Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Verordening nadeelcompensatie bouwhinder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie bouwhinder
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie bouwhinder
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 3.4, lid 2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-06-2010nieuwe regeling

04-03-2010

Gemeenteblad 2010, nr. 41

EJ10015605.def

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie bouwhinder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van deze gemeente in zijn vergadering van 4 maart 2010  heeft besloten:

 1.   de Verordening nadeelcompensatie bouwhinder vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • College: college van burgemeester en wethouders van Eindhoven

  • Bouwhinder: ernstige hinder.

  • Ernstige hinder: in door het college vast te stellen beleidsregels inzake ernstige hinder bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden wordt aangegeven wat onder ernstige hinder als verwoord in artikel 4.1.5, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening moet worden verstaan.

  • Aanvraag: een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 5.

  • Aanvrager: omwonende, die nadeelcompensatie aanvraagt .

  • Hoofdbewoner:de huurder dan wel eigenaar/bewoner van een zelfstandige woning op wiens naam het huurcontract is gesteld dan wel in de openbare registers de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens staat ingeschreven.

  • VROM-puntenstelsel: door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde­ning en Milieubeheer (VROM), als onderdeel van het Besluit huurprijzen woonruimte, ontwikkelde waarderings­stelsel voor zelfstandige woonruimte.

  • Omwonenden: hoofdbewoners of ondernemers in de omgeving van de locatie waar bouwhinder wordt of werd veroorzaakt.

  • Zelfstandige woning: woonruimte die een eigen toegang heeft en door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet. Onder een zelfstandige woning wordt in deze regeling eveneens begrepen een volledig voor kamerbewoning bestemde woning.

  • Kamerbewoning: meerdere zelfstandige huishoudens binnen een zelfstandige woning.

Artikel 2. Het recht op nadeelcompensatie

  • 1.

    Indien het college in de rechtmatige uitvoering van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normaal maat­schappelijk risico en een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het college de omwonende op zijn aanvraag een vergoeding toe, voor zover dit wordt veroorzaakt doorhet rechtmatig in werking hebben van toestellen, installaties of apparaten voor bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden of te verrichten handelingen waardoor voor deze omwonende ernstige hinder door geluid of trillingen wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Schade blijft in elk geval voor rekening van de aanvrager voor zover:

    • a.

      hij het risico van het ontstaan van schade heeft aanvaard,

    • b.

      hij heeft nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, of

    • c.

      de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.

  • 3.

    Indien een schadeoorzaak uit het eerste lid tevens voordeel voor de benadeelde heeft opgeleverd, wordt dit bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking genomen.

Artikel 3. Termijn voor indiening verzoek

  • 1.

    De aanvraag om nadeelcompensatie wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is bij het college ingediend. 

  • 2.

    De aanvraag om nadeelcompensatie kan door het college worden afgewezen indien het niet binnen 3 maanden na beëindiging van de ernstige hinder veroorzakende werkzaamheden is ingediend.

Artikel 4. De aanvraag

  • 1.

    De aanvraag bevat mede:

    • a.

      een aanduiding van de schadeoorzaak, en

    • b.

      een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een specificatie daarvan.

  • 2.

    De hoofdbewoner toont aan feitelijk woonachtig te zijn op het aangegeven adres, ten tijde van de ernstige hinder veroorzakende activiteiten door middel van:

    • a.

      het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de woning,

    • b.

      een geldig legitimatiebewijs of een uittreksel uit het bevolkingsregister;

    • c.

      een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.

Artikel 5. Behandeling van de aanvraag

De aanvraag wordt behandeld door het college.

Artikel 6. Nadeelcompensatie

  • 1.

    Compensatie voor aantasting van het woongenot wordt verleend aan de hoofdbewoner.

  • 2.

    Het college stelt een lijst met adressen van woningen vast waarvan de hoofd­bewoner in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd woongenot. Het college bepaalt voorts:

    • a.

      de periode waarin sprake is van gederfd woongenot,

    • b.

      de hoogte van de tegemoetkoming, alsmede

    • c.

      de ingangsdatum waarop het recht van de financiële tegemoetkoming ontstaat.

  • 3.

    De financiële tegemoetkoming kan worden toegekend voor de periode waarin hinder is ondervonden en de hoofdbewoner feitelijk woonachtig is op het aangegeven adres, vanaf de ingangsdatum en voor de periode die genoemd staan op de lijst.

  • 4.

    De duur van de bewoning van de woning is niet relevant voor het al dan niet verstrekken van een financiële tegemoetkoming.

  • 5.

    Het college kan afwijken van het bepaalde in het derde lid indien een strikte toepassing naar zijn oordeel zou leiden tot een onvoldoende vergoeding van het gederfde woongenot.

  • 6.

    Het college kan in plaats van een financiële tegemoetkoming voorzien in een vergoeding in natura.

  • 7.
    • a.

      Ondernemers kunnen inkomstenderving of winstderving decla­reren onder overhandigen van bewijsstukken.      

    • b.

      Op verzoek van een door de gemeente aangewezen onafhankelijk accoun­tantskantoor kunnen meer of andere bewijsstukken vereist zijn

Artikel 7. Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op het VROM-puntenstelsel.

  • 2.

    De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 40 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks aan de hand van de daarvoor geldende VROM-tabel de waarde van één VROM-punt vast. In 2008 was één VROM-punt gelijk aan  € 4,61.

Artikel 8. Besluit op de aanvraag

  • 1.

    Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken of – indien een adviseur als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is ingeschakeld - binnen zes maanden na de ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken of -  indien een adviseur als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is ingeschakeld – zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

  • 3.

    In het besluit wordt aangegeven voor welke periode de nadeelcompensatie wordt gegeven.

Artikel 9. Voorschot

Een voorschot wordt niet verleend.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan artikel 2 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van nadeelcompensatie bouwhinder leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Verordening nadeelcompensatie bouwhinder”.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen tijdstip.

Eindhoven, 2 juni 2010.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

R. van Gijzel, burgemeester.

E. van Merrienboer, secretaris a.i.

Uitgegeven,.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris a.i. van Eindhoven,

E. van Merrienboer

EJ10015605.def