Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grootegast

Verordening aanvullende inkomensondersteuning gemeente Grootegast Versie 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrootegast
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening aanvullende inkomensondersteuning gemeente Grootegast Versie 2015
CiteertitelVerordening aanvullende inkomensondersteuning gemeente Grootegast 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-201601-01-2021De term Wet werk en bijstand vervangen door Participatiewet Artikel 4, lid 1 is bureau sociale zaken vervangen door afdeling Samenlevingszaken. Artikel 1 Begripsbepalingen onderdeel b. Bijstandsnorm: hier zijn de artikelen 20, 22 en 22a toegevoegd o.b.v. de Participatiewet. De toeslagen zoals eerder opgenomen in artikelen 25, 29 en 30 Wwb zijn in de Participatiewet komen te vervallen. Dit geldt ook voor de verlagingen o.g.v. art. 26 en 29 Wwb. Deze wijzigingen zijn doorgevoerd bij de definiëring van de bijstandsnorm. Artikel 4 van hoofdstuk 1 is aangevuld met een 4e lid, deze luidt: Voor inwoners van wie de gemeente over alle benodigde gegevens beschikt, kan de gemeente er voor kiezen ambtshalve een tegemoetkoming toe te kennen. Artikel 1 van zowel hoofdstuk 2 als hoofdstuk 3 is aangevuld met een 5e lid, deze luidt: Personen met studiefinanciering komen niet in aanmerking voor ondersteuning. Voor alleenstaande ouders kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Artikel 4, lid 3, de passage “(niet zijnde studiefinanciering)” is komen te vervallen

17-11-2015

Digitaal gemeenteblad 13-01-2016

Verordening aanvullende inkomensondersteuning

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening aanvullende inkomensondersteuning gemeente Grootegast Versie 2015

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen:

  • a

    Netto minimumloon: de som van het netto minimumloon en de netto aanspraak op de minimum vakantiebijslag, bedoeld in artikel 37, eerste lid Participatiewet (Participatiewet);

  • b

    Bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 20, 21, 22 en 22a Participatiewet inclusief een verlaging als bedoeld in artikel 27en 28 Participatiewet en zoals vastgelegd in de afstemmingsverordening;

  • c

    Inkomen: inkomen als bedoeld in artikel 32 en 33 Participatiewet;

  • d

    Inkomensgrens: 120% van de toepasselijke bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld) voor hetgeen bepaald in hoofdstuk 2, hoofdstuk 3;

  • e

    Vermogen: vermogen als bedoeld in artikel 34 Participatiewet;

  • f

    Vermogensgrens: de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, derde lid Participatiewet;

  • g

    Het college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast of haar gemandateerde;

  • h

    Belanghebbende: Degene die, met inachtneming van de daartoe strekkende bepalingen als genoemd in 40 Participatiewet, zijn woonplaats heeft in de gemeente Grootegast en wiens belang rechtstreeks bij een besluit krachtens deze verordening is betrokken;

  • i

    Alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  • j

    Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  • k

    Gezin: de gehuwden tezamen; de gehuwden met de tot hun last komende kinderen; de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen;

  • l

    Gehuwd: als gehuwd of als echtgenoot wordt mede aangemerkt de ongehuwde die met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  • m

    Ten laste komend kind: het kind (het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind) jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken;

  • n

    Zwemactiviteiten: gedacht moet worden aan zwemabonnementen en zwemlessen tot en met zwemdiploma B;

  • o

    Sociaal-culturele :gedacht moet worden aan bezoek theater, bioscoop en activiteiten:uitvoeringen, alsmede lidmaatschap toneel- of zangvereniging;

  • p

    Sociaal-educatieve: gedacht moet worden aan het volgen van educatieve en activiteiten: creatieve cursussen/lessen;

  • q

    Muziekschool: gedacht moet worden aan onderwijs in het bespelen van een muziekinstrument;

  • r

    Identificatiebewijs: gedacht moet worden aan een identiteitskaart of een paspoort;

  • s

    Duurzame: gedacht moet worden aan huishoudelijke apparatuur, woningstoffering gebruiksgoederen:en –meubilering alsmede aan vervoersmiddelen;

  • t

    Tegemoetkoming: een financiële tegemoetkoming van in beginsel 100%, tenzij in de verordening een bedrag wordt genoemd;

  • u

    Maximale tegemoetk.: per kalenderjaar wordt per categorie (alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin) een maximum gesteld aan de te verstrekken tegemoetkomingen, als bedoeld in hoofdstuk 2 artikel 1 lid 2 t/m 10 van deze verordening;

  • v

    Problematische schuld hiervan is sprake wanneer er meer dan 2 schuldeisers zijn die niet bereid zijn om een betalingsregeling te treffen en/of er sprake is van een totale schuld hoger dan 36 maal de aflossingsruimte in het inkomen, rekening houdende met de beslagvrije voet (90% van de bijstandsnorm), waarbij de som van de maandelijkse aflossingen hoger is dan de aflossingscapaciteit (inkomen minus 90% van de bijstandsnorm) en/of het aantoonbaar niet mogelijk is om schulden te herfinancieren;

