechts globaal gespecificeerd zijn, gelden de in de artikelen 14 en 18 opgesomde bevoegdheden niet of slechts in beperkte mate.

  • 3.

    Investeringsbudgetten dienen op basis van voorcalculatie in kredietonderdelen gespecificeerd te worden. Uitsluitend gespecificeerde kredietonderdelen kunnen aan de budgethouder gemandateerd worden.

 

Bevoegdheden

Artikel 14

De budgethouder is, namens het college, bevoegd tot het doen van uitgaven:

  • ·

    tot maximaal de in de exploitatiebegroting en kostenplaatsen opgenomen budgetten;

  • ·

    tot maximaal de gespecificeerde bedragen die de hoogte van de kredietonderdelen bepalen van de door de gemeenteraad vastgestelde investeringsbudgetten, een en ander met in achtneming van het bepaalde in artikel 18;

  • ·

    tot maximaal het bedrag van de door de raad ten laste van reserves en voorzieningen beschikbaar gestelde budgetten.

De budgethouder geeft blijk van deze bevoegdheid door middel van het electronisch paraferen van de betalingsopdracht.

Artikel 15

In die situaties dat begrotingsbudgetten of kredietonderdelen van investeringsbudgetten niet gespecificeerd zijn, is de budgethouder slechts bevoegd uitgaven te doen tot maximaal € 10.000,00 mits de uitgave past binnen het budget en de daaraan ten grondslag liggende taakstelling.

Artikel 16

Uitsluitend de budgethouder kan voorstellen tot wijziging van beleid en van de begroting en van de gespecificeerde kredietonderdelen van investeringsbudgettenvoorleggen aan het college.

Artikel 17

Indien geen budgetten aanwezig zijn of de bestaande budgetten niet toereikend (meer) zijn, kunnen geen verplichtingen worden aangegaan of betalingen worden verricht zonder dat het college daar toestemmingvoor heeft verleend.

Artikel 18
  • 1.

    De budgethouder is bevoegd tot het (budgettair neutraal) overhevelen:

    • ·

      van budgetten binnen een product en/of kostenplaats, mits de economische categorie niet wijzigt en met uitzondering van subsidies en kapitaallasten (schuiven tussen investeringsbudgetten en exploitatiebudgetten is niet mogelijk);

    • ·

      van budgetten tussen kostenplaatsen, mits de economische categorie en functie niet wijzigt;

    • ·

      van gespecificeerde bedragen binnen kredietonderdelen van investeringsbudgetten mits het totaalbedrag van het kredietonderdeel niet overschreden wordt en het kredietonderdeel volgens de vastgelegde specificaties wordt opgeleverd.

  • 2.

    Het is niet toegestaan meevallers in aanbestedingen aan te wenden om de vooraf vastgelegde specificaties te verhogen of om over te hevelen naar andere kredietonderdelen.

  • 3.

    Bij posten waarvan de besteding onderworpen is aan instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen wordt eerst met de desbetreffende organen overleg gevoerd.

  • 4.

    De budgethouder is bevoegd tot het verstrekken van opdrachten die vallen binnen de categorie meer- en minderwerk. Het begrip meer- en minderwerk wordt in deze regeling als volgt gedefinieerd:

    • ·

      Meerwerk is een verrichting van de opdrachtnemer die uitgaat boven zijn verplichting om het in het bestek/opdracht omschreven werk/dienst uit te voeren, zodat de opdrachtnemer voor het doen van deze verrichting recht heeft op bijbetaling. Meerwerk dient altijd gerelateerd te zijn aan de opdracht.

    • ·

      Minderwerk is het minder verrichten dan datgene dat in het bestek/opdracht is opgenomen, waardoor de opdrachtgever gerechtigd is tot inhouding op de overeengekomen aanneemsom/prijs.

  • 5.

    De budgethouder mag alleen opdrachten tot meerwerk verstrekken als daartoe ook de financiële middelen aanwezig zijn, hetzij binnen de post onvoorzien, hetzij anderszins binnen het beschikbare krediet of budget.

  • 6.

    Indien meerwerk tot overschrijding zal leiden zijn de artikelen 11 en 12 van deze regeling van toepassing.

  • 7.

    De budgethouder is bevoegd tot het goedkeuren van minderwerk met dien verstande dat het overige werk conform opdracht wordt uitgevoerd.

  • 8.

    Een ambtenaar die namens de gemeente bij de uitvoering van bouw, civiel- en cultuurtechnische werken directie voert heeft dezelfde bevoegdheden met betrekking tot meer- en minderwerk als de budgethouder. De budgethouder, legt schriftelijk vast wie namens de gemeente als directievoerder optreedt. De directievoerder informeert de budgethouder terstond indien deze opdrachten tot meer- of minderwerk verstrekt.

Artikel 19

De budgethouders kunnen het dagelijks beheer van een budget of investeringskrediet opdragen aan een medewerker van het team, een programmamedewerker of een projectmedewerker die dan als budgetbeheerder gaat fungeren. De budgetbeheerders zijn bevoegd besluiten die door de budgethouders zijn genomen te effectueren door het plaatsen van de bestellingen en door de facturen af te paraferen.

Artikel 20

Het team financiën houdt de door de algemeen directeur in artikel 2 bedoelde aanwijzing van budgethouders en van de in artikel 19 bedoelde aanwijzing van budgetbeheerders door de budgethouders bij in het financieel systeem.

Het team Financiën is bevoegd tot het verrichten van aanpassingenaan de budgetten en daaraan gekoppeld aan het grootboekschema, waar deze aanpassingen voortvloeien uit het artikel 18, onder 1 en 2. Artikel 21

Voor alle raadsbudgetten geldt dat de griffier fungeert als budgethouder. De bepalingen uit deze regeling zijn op hem van overeenkomstige toepassing.

Artikel 22

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 23

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 24

Deze verordening wordt aangehaald als: Regeling budgethouders gemeente Waalwijk 2016.

 

Aldus vastgesteld op 15 december 2015.

 

HET COLLEGE VAN WAALWIJK,

de secretaris, de burgemeester,