Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening op het Burgerinitiatief Edam-Volendam 2016 |
Citeertitel | Verordening op het Burgerinitiatief Edam-Volendam 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-01-2016 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 04-01-2016 | 5/2016 F, no. 9 |
In deze verordening wordt met een voorstel dat door een burger bij de raad kan worden ingediend bedoeld een “initiatiefvoorstel”. Dit biedt de mogelijkheid voor burgers om een concreet voorstel in te dienen en dit onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.
Tevens wordt in deze verordening verstaan onder:
Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:
De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat tenminste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert zij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad die volgt op het raadsplein waarin het initiatiefvoorstel is behandeld. De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De indiener krijgt voorafgaand aan deze vergadering de gelegenheid om zijn voorstel mondeling nader toe te lichten in de daartoe aangewezen bespreekronde van het raadsplein.
De raad, op voorstel van de voorzitter van de raad, bericht de indiener na ontvangst van een burgerinitiatief binnen vier weken of zo snel mogelijk na de eerstvolgende raadsvergadering of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen als bedoeld in artikel 5 of dat er sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.
Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door schriftelijke kennisgeving alsmede door openbare kennisgeving, danwel op een andere geschikte wijze.
Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel wel te agenderen, dan is het besluit niet vatbaar voor bezwaar of beroep.
Aldus besloten door de raad der gemeente
Edam-Volendam in zijn openbare vergadering
gehouden op 4 januari 2016
de griffier, de voorzitter,
Toelichting op de Verordening op het Burgerinitiatief Edam-Volendam 2016
Gekozen is voor een eenvoudige en heldere procedure waarbij gebruik is gemaakt van de regeling over het Burgerinitiatief van de Vernieuwingsimpuls en van regelingen bij andere gemeenten.
In deze bepaling wordt duidelijk gemaakt dat met een burgerinitiatief een volledig voorstel wordt beoogd, m.a.w. aanduiding van een onderwerp met omschrijving is onvoldoende.
Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda voor een vergadering van de raad moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De raad zal zich in ieder geval moeten uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als het verzoek voldoende wordt ondersteund en kan rekenen op een bepaald draagvlak, het onderwerp niet in artikel 4. is uitgezonderd en voldoet aan de procedurele voorwaarden in artikel 5.
Het ligt voor de hand om het initiatiefrecht uitsluitend toe te kennen aan de kiesgerechtigden van de gemeente, alsmede aan jongeren tussen de 16 en 18 jaar, die behalve hun leeftijd voldoen aan de eisen voor kiesgerechtigheid.
De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien voort uit doelmatigheidsoverwegingen, overwegingen van beperkte beleidsvrijheid of geen beleidsvrijheid danwel overwegingen waarbij klacht, bezwaar of beroepsmogelijkheden open staan. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met beraadslagingen over onderwerpen waarbij de beleidsvrijheid gering of zelfs afwezig is. Teleurstellend is het voor de burgers als men te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat zij er niet over gaan. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals bezwaar- of klachtprocedures doorkruisen. Een burgerinitiatief mag niet gaan over een onderwerp waarover de raad in de twee jaren voorafgaand aan de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen. Voorts mag een burgerinitiatief over een onderwerp één keer in een raadsperiode worden ingediend.
Omdat de voorzitter van de raad een coördinerende rol vervult binnen de raad, ligt het voor de hand om het burgerinitiatief bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden.
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. De raad bepaalt zelf of het verzoek geldig is, in de eerstvolgende vergadering na indiening. In diezelfde vergadering kan de raad besluiten het verzoek aan het college om advies voor te leggen of ter advisering naar een bespreekronde van het raadsplein te verwijzen. Na de behandeling in het raadsplein dient het verzoek in de eerstvolgende raadsvergadering daarna te worden behandeld.
Dit artikel voorziet hierin dat een termijn wordt gekozen die niet lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Het 2e lid biedt de verzoeker de gelegenheid, als blijkt dat er sprake is van een gebrek in een voorstel, om dit gebrek te herstellen. Het 3e lid waarborgt dat verzoeker altijd schriftelijke mededeling ontvangt wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Wordt het verzoek tot plaatsing op de agenda door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep openstaan (zie artikel 10).
Dit artikel spreekt voor zich.
Er is in deze bepalingen voor gekozen om in het midden te laten hoe de raad verder met het initiatiefvoorstel omgaat. Er is niet bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de raad plenair beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan ook door het college danwel in een (raads)commissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan.
Dit artikel spreekt voor zich.