Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidhorn

Beleidsregels Kostendelersnorm en verlagingen van de bijstandsnorm op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidhorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Kostendelersnorm en verlagingen van de bijstandsnorm op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ
CiteertitelBeleidsregels Kostendelersnorm en verlagingen bijstandsnorm Zuidhorn 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 22
  2. Participatiewet, art. 27
  3. Participatiewet, art. 28
  4. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-01-201601-01-201601-01-2021Nieuwe regeling

05-01-2016

Gemeenteblad, 13-01-2016

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Kostendelersnorm en verlagingen van de bijstandsnorm op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ

Het college van burgemeester en wethouders van 5 januari 2016

gelet op artikelen 22, 27 en 28 Participatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat gelet op de Participatiewet waarin aan ons de bevoegdheid is gegeven om beleidsregels te stellen;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Kostendelersnorm en verlagingen van de bijstandsnorm op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (P-wet), de Wet inkomensvoorziening oudere en  gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      huurder: de belanghebbende die tegen een financiële vergoeding (een gedeelte van) een woning van iemand die de woning in zijn geheel huurt van een ander dan wel in eigendom heeft, waarbij de verhuurder/eigenaar en de huurder geen partners van elkaar zijn of bloedverwanten in de eerste graad en waarbij er in geval van onderverhuur sprake moet zijn van toestemming van de eigenaar;

    • c.

      kostganger: een huurder die volgens de overeenkomst ook maaltijden op kosten van de verhuurder krijgt;

    • d.

      Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz);

    • e.

      uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet en een uitkering in het kader van de IOAW en IOAZ;

    • f.

      woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 Participatiewet;

    • g.

      woonkosten:

    • -

      Indien een woonruimte wordt gehuurd: de kale huurprijs per maand en de kosten van water, gas, elektriciteit, heffingen per maand minus de huurtoeslag of een bijzondere bijstandstoeslag voor woonkosten per maand.

    • -

      Indien een eigen woning wordt bewoond: de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten worden verstaan: de rioolrechten, het eigenaars-aandeel van de onroerendezaakbelasting, de brandverzekering, de opstalverzekering en het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten en de kosten per maand van water, gas, elektriciteit, heffingen minus een bijstandstoeslag voor woonkosten per maand.

Artikel 2 Commerciële relatie en commerciële prijs

  • 1.

    Commerciële relatie: hiervoor wordt aangesloten bij de invulling van het begrip door de Centrale Raad van Beroep (CRvB) namelijk:

    De belanghebbende kan de zakelijke relatie aantonen met een zakelijke overeenkomst, waarbij de wederzijdse rechten en plichten zijn geregeld en nauwkeurig zijn afgebakend;

    De belanghebbende kan betalingen aantonen (bankafschriften/bewijs kasstortingen afgelopen 3 maanden);

    Het college mag een schriftelijk contract verlangen;

    Uit het contract moet de periodieke prijsverhogingen blijken;

    Tevens dient de verhuurder/onderverhuurder of kostgever een commerciële huurprijs of commerciële prijs kostgangerschap te ontvangen.

  • 2.

    Commerciële huurprijs: een kale huurprijs van tenminste € 250, - per maand die is vastgelegd in een schriftelijke, individuele huurovereenkomst. Eventuele vaste lasten, zoals gas, water en elektra worden op de huurprijs in mindering gebracht alvorens toets ingaan de commerciële huurprijs plaatsvindt. Tussen ouder(s) en meerderjarige kinderen kan geen commerciële overeenkomst worden verondersteld.

  • 3.

    Commerciële kostgangersovereenkomst: kostgeld ten bedrage van minimaal € 375, - per maand, vastgelegd in een schriftelijke, individuele kostgangersovereenkomst, waarbij tenminste inbegrepen huur, gebruik van energie, maaltijden en bewassing. Tussen ouder(s) en meerderjarige kinderen kan geen commerciële overeenkomst worden verondersteld.

  • 4.

    Kale huurprijs: onder de kale huurprijs wordt verstaan de huurprijs minus de huurtoeslag.

Artikel 3 Verlaging norm wegens ontbreken van woonkosten

  • 1.

    Als er voor de belanghebbende aan de woning geen woonkosten zijn verbonden vindt een verlaging plaats van 20% van de norm bedoeld in artikel 21 sub b van de wet.

  • 2.

    Van ontbrekende woonkosten is sprake:

    • -

      wanneer iemand anders de woonkosten betaalt;

    • -

      bij het niet aanhouden van een woning;

    • -

      bij bewoning van een woning waaraan geen woonkosten verbonden zijn, zoals het bewonen van een gekraakte woning of sloopwoning.

Artikel 4 Bijzondere bijstand bij noodzakelijke uitwoning

  • 1.

    De jongere tot 21 jaar die door omstandigheden als bedoeld in artikel 12 van de wet niet kan terugvallen op de onderhoudsplicht van de ouders komt in aanmerking voor aanvullende bijzondere bijstand voor de algemene bestaanskosten.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde aanvulling bedraagt het verschil tussen de toepasselijke norm voor belanghebbende van 21 jaar of ouder als bedoeld in artikel 21 van de wet en de toepasselijke jongerennorm als bedoeld in artikel 20 van de wet.

  • 3.

    Bij de bepaling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt rekening gehouden met de woonsituatie overeenkomstig de regels van de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de wet.

  • 4.

    Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de IOAW en IOAZ.

Artikel 5 Geen kostendelersnorm bij aanvraag bijzondere bijstand

De kostendelersnorm zoals bedoeld in artikel 22a van de wet is niet van toepassing op aanvragen bijzondere bijstand. Voor deze aanvragen wordt aangenomen dat de belanghebbende de kosten niet kan delen met een ander.

Artikel 6 Wel kostendelersnorm bij aanvraag regelingen minimabeleid

De kostendelersnorm zoals bedoeld in artikel 22a van de wet is wel van toepassing op aanvragen in het kader van het minimabeleid van Zuidhorn. Hierbij gaat om Inkomensondersteuningsbeleid, PC-regeling en collectieve ziektekostenregeling.

Artikel 7 Verlaging schoolverlaters

Voor een belanghebbende als bedoeld in artikel 28 van de wet vindt een verlaging plaats van 20% van de norm bedoeld in artikel 21 sub b van de wet gedurende 6 maanden na het tijdstip van de beëindiging van het onderwijs of beroepsopleiding.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze regeling indien toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan aangehaald worden als “Beleidsregels Kostendelersnorm en verlagingen bijstandsnorm Zuidhorn 2016”.

  • 2.

    Deze regeling treedt met terugwerkende kracht op 1 januari 2016 in werking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 5 januari 2016

L.K. Swart, burgemeester

H.J. Koning, secretaris