  • w

    Schuldsanering: een kredietbedrag (x-percentage van de totale schuld) tegen finale kwijting;

  • x

    Schuldbemiddeling: bemiddeling door de Groningse Kredietbank tussen schuldeisers en schuldenaar om middels een maandelijkse aflossing tot oplossing van de schuldproblematiek te komen;

  • y

    Krediet om niet: geldbedrag dat niet behoeft te worden terugbetaald (a fonds perdu);

  • z

    Pro-actief: Op basis van informatie die bij de gemeente bekend is, worden belanghebbenden gericht aangeschreven om ze te attenderen op de regelingen die deze verordening in hoofdstuk 2, artikel 2, eerste lid en artikel 3 biedt. Zij kunnen een aanvraag realiseren door de aangehechte antwoordkaart in te vullen, te ondertekenen en in te dienen.

     

Artikel 2 Beperkingen:

Geen recht op een tegemoetkoming op grond van deze verordening heeft belanghebbende:

  • a

    aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen;

  • b

    die zijn militaire of vervangende dienstplicht vervult;

  • c

    die wegens werkstaking of uitsluiting niet deelneemt aan de arbeid, voor zover diens gebrek aan middelen daarvan het gevolg is;

  • d

    die in Nederland zijn woonplaats heeft doch die, langer dan de gebruikelijke vakantieduur (4 weken aaneengesloten), verblijf houdt buiten Nederland;

  • e

    die jonger is dan 18 jaar;

  • f

    die in een inrichting verblijft;

  • g

    die onderwijs of een beroepsopleiding volgt als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000 of in hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • h

    die onbetaald verlof geniet als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van de Werkloosheidswet of die gehuwd is met een zodanig persoon, voor zover diens gebrek aan middelen daarvan het gevolg is;

  • i

    die in het betreffende kalenderjaar de maximale tegemoetkoming heeft bereikt;

     

Artikel 3 Inlichtingen- en medewerkingsplicht:

  • 1

    De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming, het geldend maken van het recht op tegemoetkoming, de hoogte of de duur van de tegemoetkoming, of op het bedrag van de tegemoetkoming dat aan hem wordt betaald.

  • 2

    De belanghebbende is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor uitvoering van deze verordening.

     

Artikel 4 Aanvraag:

  • 1

    Aanvragen in het kader van deze verordening zijn gericht aan het college en worden ingediend bij de afdeling Samenlevingszaken op een daarvoor door het college bestemd formulier onder overlegging van bewijsstukken van alle relevante gegevens.

  • 2

    Ingeval er sprake is van het pro-actief verstrekken van een tegemoetkoming, kan het indienen van een aanvraag bestaan uit het invullen en ondertekenen van een antwoordkaart die belanghebbende van de gemeente heeft ontvangen.

  • 3

    Aanvragen in het kader van Hoofdstuk 2, artikel 1 lid 2 t/m 10 worden nog in behandeling genomen indien zij uiterlijk binnen het eerste kwartaal volgend op het onderhavige kalenderjaar worden ingediend.

  • 4

    Voor inwoners van wie de gemeente over alle benodigde gegevens beschikt, kan de gemeente er voor kiezen ambtshalve een tegemoetkoming toe te kennen.

     

Artikel 5 Betaling:

Betaling vindt aan belanghebbende achteraf plaats nadat de kosten aantoonbaar zijn gemaakt, tenzij anders in deze verordening vermeld.

 

Artikel 6 Terugvordering:

  • 1

    Een tegemoetkoming die als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 2 ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, wordt van de belanghebbende teruggevorderd.

  • 2

    Hetgeen anderszins onverschuldigd is betaald wordt teruggevorderd voor zover de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen begrijpen.

  • 3

    Terugvordering als bedoeld in het tweede lid vindt niet plaats, indien de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot terugvordering.

     

Hoofdstuk 2 Participatiefonds “Doe Met”

Artikel 1 Doelgroep:

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming op grond van het participatiefonds “Doe Met”, moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

  • 1

    u woont in de gemeente Grootegast;

  • 2

    u bent 18 jaar of ouder;

  • 3

    u heeft een inkomen dat niet meer bedraagt dan 120% van de voor u geldende bijstandsnorm;

  • 4

    uw (gezamenlijke) vermogen ligt op of beneden het bescheiden vermogen op grond van de Participatiewet.

