Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren |
Citeertitel | Parkeerverordening 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Verordening vervangt de Parkeerverordening 2013
Artikel 225 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-06-2018 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 Gemeenteblad 9 december 2015, nr. 116265 | 2015/39797 en 2015/39826 |
AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Staatsblad 1994, nr. 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven. Bij een zogenaamd lease- of huurvoertuig, of alles wat hier onder maatschappelijk gebruik onder wordt verstaan, zal moeten worden aangetoond dat het voertuig ter beschikking is gesteld;
bedrijf: hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat, met dien verstande dat bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde persoonlijke “in-voertuig” parkeermeter dient het apparaat, ingesteld op het juiste tarief, tijdvak en maatstaf welke geldt voor de locatie waar het voertuig is geparkeerd, in werking te worden gesteld middels een door of namens de gemeente verstrekte smartcard. Het apparaat dient zodanig in het voertuig te worden aangebracht dat de voorzijde van het apparaat duidelijk vanaf de buitenkant van het voertuig van het motorvoertuig is te zien.
AFDELING III PARKEERVERGUNNINGEN
Artikel 4 De bewonersvergunning
Op aanvraag wordt een vergunning verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze volgens het bevolkingsregister als bewoner op een adres staat ingeschreven en dit adres is gelegen in een vergunningengebied.
Artikel 5 De bezoekersvergunning
Op aanvraag wordt een vergunning verleend aan de aanvrager wanneer deze volgens het bevolkingsregister als bewoner op een adres staat ingeschreven en dit adres is gelegen in een vergunningengebied, met dien verstande dat maximaal één vergunning per adres kan worden verstrekt.
Artikel 6 De bedrijfsvergunning
Op aanvraag wordt een vergunning verleend:
voor elk motorvoertuig aan diegene die in Alphen aan den Rijn is geregistreerd als zelfstandig werkend huisarts of verloskundige of als zorg- of hulpverlener in dienst is van een professionele zorg- of hulpverleningsinstelling waarvan de in het kader van de uitoefening van dit beroep te verrichten werkzaamheden grotendeels buiten de vestiging van de instelling plaatsvinden en die in het kader van de uitoefening van dat beroep regelmatig aantoonbaar in het vergunningengebied, een motorvoertuig dient te parkeren.
Afdeling IV VERLENEN EN INTREKKEN VAN VERGUNNINGEN VOOR PARKEERPLAATSEN, GELDIGHEID VERGUNNINGEN, GEGEVENS EN VOORSCHRIFTEN
Artikel 7 Verlenen en geldigheid vergunningen
Een voertuig als bedoeld in artikel 5.6 van de Algemene plaatselijke verordening mag op een parkeerplaats worden geparkeerd als dit voertuig is voorzien van een bezoekersvergunning, of als er ten aanzien van dit kenteken een vergunning is verstrekt. De bepalingen in de Algemene plaatselijke verordening blijven onverkort van kracht.
Artikel 8 Gegevens en voorschriften
Aan een vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
tijdens het parkeren moet de vergunning van buitenaf goed zichtbaar achter de voorruit van het voertuig zijn aangebracht. Indien de vergunning niet achter de voorruit aangebracht kan worden, dan op enige andere van buitenaf goed zichtbare wijze. Bij een digitale vergunning moet deze zodanig achter de voorruit worden aangebracht dat de chip van buitenaf goed afleesbaar is. Indien de vergunning niet achter de voorruit aangebracht kan worden, dan op enige andere van buitenaf goed afleesbare wijze.
een bewonersvergunning en bedrijfsvergunning zijn gebonden aan het op de vergunning vermelde kenteken, of bij een digitale vergunning aan het in de vergunning geprogrammeerde kenteken. Een bezoekersvergunning is gebonden aan het adres van de aanvrager/houder, of bij een digitale vergunning aan het in de vergunning geprogrammeerde adres. Vergunningen zijn niet overdraagbaar aan anderen dan voornoemd.
Artikel 10 Intrekken van vergunningen
een vergunning wordt ingetrokken:
wanneer de vergunninghouder verhuist, tenzij de verhuizing plaatsvindt binnen de grenzen van hetzelfde vergunningengebied als ten aanzien waarvan de vergunning is verleend. Hierbij dient echter wel, met in acht neming van artikel 8, eerste lid, onder e, van deze verordening, de vergunning te worden gewijzigd;
Afdeling V VERBODSBEPALINGEN, STRAFBEPALINGEN, VERDERE BEPALINGEN, OVERGANGS- REGELINGEN EN CITEERTITEL
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;
c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
Overtreding van het bepaalde in artikel 11 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken.