HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Drank- en Horecawet;
- b.
horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel
1, eerste lid van de wet;
- c.
slijtersbedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel
1, eerste lid van de wet;
- d.
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1,
eerste lid van de wet;
- e.
lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1,
eerste lid van de wet;
- f.
horecalokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in
artikel 1, eerste lid van de wet;
- g.
slijtlokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel
1, eerste lid van de wet;
- h.
sterke drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1,
eerste lid van de wet;
- i.
alcoholhoudende drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in
artikel 1, eerste lid van de wet;
- j.
zwak-alcoholhoudende drank: hetgeen daaronder wordt verstaan
in artikel 1, eerste lid van de wet;
- k.
alcoholvrije drank: de drank die bij een temperatuur van
twintig graden Celsius voor minder dan een half
volumeprocent uit alcohol bestaat.
- l.
leidinggevende: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel
1, eerste lid van de wet;
- 2.
Voor zover niet anders is bepaald, is artikel 1 van de Drank- en
Horecawet van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet
steunende bepalingen van deze verordening.
Artikel 1.2 Termijnen
De artikelen 1 tot en met 4 van de Algemene termijnenwet zijn op deze
verordening van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 2 VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN
Artikel 2.1 Drankverstrekking op terrassen
Aan een vergunning, die op grond van de wet verleend wordt aan een
inrichting waarbij
terrassen behoren die bestemd zijn voor het verstrekken van
alcoholhoudende drank, worden in ieder geval de volgende voorschriften
verbonden:
- a.
Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te
verstrekken aan personen die geen gebruik maken van de op het
terras aanwezige zitplaatsen;
- b.
Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende
verlicht zijn.
HOOFDSTUK 4 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOL VRIJE DRANK
Artikel 4.1 Verbod bedrijfsmatig verstrekken alcohol vrije drank voor gebruik
ter plaatse
- 1.
Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten
ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te
verstrekken.
- 2.
Dit verbod geldt niet:
- a.
indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de
wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een
slijtersbedrijf;
- b.
indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van
bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte
vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;
- c.
voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen
lokaliteiten;
- d.
voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als
zodanig.
Artikel 4.2 Overlijden verlofhouder
Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlof door of namens één
van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier weken na het
overlijden of, indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is
aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is
beslist.
Artikel 4.3 Eisen verlofhouder
Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de
leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of
krachtens art. 8, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid van
de wet, worden gesteld aan de leidinggevenden.
Artikel 4.4 Voorschriften en beperkingen
- 1.
Aan een verleend verlof kunnen voorschriften en beperkingen worden
verbonden.
- 2.
Degene aan wie het verlof is verleend is verplicht de daaraan
verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Artikel 4.5 Weigeringsgronden
Het verlof wordt geweigerd, indien:
- 1.
de verzoeker een natuurlijk persoon is die de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft bereikt en niet wordt voldaan aan de in
artikel 4.3. gestelde eisen;
- 2.
de verzoeker gelegenheid biedt tot het plegen van ontucht of
indien hij van slecht levensgedrag is;
- 3.
de verzoeker tussenpersoon is voor iemand, als bedoeld onder 2.;
de partner wordt steeds geacht tussenpersoon te zijn voor de
ander, zolang ze samenwonen;
- 4.
voor de lokaliteit waarvoor het verlof wordt gevraagd, reeds een
vergunning ingevolge de wet is verleend;
- 5.
zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de
vrees wettigen, dat het verlof gevaar zou opleveren voor de
openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
Artikel 4.6 Verlof
In een verlof worden in ieder geval vermeld:
- a.
de plaats, waar de inrichting zich bevindt;
- b.
de ligging en de oppervlakten van de lokaliteiten;
- c.
de voorschriften of beperkingen die ingevolge artikel 4.4.,
eerste lid, aan het verlof zijn verbonden.
Artikel 4.7 Intrekking verlof
- 1.
De burgemeester trekt het verlof in, indien:
- a.
de te zijner verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of
onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou
zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste
omstandigheden volledig bekend waren geweest;
- b.
zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het
van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de
openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
- c.
niet langer wordt voldaan aan de in artikel 4.3. gesteld
eisen.
- 2.
Een verlof kan voorts worden ingetrokken, indien is gehandeld in
strijd met de krachtens het
artikel 4.4., eerste lid, aan het verlof verbonden voorschriften of
beperkingen.
Artikel 4.8 Vervallen verlof
Een verlof vervalt, wanneer gedurende een jaar anders dan wegens
overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het
verlof.
HOOFDSTUK 5 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 5.1 Strafbepaling
Overtreding van de verboden, gesteld in de artikelen 3.1. en 4.1. of van
een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.2., tweede lid of artikel
4.4., tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie
maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 45 van de wet is
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.2 Intrekking oude regeling
De Drank- en Horecaverordening 1967 wordt ingetrokken.
Artikel 5.3 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2001.
Artikel 5.4 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en
Horecaverordening”.