  • 5

    Personen met studiefinanciering komen niet in aanmerking voor ondersteuning. Voor alleenstaande ouders kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

     

Artikel 2 Voorzieningen:

 

De volgende voorzieningen komen voor een tegemoetkoming in aanmerking:

 

  • 1

    Schoolactiviteiten: Ten behoeve van één of meerdere ten laste komende kinderen die schoolgaand zijn wordt per kind pro-actief een tegemoetkoming per schooljaar verstrekt. Voor kinderen die het basisonderwijs volgen geldt een tegemoetkoming van € 50,-- per kind. Voor kinderen die het voortgezet onderwijs volgen en nog geen 18 jaar zijn geldt een tegemoetkoming van € 135,-- per kind;

  • 2

    Zwemactiviteiten;

  • 3

    Contributie sportverenigingen, zangvereniging en hobbyclubs;

  • 4

    Sociaal- culturele activiteiten;

  • 5

    Sociaal- educatieve activiteiten;

  • 6

    Bibliotheek-abonnement;

  • 7

    Peuterspeelzaal;

  • 8

    Muziekschool;

  • 9

    Abonnement dagblad en/of internet;

  • 10

    Identificatiebewijs;

     

Artikel 3 Maximale tegemoetkoming per categorie:

  • 1

    Alleenstaande: € 210,--

  • 2

    Alleenstaande ouder: € 270,--

  • 3

    Gezin: € 300,--

     

Artikel 4 Tegemoetkoming gemeentelijke belastingen:

Nadat belanghebbende gebruik heeft gemaakt van de kwijtscheldingsregeling overeenkomstig artikel 26 van de Invorderingswet en de ministeriele regels rondom de uitvoering daarvan, kan pro-actief een tegemoetkoming tot 100% van de (resterende) eigen bijdrage worden verstrekt. De tegemoetkoming wordt rechtstreeks aan de gemeente Grootegast betaalbaar gesteld.

 

Hoofdstuk 3 Steunfonds

Artikel 1 Doelgroep:

Om in aanmerking te komen voor de voorzieningen van het Steunfonds, moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

  • 1

    u woont in de gemeente Grootegast;

  • 2

    u bent 18 jaar of ouder;

  • 3

    u heeft een inkomen (niet zijnde studiefinanciering) dat niet meer bedraagt dan 120% van de voor u geldende bijstandsnorm;

  • 4

    uw (gezamenlijke) vermogen ligt op of beneden het bescheiden vermogen op grond van de Participatiewet.

  • 5

    Personen met studiefinanciering komen niet in aanmerking voor ondersteuning. Voor alleenstaande ouders kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

     

Artikel 2 Schuldhulpverlening:

  • 1

    In die gevallen waarbij sprake is van problematische schuldsituaties kan door de Groningse Kredietbank hulp worden geboden in de vorm van schuldbemiddeling, schuldsanering en/of budgettering en bewindvoering.

  • 2

    Om voor budgettering in aanmerking te komen moet er sprake zijn van in de persoon gelegen factoren waardoor het noodzakelijk is dat de inkomstenbron en de te verrichten uitgaven door de Groningse Kredietbank worden beheerd. Dit ter beoordeling van het college, na de Groningse Kredietbank gehoord hebbende.

  • 3

    Geen recht op schuldhulpverlening heeft degene aan wie reeds eerder schuldhulpverlening is geboden, waarbij door toedoen van belanghebbende de schuldhulpverlening voortijdig is beëindigd doordat niet de gevraagde medewerking is verleend die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van schuldhulpverlening.

     

Artikel 3 Krediet om niet:

 

  • 1

    Indien er sprake is van:

    • een gezin met een ten laste komend kind en

    • een problematische schuldsituatie en

    • een schrijnende situatie en

    • een goede motivatie om blijvend uit een schuldsituatie te geraken en

    • de bereidheid om volledige medewerking te verlenen aan budgettering en

    • de Groningse Kredietbank geen beroep kan doen op een voorliggende (krediet-)voorziening; kan er tot maximaal € 2.300,-- een (sanerings-) krediet om niet worden verstrekt.

  • 2

    Geen recht op een krediet om niet heeft degene aan wie binnen een termijn van 5 jaar, voorafgaand aan het huidige verzoek, reeds eerder een krediet om niet is verstrekt.

     

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 1 Hardheidsclausule/afwijkende bepalingen:

  • 1

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;

  • 2

    In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college voor zover dit mogelijk is binnen de door de verordening aangegeven grenzen.

     

Artikel 2 Indexering:

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal bureau voor de statistiek.

 

Artikel 3 Citeertitel, inwerkingtreding:

  • 1

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening aanvullende inkomensondersteuning gemeente Grootegast versie 2015.

  • 2

    Deze verordening treedt, in werking met ingang van 1 januari 2016;

  • 3

    Gelijktijdig met het inwerking treden van deze verordening wordt de laatstelijk bij raadsbesluit van 3 juli 2007 vastgestelde ‘Verordening aanvullende inkomensondersteuning gemeente Grootegast 2007 ingetrokken.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 17 november 2015

De Griffier, De Voorzitter,